Mijn hersenspinsels en gedachtekronkels

Antroposofie II; een repliek

VAN DE PROPAGANDA, HALVE WAARHEDEN EN DE KLOEKE LEUGENS

ANTROPOSOFIE DEEL II (zie ook deel I, deel III, deel IV, deel V, deel VI en deel VII)

Over de kunst van het vermeend selectief citeren ter bewijs van een ‘vermeende’ rassenleer

waarin een gedeeltelijke repliek op Paul Heldens ‘9/11 Heikele kwesties’ en met een verwerking van zijn belangrijkste literatuursuggesties

Afgelopen voorjaar publiceerde ik op mijn blog een nogal polemisch artikel ‘Geloof in kabouters, Atlantis, Volkszielen en Wortelrassen en pas op voor Dark Lord Ahriman, zwart-magische constructies, de Luciferische Verleiding, overkokende kliersystemen en de ‘Finsteren Saturn’;  Rudolf Steiner en de antroposofie’ (inderdaad, de titel was wat lang). Hoewel het op sommige plaatsen enigszins ironisch getoonzet was, was het wel degelijk bedoeld om aan te tonen dat er wat duistere kanten aan de antroposofie kleven. Sterker nog, dat deze duistere kanten zich ook in de kern van de door  Rudolf Steiner geformuleerde ‘Weltanschauung’  bevinden.
Zoals ik ook in dat stuk al heb aangegeven, waren mijn motieven voor het schrijven van deze beschouwing vooral persoonlijk. Van de kleuterklas tot de zevende klas heb ik zelf op de Vrije School gezeten en kom ik uit een achtergrond die de antroposofie aanvankelijk zeer welgezind was. Het was bij ons de BD, de Jonas en mijn ouders lazen Bernard Lievegoed en Jelle van der Meulen. Wel was het altijd de gematigde kant van de antroposofie, het radicale gezicht ben ik pas later gaan ontdekken.
Na mijn lagere schooltijd ben ik nog slechts sporadisch met de antroposofie in aanraking geweest. Bij ons in de buurt (Twente) was geen bovenbouw en ik ben naar een niet antroposofische middelbare school gegaan. Eigenlijk was het pas tijdens mijn verblijf  in Leiden dat ik weer in aanraking kwam met deze levensbeschouwing. Ik wilde er zelf wat meer van weten dus heb een paar inleidende boeken gelezen, over de antroposofie (vooral de inleiding van Jacob Slavenburg) en verder over esoterie in het algemeen, vaak publicaties van min of meer antroposofisch georiënteerde uitgeverijen als ‘Ankh Hermes’ en ‘Christofoor’ (vooral de boeken van Thorwald Dethlefsen en Jan Karel Hylkema staan mij nog bij, maar ook Castaneda en Gurdieff). Ook heb ik me wat georiënteerd op andere stromingen, als de Vrijmetselarij en de esoterische kant van het Boeddhisme. Dat laatste was vaak meer geschiedenis, net als de uitstapjes naar het ’vermeend oorspronkelijk Christendom’, Katharen, etc, ook een tijdelijke hobby (lang voor ‘de Da Vinci Code’ overigens). Verder heb ik me enigszins beziggehouden met sommige esoterische uitleggingen van de opera’s van Mozart (‘Die Zauberflöte’), Richard Strauss (‘Die Frau ohne Schatten’) en Richard Wagner (‘Der Ring des Nibelungen’) en heb op dat gebied het een en ander aan overigens zeer boeiende lezingen gevolgd, van iemand die dat ook op een hele goede manier vanuit theosofisch/antroposofisch perspectief wist te belichten (vooral rond de tijd dat ‘de Ring’ van Wagner in de Nederlandse Opera werd uitgevoerd).
Vanuit de universiteit kreeg ik echter volstrekt ander soort denkbeelden mee (vooral veel postmodernisme en later ook het ‘postkolonialisme’ als ik het zo kan omschrijven, gezien mijn interesse voor hedendaagse kunst en cultuur uit de niet-westerse wereld). Ik ben me ook veel meer daarop gaan richten en heb de esoterie gelaten voor wat die was. Uiteindelijk vond ik het ook veel te megalomaan en, wat betreft de antroposofie, een idee als bijvoorbeeld de Aarde Evolutie en het bestaan van Wortelrassen (en ik verwar deze niet met de huidige mensenrassen, al blijf ik erbij dat het wel wat met elkaar te maken heeft, zie Blavatsky en overigens ook Steiner) werd voor mij een regelrechte absurditeit. Maar goed, ieder zijn geloof. Mijn interesse in de antroposofie werd weer gewekt toen de berichten van de kwesties Toos Jeurissen en Angelique Oprinsen in de Volkskrant verschenen en later uitgebreider in de Groene Amsterdammer. Het ging om twee vrije school ouders die waren gestuit op racistische elementen in het lesmateriaal van hun kinderen en een verband legden met de opvattingen van Rudolf Steiner zelf (zie hier de brochure van Toos Jeurissen, die deze naar alle vrije scholen in Nederland stuurde). Voor mij was het toen nog steeds dat de antroposofie op zich geen probleem was. Hooguit waren de opvattingen van Steiner ouderwets koloniaal, inderdaad precies wat de Commissie van Baarda met Edward Said in de hand ‘juridisch’ probeert aan te tonen (wel origineel gevonden, wat je er verder van mag vinden) en natuurlijk dat veel antroposofen van nu, dogmatisch als ze soms zijn, rigide de gedateerde opvattingen van Steiner letterlijk navolgden, zonder een greintje historisch besef (dat laatste vind ik overigens nog steeds).
Voor mij kwam een paar jaar geleden de kentering, na het lezen van het artikel van de historicus Jan Willem de Groot (gespecialiseerd in de, net als de antroposofie, aan de theosofie verwante ariosofie), gevonden op de site van Simpos (http://www.stelling.nl/simpos/antro1.htm). Dat was voor mij het breekpunt ‘voordeel van de twijfel/nadeel van de twijfel’. Uit zijn beschrijving van Steiners rassenleer herkende ik veel elementen die ik vroeger vanuit de Vrije school of antroposofische lectuur had meegekregen. Vanaf dat moment was het voor mij duidelijk dat de antroposofie echt een serieus racisme probleem heeft.

Nogmaals ‘Die Mission einzelner Volksseelen’; de sleutel tot Steiners occulte en zelfs ‘Hermetische’ rassenleer

Vooral het denken in analogieën (nacht=zwarte ras, ochtend =Aziaten, dag=blanke ras, avond=indianen) was voor mij een schok van herkenning, al had ik het zelf nooit meegekregen dat dit soort modellen ook op mensenrassen werden geprojecteerd. Maar het antroposofisch wereldbeeld (overigens net zo goed andere esoterische denksystemen, maar bijvoorbeeld ook de astrologie) hangen aan elkaar van analogieën, in plaats van causaliteiten. Wat ik hiermee bedoel is dat in de antroposofie het hermetische principe wordt toegepast, het ‘zo boven zo beneden’ beginsel , oorspronkelijk afkomstig van de Smaragden Tafel van Hermes Trismegistus, waarop zo’n beetje de hele westerse esoterische traditie is gebouwd (zie hier een Nederlandse en verschillende Engelse versies van de tekst, waaronder de vroegste middeleeuwse Arabische varianten tot de versies van Newton, Bacon en Helena Blavatsky). Deze korte tekst is grotendeels tamelijk cryptisch maar zou slechts door ‘ingewijden’ volledig te begrijpen zijn. Het gaat mij hier vooral om stelling 2, die van ‘wat lager is en wat hoger is’ (zie voor meer uitleg deze informatieve website of deze link naar de Ritman Bibliotheek), vergelijk ook met de hier later te bepreken notie van ‘evolutie en involutie’. Het belang van Hermes Trismegistus voor Rudolf Steiner blijkt uit een passage uit zijn cyclus ‘Het Mattheus Evangelie’ (p. 42). Daarin noemt hij Hermes Trismegistus een incarnatie van Zarathustra, een niet geheel onbelangrijk figuur voor de antroposofie ( de grondlegger van het Perzisch dualisme en de ‘uitvinder’ van Ahriman). Steiner heeft aan dit Hermetische concept (’zo boven, zo beneden’) overigens nog een keer een aparte voordracht gewijd, getiteld ‘Makrokosmos und Mikrokosmos : Die grosse und die kleine Welt – Seelenfragen, Lebensfragen, Geistesfragen’ (GA 119). Ook de titel ’Die Chymische Hochzeit des Christian Rosenkreutz’ uit 1917, spreekt al voor zich; het Hermetische gedachtegoed heeft Steiner, evenals Blavatsky, diepgaand beïnvloed en is wellicht essentieel om de antroposofie echt te begrijpen. De Tabula Smaragdina geldt immers als de belangrijkste oertekst, zoniet de ‘grondwet’ van de alchemisten en de Rozenkruisers. Wie hier meer van zou willen weten zou ik Gilles Quispel, ‘Hermetische Gnosis’, (Haarlem, Rozekruis Pers, 2003) willen aanraden. Ook het verband met Rudolf Steiner wordt hier duidelijk uitgelegd (p. 592-594). En Quispel is niet de minste autoriteit op dit gebied.
Wat houdt dit ‘zo boven zo beneden beginsel’ in? Krachten en verhoudingen die in de macrokosmos werkzaam zijn, bijvoorbeeld de sterren of de loop van de planeten, zijn ook aanwezig in de microkosmos, bijvoorbeeld de levensloop van de mens, en in het geval van de antroposofie, de mensenrassen. Steiners ‘de Volkszielen’ is gebouwd op analoge causaliteiten of Hermetische ‘zo boven, zo beneden’ redenaties.  De Volkzielen is mijns inziens dan ook pas echt te begrijpen als je dit Hermetische aspect meeweegt. Zoals Steiner zijn rassenleer in astrologische termen heeft gegoten (in mijn artikel weergegeven in een wat ludiek overzichtje, maar hier dan maar voluit geciteerd):

Figuur 1: ‘Die Mission einzelner Volksseelen’, p. 80, bij het citaat ‘Diese Linie besteht auch für unsere Zeit. Der Afrikanische Punkt…’ enz. (http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121.htm). Deze schets is van de hand van Rudolf Steiner zelf.
 

‘Wenn wir den Punkt, den wir vor einigen Tagen in unseren Darlegungen in Afrika gefunden haben (zie bovenstaande afbeelding), uns jetzt näher dadurch charakterisieren, daß, weil die normalen Geister der Form zusammenwirken mit denjenigen abnormen Geistern der Form, die im Merkur zentriert sind, die Rasse der Neger ensteht, bezeichnen wir okkult ganz richtig das, was in der schwarzen Rasse herauskommt, als die Merkur- Rasse. Jetzt verfolgen wir diese Linie weiter, die wir dazumal durch die Mittelpunkte der einzelnen Rassenausstrahlungen gezogen haben. Da kommen wir nach Asien und finden die Venus-Rasse oder die malayische Rasse. Wir kommen dann durch das breite Gebiet Asiens hindurch und finden der mongolischen Rasse, die Mars Rasse. Wir gehen dann herüber auf europäischen Gebiet und finden die europäischen Menschen, in ihrem Ur-Charakter die Jupiter Menschen. Gehen wir über das Meer hinüber nach Amerika, wo der Punkt, der Ort ist, an dem die Rassen oder Kulturen sterben, so finden wir die Rasse des Finsteren Saturn, die ursprüngliche indianische Rasse, die amerikanische Rasse. Die Indianische Rasse ist also die Saturn Rasse. Auf diese Weise Sie, wenn Sie sich okkult die Sache immer genauer vorstellen, die Kräfte, die diesen Weltenpunkten, diesen fünf Planeten, ihre äußere materielle Offenbarung erfahren haben. (Die Mission, p. 113).

Hierna gaat Steiner overigens uitgebreider op ieder ras in, zoals de door Mercurius ingegeven kokende klieren bij de zwarten, de Venuskrachten in de zinnelijke ademhaling van de Maleisiërs, de Jupiterkrachten in het rotsgebergte van het hoofd van de Europeanen, enz. Een greep uit enkele uitspraken op de daarop volgende pagina’s: ‘Alles, was der äthiopische ihre besonderen Merkmahle verleiht, das kommt davon her, daß die Merkurkräfte in dem Drüssensystem des betreffende Menschen kochen und brodeln. Das kommt davon her, daß sie auskochen, was die allgemeine, gleiche Menschengestalt zu besonderen der äthiopischen Rasse macht-mit der schwarzen Hautfarbe, dem wolligen Haar usw.’ (p. 116, heb dit laatste citaat trouwens ook gebruikt in de Nederlandse vertaling, in mijn vorige artikel). Over het ‘Maleisische Ras’: ‘Es wird also in diesem Teile des Nervensystems auf der Umwege durch das Atmungsystem gewirkt, der unserem Sinne noch nicht zu der höheren geistigen Tätigkeit gehört. Es wird tief im unterbewußten Organismus durch diese Venuskräfte gewühlt, die in diesem Rassenteile der Menschheit wirke’ (p. 117).
Aan de door ‘Mars’ bezielde Mongolen wijdt Steiner onder meer de volgende woorden: ‘Jetzt gehen wir über die breiten, mongolischen Flächen herauf. Das sind diejenigen Flächen, in denen die Geister der Form vorzugweise wirken, die den Umweg durch das Blut genommen haben. Da wird im Blut dasjenige ausgekocht, was die eigentliche Modifikation aus der menschheit heraus, den grundcharakter der Rasse bewirkt. Nun ist aber bei dieser mongolischen Rasse etwas höchst Eigentümliches vorhanden. Da gehen ins Blut hinein die Marsgeister’ (p.118). De planeet Mars werkt trouwens ook in op het Hebreeuwse Volk: ‘Wie das Mongolische hinein die sechs Elohim von der Sonne, Jahve vom Monde und ihnen entgegen die Marsgeister wirken, so müssen wir in einem anderen Falle annehmen, daß von der Mondrichtung her die Jahvekräfte wieder zusammentreten und zusammenwirken mit den Marsgeistern, und daß dadurch eine besondere Modifikation entsteht. Hier haben Sie, aus dem okkultesten Hintergrunde heraus geklährt, eine besondere Modifikation der Menschheit, nämlich diejenige, die zum Semietentum gehört. Im Semitentum haben Sie eine Modifikation des gesamten Menschentums, so, daß sich anschließt von den anderen Elohim Jahve oder Jehova und dieses Volk mit einem besonderen Charakter veranlangt, indem er zusammenwirkt mit den Geistern des Mars, um die besonderen Modifikation dieses Volkes hervorzubringen. Jetzt werden Sie auch das Besondere einsehen, das den semitischen Volk und seiner Mission liegt. In einem gewissen, tiefen okkulten Sinn konnte der Schreiber der Bibel sagen, daß Jahve oder Jehovah dieses Volk zu seinem Volk gemacht habe, und wenn Sie jetzt das dazu nehmen, daß hier eine Zusammenwirken stattfindet mit den Marsgeistern, und daß die Marsgeister ihre Angriffe vorzugweise auf das Blut richten, dann werden sie auch begreifen, warum gerade die fortgehende Wirkung des Blutes von Geschlecht zu Geschlecht, von Generation zu Generation für das semitisch-hebräische Volk von ganz besonderer wichtigkeit ist….’enz (p. 118). Wij zien dus hier dat Steiner de oorspronkelijk nomadische traditie van het Joodse Volk, waarin familieverbanden essentieel waren (uit het Oude Testament blijkt dat meer dan eens) te wijten zijn aan de werking van de planeet Mars op de bloedbanden, zodat het bijna een fysiek anatomisch tintje krijgt.
Dan de Europeanen. ‘Wir haben noch weiter zu verfolgen, wie die Geister und Wesenheiten, die im Jupiter ihren Mittelpunkt haben, in dem Menschen kochen und brodeln. Diese wählen sich nun den Zweiten Angriffspunkt, um ummittelbar auf das nervensystem zu wirken, und zwar geht durch alles das, was die Sinne des Menschen sind, der eine Angriffpunkt; der andere Angriffspunkt, der das Nervensystem  zu wirken; und zwar geht durch alles das, was die Sinne des Menschen sind, der eine Angriffspunkt; der andere Angriffspunkt, der das Nervensystem hineinwirkt, geht auf dem Umwege durch das Atmungsystem in das Sonnengeflecht. Der Angriff, der  von dem Jupiter ausgeht, geht auf dem Umweg durch die Sinneseindrücke und strömt  von da auf die Teile des Nervensystems, die im Gehirn und Rückenmark zentriert sind. Da hinein fließen also bei denjenigen Rassen, die zur Jupiter-Menscheit gehören, jene Kräfte, die den Rassencharakter besonders ausprägen. Das ist bei den arischen, vorderasiatischen und europäischen Völkern, bei denen, die wir zu Kaukasiern rechnen, mehr oder weniger der Fall’ (p. 119). Drie pagina’s gaat het zo verder, een grote jubelzang op de Jupiterkrachten in de hersenen van het Kaukasische ras, waardoor het zo ‘wakker in het hoofd is’. ‘Das ist das Kollegium, das sich, unter der Führung eines noch Größeren, die Aufgabe gesetzt hat, die Geheimnisvollen Kräfte zu untersuchen, welche ausgebildet werden müssen für die Evolution der Menschheit, der Ausgangpunkt genommen worden ist von jenige Punkte, der ursprüngliche zusammenhängt mit der Jupiter-Kráften und in der erwähnten Landkarte der Erde voherbestimmt war’. (p.121)
Maar aan al het goede komt een eind en na de bloei volgt de neergang. Dit zien wij terug in een ander ras, aan de overkant van de Oceaan. ‘Auf das Drüsen-System endlich, nur auf dem Umweg durch alle Systeme, wirkt dasjenige, was wir bezeichnen können als die abnormen Geister der Form, die im Saturn ihren Mittelpunkt haben. Da haben wir allem, was die Saturnrasse zu bezeichnen haben, etwas zusuchen, was sozusagen zumsammenführt, zusammenschließt das, was wieder  der Abenddämmerung der Menscheit zuführt, deren Entwickelung in gewisser Weise zum Abschluß bringt, und zwar zu einem wirklichen Abschluß, zu einem Hinsterben. Wie sich das Wirken auf das Drüsensystem ausdrückt, sehen wir an der indianischen Rasse. Darauf beruht die Sterblichkeit derselben, ihr Verschwinden. Der Saturn-Einfluß wirkt durch alle anderen Systeme zuletzt auf das Drüsensystem ein. Das sondert aus die härtesten Teile des Menschen, und man kann daher sagen, daß dieses Hinsterben in einer Art Verknöcherung besteht, wie dies im Äußeren doch deutlich sich offenbart. Sehen Sie sich doch die Bilder den alten Indianer an, und Sie werden gleichsam mit Händen greifen können den geschilderten Vorgang, in dem Niedergang dieser Rasse. In einer solchen Rasse ist alles dasjenige gegenwärtig geworden, auf eine besondere Art gegenwärtig geworden, was in der Saturnentwicklung vorhanden war; dann aber hat es in sich selber zurückgezogen und hat den Menschen mit seinem harten Knochensystem allein gelassen, hat ihn zu Absterben gebracht’. (p. 122)
Bijna temerig gaat Steiner door over de ‘zwanenzang’ van het ‘rode ras’: ‘Was war für den Indianer das Größte? Es war, daß er noch ahnen konnte etwas vonder alte Größe und Herrlichkeit eines Zeitalters, welches in der alten Atlantische Zeit vorhanden war, wo noch wenig um sich gegriffen hatte die Rassespaltung, wo Menschen hinaufschauen konnten nach der Sonne und wahrzunehmen vermochten durch das Nebelmeer eindringenden Geister der Form. Durch ein Nebelmeer blickte der Atlantier hinauf zu dem, was sich für ihn nicht spaltete in eine Sechs-oder Siebenheit, sondern zusammenwirkte. Das, was zusammenwirkte von den sieben Geistern der Form, das nannte der Atlantier  den großen Geist, der in der alten Atlantis dem Menschen sich offenbarte. Dadurch hat er nicht mit aufgenommen das, was die Venus-, Merkur-, Mars- und Jupiter-Geister bewirkt haben im Osten. Durch dieses haben sie gebildet all die Kulturen, die in Europa in der Mitte des neunzehnten Jahrhunderts zur Blüte gebracht wurden. Das alles hat er, der Sohn der braune Rasse, nicht mitgemacht. Er hat festgehalten an dem großen Geist der unfernen Vergangenheit. Das, was die anderen gemacht haben, die unfernen Vergangenheit auch den großen Geist aufgenommen haben, das trat ihm vor Augen, als ihm ein Blatt papier mit vielen kleinen Zeichen, den Buchstaben, von welchen er nichts verstand, vorgelegt werden’. (p. 123). Direct hierna volgt de zg toespraak van een indiaans oppperhoofd,die Steiners visie op het ‘rode ras’ zou moeten bevestigen, al besproken in mijn vorige artikel.

figuur 2: afbeelding bij Anthrowiki; Rassen (http://wiki.anthroposophie.net/Rassen), Let op de bijgevoegde astrologische tekens. Beide modellen uit ‘De Volkszielen’ (het vierdelige leeftijdsfasemodel en het vijfdelige planetaire model) zijn hier geïntegreerd. Het feit dat iemand zo’n model heeft uitgewerkt en zeer recent op internet heeft gezet, met het doel de antroposofie uit te leggen, zegt denk ik wel genoeg.
 

Tot zover deze citatenreeks uit de Volkszielen. Nog even ter herinnering, volgens de van Baarda commissie waren er in het totale oeuvre van Steiner slechts zestien ernstig discriminerende uitspraken te vinden, waarvan er geen één uit ‘Die Mission einzelner Volksseelen’ afkomstig was. En vooral dat er geen sprake was van rassenleer. Concluderend kan er mijns inziens het volgende gesteld worden: Steiners rassenleer uit de Volkszielen is de bijna volmaakte synthese van:

1. Het Hermetische ‘zo boven zo beneden principe’ en het denken in analogieën (planeten, leeftijdsfases, etc.). Voor de indeling naar de leeftijdsfases nog eenmaal (in mijn vorige artikel al geciteerd): ‘Der Afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf. Das ist einfach ein Gesetzmäßigkeit. Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteilung’ (’Die Mission’, p. 80-81, zie figuur 1 en 2) en ‘Dann sehen wir später eine Herüberbewegung des Menschen nach der westlichen Richtung, und in der Verfolgung der rassebestimmende Kräfte nach Westen können wir dann das Absterben in den Indianen beobachten. Nach Westen mußte die Menschheit gehen, um als Rasse zu sterben’ (p. 81-82). Ik zou het overigens eerder een racistische aberratie van het Hermetisme willen noemen.

2. De recapitulatie-leer van Ernst Haeckel (1834-1919) waar Steiner diepgaand door beïnvloed was, zie ‘Waarheid en wetenschap’, maar ook de uitleg in het van Baarda rapport, p. 113-115 (de leeftijdsfases van de mens, zie hiervoor ook Poppelbaum). Haeckels nu algemeen verworpen theorie komt er op neer dat de menselijke foetus alle stadia van evolutie doormaakt tot de geboorte (ongewerveld dier, vis, reptiel, zoogdier, mens, zie afb. ). Steiner, die een enthousiast aanhanger van Haeckel was, trekt dan na de geboorte een parallel met de verschillende rassen (zwarte als kind, Aziaat als puber tot en met als meest rijpe fase, het Arische ras, waarna de degeneratie volgt met de Indianen, zie bovenstaand citaat). Overigens was de relatie met Haeckel een gecompliceerde. Ik verwijs hier naar een informatief artikel van de website Defending Steiner (ik doe niet alles af), waarin deze relatie gedetailleerd wordt uitgelegd. Ook komt daar de notie van Evolutie en Involutie ter sprake, waar ik later nog op terugkom. De invloed van Haeckel op Steiner blijkt overigens duidelijk uit deze tekening van Steiner uit 1907.

3. Plat negentiende eeuws racisme en arische superioriteitswaan, ingebouwd (gerationaliseerd zo je wilt) in bovendstaande modellen. Zie voor de Europese superioriteitsgedachte vanzelfsprekend Edward Saids notie van Oriëntalisme (westen = rationeel, oosten=irrationeel, westen=volwassen, oosten = kinderlijk, enz.), of het 19e eeuwse Amerikaanse Manifest Desteny (indiaanse ras is voorbestemd te verdwijnen voor de superieure westerse beschaving). Zijn vanzelfsprekend nog veel meer voorbeelden van te noemen. Ik zou het overigens ongekend progressieve maar toch zeer koloniale ‘Max Havelaar’ van onze eigen Multatuli kunnen noemen, tot en met de beschrijvingen van Alexis de Tocqueville, ook niet de minste, over de indianen uit 1831. Verschil is wel dat Steiners geschriften van veel recentere datum zijn. En Multatuli (bepleitte een krachtig Nederlands bestuur tov de corrupte Javaanse vorsten) en de Tocqueville (de indianen, met wie hij zeker begaan was, gingen ten onder aan een concurrentiestrijd met de blanke nieuwkomers), niet geheel vrij van koloniale smetjes, zijn vele malen progressiever dan Rudolf Steiner.

Wij hebben hier kennisgemaakt met het vijfledige (planetair) en het vierledige (naar leeftijdsfase) rassenmodel van Steiner. Wij zullen hierna zien dat er ook een drieledig model bestaat, gemodelleerd naar de indeling ‘hoofd’, ‘hart’ en ‘buik’, oftewel ‘dag’, ‘schemering’ en ‘nacht’.

‘Der Schwarze ist ein Egoist’ in ‘Farbe und Menschenrassen’; Steiner op zijn grofst

Ik wil hier nog een andere publicatie van Steiner behandelen, de uitgeschreven voordrachtencyclus ‘Vom Leben des Menschen und der Erde; über das Wesen des Christentums’ die hij in 1923 hield voor de arbeiders van de bouw van het Goetheanum in Dornach (dus dertien jaar na de Volkszielen). Deze cyclus is bijna net zo berucht geworden als de Volkszielen (veel aangehaald in zowel Jeurissen als Moerland, maar ook elders). Het gaat hierbij vooral om de derde lezing, ‘Farbe und Menschenrassen’, gehouden op 14 maart 1923. Hij hield deze voordracht twee jaar voor zijn dood op 30 maart 1925, toch van belang om op te merken, omdat er in antroposofische kring weleens gezegd wordt dat de late Steiner afstand had genomen van zijn eerdere rassentheorieën. Als dat zo is moet dat gebeurd zijn in die laatste twee jaar. Overigens wordt dit vaak beweerd, zonder een concrete literatuurverwijzing. Wie mij kan vertellen waar Steiner dat gedaan zou hebben (in de periode 1923-1925), aarzel niet en laat het mij weten. In 1923 was hij nog net zo’n racist als in 1910, zoniet erger, zoals we hier zullen zien.
Overigens zijn er uit deze lezing wel uitspraken door de van Baarda commissie als ernstig discriminerend aangemerkt (maar liefst vier van de zestien). Dit is een opmerkelijk verschil. Toegegeven, de toonzetting van ‘Farbe und Menschenrassen’ is aanmerkelijk ruwer dan die uit ‘de Volkszielen’. Zoals de commissie zelf zegt: ‘Deze lezingen, de zogenaamde arbeidersvoordrachten, zijn door hun stijl uniek in het verzamelde werk van Rudolf Steiner. Ze tonen het duidelijkst aan hoe hij bij zijn lezingen uitging van het referentiekader van zijn toehoorders. Het is om die reden onmogelijk er een enkele zin uit te citeren en die buiten de de context van de hele lezing te interpreteren’ (eindrapport, p. 380).
Goed, met andere woorden, een vorm van volksverheffing. Wat betreft de context en de lezing als geheel valt overigens zeker wat interessants te melden, maar dat is wel wat anders dan wat de commissie er van heeft gemaakt. Kom ik later op terug. Wat Steiner onder deze ‘volksverheffing’ verstond wordt meteen duidelijk. Na het ‘Gutemorgen’ brandt hij als volgt los: ‘Da kommt heute für uns zunächst dasjenige in Betracht, was am meisten interessant ist, nämlich die menschliche Farbe selber. Sie wissen ja, daß über die Erde hin die Menschen verschiedene Farben zeigen. Von den Europäern, zu denen wir gehören, sagt man, sie seien die weiße Rasse. Nun, sie wissen ja, eigentlich ist der Mensch in Europa nicht ganz gesund, wenn er käseweiß ist, sondern er ist gesund, wenn er seine naturfrische Farbe, die er im Innern selber erzeugt, durch das Weiße nach außen zeigt’. Hij vervolgt met: ‘Nun haben wir aber außer dieser europäischer Hautfarbe noch vier hauptsächliche andere Hautfarben. Und das wollen wir heute ein bißchen betrachten, weil man eigentlich die ganze Gesichte und das ganze soziale Leben, auch das heutige soziale Leben, nur versteht wenn man auf die Rasseneigentümlichkeiten der Menschen eingehen kann. Un dann kann man ja auch erst im richtigen Sinne alles Geistige verstehen, wenn man sich zuerst damit beschäftigt, wie dieses Geistige im Menschen gerade durch die Hautfarbe hindurch wirkt’ (p. 52).
Over dit laatste citaat is veel te doen geweest. Het is door alle critici van Steiner aangehaald, om het belang van zijn rassenleer te onderstrepen. De Commissie van Baarda ziet het overigens als een ‘typische overdrijving’, die Steiner wel vaker toepaste als hij op een specifiek onderwerp inging. In dit geval de rassen dus, dus zou dat ook op dat moment van wezenlijk belang zijn. Ik wil dit in het midden laten. Wat ik hier interessanter vind is dat Steiner spreekt van ‘das heutige soziale Leben’. In veel vertalingen, of verkorte weergaves van deze passage is dit vaak weggevallen, maar dit lijkt mij cruciaal. Hij zegt namelijk hetzelfde in de Volkszielen ‘Diese Linie besteht auch für unsere Zeit’ (p. 81).  ‘Unsere Zeit’ of ‘das heutige soziale Leben’, Steiner bespreekt de contemporaine situatie en dus niet een ver verleden. Veel antroposofen van nu (heb ik ook laten zien in ‘Geloof in Kabouters…’) beweren namelijk dat alle kwalificaties voor mensenrassen over een ver verleden zouden gaan (zullen we ook later terugzien bij Geuljans en van Manen). Dat blijkt dus wederom niet het geval. Bernd Hansen van de Junge Antroposophen in Duitsland heeft dit argument overigens ook al eens overtuigend weerlegd. Hansen: ‘Die oft betonte Aussage Rudolf Steiners ‘Rassen haben ab jetzt keine Bedeutung mehr oder verlieren an Bedeutung’ wird durch den Satz ‘Die weisse Rasse ist die zukünfige, die am Geiste schaffende Rasse’ relativiert. Auch stehen die pauschalen, öfter herablassenden und teilweise unbegreiflichen Äusserungen über Japaner, Franzosen, Malaien, Schwarze und Indianer im Widerspruch zu dieser Äusserung’ (geciteerd uit Jan Willem de Groot).
Verder is deze voordracht wat betreft racistische kwalificaties regelrecht grof te noemen, uitzonderlijk grof voor Steiners doen. De Volkszielen is gematigder getoonzet, maar ook veel geraffineerder. Dit is een opeenstapeling van lompe kwalificaties. Ik zal er een paar uitlichten, waarvan sommige zijn gekwalificeerd als ernstig discriminerend maar sommigen gek genoeg niet, terwijl die soms nog ernstiger zijn. Dat laatste is buitengewoon vreemd; het gaat hier om een korte voordracht (slechts zestien pagina’s in pocket uitgave), dus ik kan me niet voorstellen dat die niet gesignaleerd zijn. Een paar zijn overigens wel gesignaleerd (staan ook in het rapport vermeld), maar de selectie van de commissie van welke wel en welke niet discriminerend zijn, vind ik wel wat vreemd en wellicht willekeurig.
Een paar voorbeelden: ’Zu Asien gehört die gelbe Rasse, die Mongolen, die Mongolische Rasse, und zu Europa gehört die Weiße Rasse oder die kaukasische Rasse, und zu Afrika die schwarze Rasse oder die Negerrasse. Die Negerrase gehört nicht zu Europa, und es ist natürlich nur ein Unfug, daß sie jetzt in Europa eine so große Rolle spielt. Diese Rassen sind gewissermaßen in diesen drei Erdteilen heimisch’ (Vom Leben des Menschen, p. 53, van Baarda rapport 380). Dit citaat heeft de commissie in de eerste categorie geplaatst als ernstig discriminerend, al wordt er wel een heel bijzonder argument ter verdediging van Steiner aangevoerd. De commissie stelt dat het hier wellicht gaat over de invloed van ‘zwarten’, ‘negers’ zo je wilt, op de amusementscultuur, zoals bijvoorbeeld de jazz. En Steiner hield niet van jazz, net als de grote filosoof en muziektheoreticus Theodor Adorno van de Franfurter Schule. De commissie verwijst naar Adorno’s essay ‘Über jazz’ ter verdediging van Steiner. Nu kun je lang over Adorno´s opvattingen over jazz praten (mijns inziens was deze grote filosoof wat dat betreft enigszins conservatief, of zelfs reactionair en bekrompen, zeg ik als jazzliefhebber, overigens hier niet echt relevant) het gaat hier vooral om zijn positie ten aanzien van het ‘Hight Art-Low Culture debat’ veelal aangeroerd door de Canadese socioloog en cultuurwetenschapper Thomas Crow (overigens pas jaren later), die een tegengestelde positie ten opzichte van Adorno inneemt en Adorno in deze aanvecht. Maar ook dit heeft niets te maken met huidskleur. Later zal ik Adorno nog een keer ter sprake brengen, overigens ten nadele van de antroposofie, bij de bespreking van Maarten Ploegers bijdrage aan het debat.
Overigens, als de commissie constant klaagt over misbruik en uit de context halen, laat ze dan het goede voorbeeld geven en geen denkers als Edward Said en Theodor Adorno voor de kar van ‘hoe redden we de antroposofie’ spannen. Afgaande op mijn eigen bescheiden kennis en inzichten, durf ik de stelling wel aan dat beide denkers zich bij leven hier niet gelukkig bij hadden gevoeld.
Interessanter is overigens om naar een ander citaat van Steiner te kijken, iets verderop. Deze werd niet als ernstig discriminerend aangemerkt, bijzonder vreemd want deze is nog een beetje ernstiger. Steiner: ‘Und weil er eigentlich das Sonnige, Licht und Wärme, da an der Körperoberfläche in seiner Haut hat, geht sein ganzer Stoffwechsel so vor sich, wie wenn in seinem Innern von der Sonne selber gekocht würde. Daher kommt sein Triebleben. Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn (..) Der Neger hat nicht nur dieses Kochen in seinem Organismus, sondern er hat auch noch ein furchtbar schlaues und aufmerksames Auge. Er guckt schlau und sehr aufmerksam’ (p. 55). Deze lijkt me iets ernstiger dan de vorige uitspraak. Waarom deze uitspraak niet in de eerste categorie, Commissie van Baarda? Het laat ook meteen iets interessants zien. Je zou deze uitspraak bijna op de uitspraken over het ‘zwarte ras’ uit de Volkszielen kunnen leggen. Conclusie er is sprake van een sterke continuïteit, oftewel dit is geen uitglijder. Tussen de Volkszielen en deze voordracht zit immers dertien jaar. Tweede conclusie, er is inderdaad sprake van rassenleer.
Ook uit andere passages blijkt de continuïteit met de Volkszielen. Alleen gaat het er hier wat ruiger aan toe. Zo vergelijkt Steiner ‘negers’ met ‘steenkool’, want ‘Wenn er nun eine Zeitlang in der Erde geblieben ist, was wird er? Schwarze Kohle! Schwarz wird er, weil er, als ein Baum war, Licht und Wärme in sich aufgenommen hat’ (p. 54). En negers nemen ook licht en warmte op, dat hebben we eerder gezien.
Iets verder staat: ‘Gehen wir jetzt vom Schwarzen zum Gelben herüber. Beim Gelben-das ist schon verwandt mit dem Roten-ist es so, daß das Licht etwas zurückgeworfen wird, viel aber aufgenommen wird. Also da ist es schon so, daß der Mensch mehr Licht zurückwirft als beim Schwarzen. Der Swarze ist ein Egoist, der nehmt alles Licht und Wärme auf’ (p. 56). Steiner had er zin in. Waarom heeft niemand eerder deze eruit gelicht? Dit is pas echt een oneliner. Wat heeft de commissie van Baarda hierop te melden? Eerst ‘De formuleringen van Steiner wekken wel enige bevreemding op’. Dat lijkt mij ook, maar dan: ‘Door fysiologisch onderzoek zou kunnen worden nagegaan of ook op materieel gebied zulke verbindingen te leggen zijn, maar dat valt buiten het kader van dit rapport’ (p. 384). Weet niet of ik zo’n onderzoek wel zo verstandig zou vinden, laten we het daar maar bij houden. Als het een antroposofisch initiatief zou zijn en je zou met deze motivatie van Steiner komen heb je pas echt een rel, lijkt mij tenminste.
Steiner vervolgt: ’Der Gelbe, von der mongolischen Bevölkerung, der gibt schon etwas Licht zurück, aber er nimmt auch viel Licht auf. Er begnügt sich mit weniger Licht, das kann nun nicht im ganzen Stoffwechsel arbeiten. Da muß der Stoffwechsel schon auf seine eigene Kraft angewiesen sein. Das arbeitet nämlich in der Atmung und in der Blutzirkulation. Also beim Gelben, beim Japaner, beim Chinesen, da arbeitet das Licht und die Wärme hauptsächlich in der Atmung und der Blutzirkulation. Wenn Sie je einem Japaner begegnet sind, so werden Sie bemerkt haben, wie dr auf seine Atmung achtet. Wenn er mit Ihnen redet, hält er sich immer zurück, daß die Atmung so recht in Ordnung ist. Er hat ein gewisses wohlgefühl an die Atmung (…) Der Neger ist viel mehr auf Rennen und auf die äußere Bewegung aus, die von dem Trieben beherrscht ist. Der Asiate, der Gelbe, der entwickelt mehr ein innerliches Traumleben, daher ganze asiatische Zivilisation dieses Träumerische hat. Also ist er nicht mehr so in sich bloß lebend, sondern er nimmt schon vom Weltenall etwas auf. Un daher kommt es, daß die Asiaten so wunderschöne Dichtungen über das ganze Weltenall haben. Der Neger hat das nicht’ (p. 57).
Ik denk niet dat dit is recht te praten, met wat voor kunst en vliegwerk dan ook. Dit is puur racisme, oftewel rassenleer in de meest elementaire vorm. Ook dat verhaal van de ademhaling bij de Aziaten hebben we al gezien bij de Volkszielen, dus wederom een sterke continuïteit. Op deze manier gaat het door tot het eind.
Goed, de Europeanen dan. Wat heeft Steiner daar over te melden? ‘Nun, meine Herren, betrachten wir uns selber in Europa. Wir sind in der Tat dem Weltenall gegenüber eine weiße Rasse, den wir werfen alles äußere Licht zurück. Wir werfen alles äußere Licht und im Grunde genommen auch alle Wärme zurück’. Dus de Europeaan geeft en de Afrikaan neemt. Interessante theorie, zeker in Steiners tijd, toen het kolonialisme op zijn hoogtepunt was.
Maar goed, Steiner stelt dat wat de Afrikanen met hun ‘Triebleben’ hebben en de Aziaten met hun ‘Traumleben’ heeft de Europeaan met zijn ‘Denkleben’, gezeteld in zijn ‘Vorderhirn’ (schematisch uitgetekend op p. 56, waar ook is weergegeven dat de zwarten meer hun ‘Hinterhirn’ hebben ontwikkeld en de Aziaten hun ‘Mittelhirn’, zie afb. hieronder). Steiner resumeert: ‘Dadurch aber stellt sich das Folgende heraus: Der mit dem Hintergehirn, der hat vorzugweise das Triebleben, das Instinktleben. Der da mit der Mittelgehirn hat das Gefühlsleben, das inder Brust sitzt. Und wir Europäer, wir armen Europäer haben das Denkleben, das im Kopf sitzt. Dadurch fühlen wir gewissermaßen unseren inneren Menschen gar nicht’ (p. 58).

figuur 3: afbeelding uit Vom Leben des Menschen und der Erde, ‘Farbe und Menschenrasse’, ‘Tafel 6’, p. 56. (bron  http://wiki.anthroposophie.net/Rassen )

fig. 4: tekening van Juliette Oprinsen bij de periode ‘Rassenkunde’ op de Vrije School ‘de Berkel’, in Zutphen, later de omslagillustratie van de brochure van Toos Jeurissen. Hoewel deze tekening al vaak is vertoond, is nu de achterliggende idee duidelijk geworden. De inspiratie ligt onmiskenbaar in Steiners ideeën zoals hij die in ‘Vom Leben des Menschen’ uiteen heeft gezet, gebaeerd op de rassentheorie van Carl Gustav Carus. Hoewel deze stelling van Jan Willem de Groot sterk in twijfel is getrokken door de Nederlandse antroposofen Hugo Verbrugh en Arnold Sandhaus en later ook in het van Baarda rapport, is dit ook de mening van Jana Husman-Kastein en naar ik begrepen heb ook die van Helmut Zander (kom ik later op terug). Wat toch in het nadeel van deze antroposofen spreekt (Verbrugh en Sandhaus) is dat zij uitsluitend naar Steiner zelf kijken en daarbij het idee uit het oog verliezen dat Steiner ook ideeën zou kunnen hebben overgenomen van tijdgenoten.  (bron: http://www.stelling.nl/simpos/antro1.htm).

Sprake van rassenleer

Laten we dus vaststellen dat er wel degelijk sprake is van rassenleer en wel volgens een zeer doordacht en consequent model, al zijn de grondslagen van dat model regelrecht absurd te noemen volgens iedere ‘normale’ logica. Fysionomie, astrologie, geografie en huidskleur, alles samengebracht tot een geheel. Hoe ‘mooi’ de theorie ook in elkaar lijkt te zitten, deze manier van redeneren staat haaks op iedere vorm van academisch of filosofisch redeneren in de wetenschappelijke traditie, zoals die sinds Descartes gebruikelijk is. Dit plaatst de antroposofie ook buiten de wetenschap, hoezeer er in antroposofische kring wordt gesproken van ‘wetenschap’. Correcter is het om te zeggen dat het om een geloof gaat, al wil ik mij hier niet uitspreken over de mogelijkheid tot schouwen in de Hogere Werelden, zoals Rudolf Steiner zijn ‘Geesteswetenschap’ heeft omschreven (vooral Steiners ‘Wetenschap van de Geheimen der Ziel’ is op dit gebied zeer onthullend). Het gaat mij er hier overigens niet om, om een uitgebreide beschouwing te houden over wat wetenschap is en wat niet (dat is filosofisch nogal complex en voert dus wat ver), maar ik denk dat de vaststelling dat de antroposofie vooral een ‘geloof’ is en geen ‘wetenschap’ hier volstaat. In de woorden van Jan Willem de Groot:

“De antroposofie presenteert zich graag als een ‘wetenschap’. Zij meent dat haar uitspraken over ‘kosmische wetmatigheden’ en de invloed van deze ‘wetten’ op het functioneren van hele volken en culturen een objectieve basis hebben. De antroposofen zelf spreken hier van een specifieke antroposofische ‘geesteswetenschap’, een methode, waarmee objectief inzicht in de (bovenzinnelijke) ‘geesteswereld’ zou kunnen worden verkregen (voor antroposofen een vaststaand gegeven). Op deze wijze zou ook het metafysische lot van volken en rassen ‘objectief’ kunnen worden bepaald. De pretentie van de antroposofie een ‘wetenschap’ te zijn, is natuurlijk onzinnig. De grandioze kosmologische veronderstellingen van de antroposofie over de ontwikkeling van de mensheid in de richting van een ‘hogere’ bestemming (het teleologische aspect van de antroposofie) en de rol van de verschillende rassen daarin kunnen op geen enkele wijze worden geverifieerd of gefalsifieerd. De antroposofie is een typisch voorbeeld van een speculatieve metafysica en daarmee een geloof”.

Beter zou ik het niet kunnen formuleren. Overigens heb ik hier wel wat aan toe te voegen. De algemene generalisaties en de welhaast monolithische voorstellingen van niet alleen ‘rassen’ maar ook ‘culturen’ zijn een gruwel voor iedereen die vandaag de dag een beetje geschoold is in een historische of cultuurwetenschap. Ook in de culturele antropologie is dit soort etnocentrisch, laat staan racistisch denken (want dat is het) terecht volstrekt uit den boze. De hele theorie van de rassen, maar ook de cultuurperiodes kan wat mij betreft afgedaan worden als negentiende eeuwse eurocentrische rassenwaan, maar helaas tot op de dag van vandaag wordt het binnen sommige antroposofische kringen verkocht en beleden als een diepe mystieke en essentiële waarheid.
Toen dit voor mij duidelijk was geworden heb ik het onderwerp een tijd lang laten liggen. Voor mij was het langzamerhand wel klaar. Dat veranderde toen ik op internet (min of meer toevallig) het Belgische internet tijdschrift ‘de Brug’ ontdekte. De opvattingen die daar geventileerd werden waren wat mij betreft zo extreem (ik herkende het in eerste instantie ook nauwelijks als antroposofie, gezien de Holocaustontkenningen in diverse artikelen. Leek meer op neo-fascisme) dat ik in ieder geval er meer van wilde weten en er desnoods iets mee wilde doen. Toen ik uiteindelijk ‘Die Mission einzelner Volksseelen’ in handen heb gekregen en Steiners woorden in de oorspronkelijke taal kon bestuderen, viel alles op zijn plaats. Natuurlijk, het soms duistere, wollige en archaïsche taalgebruik van Steiner en de niet al te rabiate toon van de meerderheid van de vooraanstaande Nederlandse antroposofen vielen in het niet bij de soms drieste scheldkanonnades van de Brug, maar de inhoudelijke overeenkomsten waren er zeker. Vandaar dat ik uiteindelijk in de pen ben geklommen (de directe aanleiding was een platform voor oud-vrije schoolleerlingen op hyves, waar iemand zei eigenlijk geen idee te hebben wat de antroposofie als levensfilosofie inhoudt, terwijl ze  onder en bovenbouw had gedaan. Overigens begrijpelijk, want een vak antroposofische levensbeschouwing krijg je niet, dat komt pas op de Vrije Hoge School).
De reacties op mijn stuk zijn wisselend geweest. Vanuit de sfeer van bekenden waren die meestal positief, ook als mensen, veelal in beperkte mate, zich verwant voelden aan de antroposofie. Een enkeling reageerde met ongeloof en zelfs afwijzing en een ander (overigens een groot kenner van het werk van Steiner en Blavatsky, wiens mening ik zeer hoog acht, maar niet gelieerd aan de antroposofische vereniging of een soortgelijk georganiseerd verband) was het niet eens met mijn uitleg van de wortelrassen, vooral het verband dat ik legde Steiners theorieën over de bestaande mensenrassen in de Volkszielen. Op grond van de literatuur (‘de Akasha Kroniek’ en Blavatsky’s ‘De Geheime Leer’) ben ik tot een andere conclusie gekomen. We zijn het voorlopig oneens maar moeten hier wellicht een keer over van gedachten wisselen.

Heikele Kwesties

Een zeer negatieve maar uitvoerige reactie heb ik gekregen van Paul Heldens, onder meer docent aan de Rudolf Steiner Academie in Gent. Aanvankelijk aarzelde ik een beetje of ik het moest noemen, want hij heeft zijn tegenartikel na twee dagen weer ingetrokken, wegens de negatieve reacties die hij ontving, ook van antroposofische zijde. Toch heeft hij zijn stuk op de site van Antrovista geplaatst (een grote Nederlandse antroposofische website), met een duidelijke en zelfs ronkende banner op de homepage met de titel ‘Heikele kwesties; zeven jaar  9/11′. Hij hekelde daarin vooral Michel Gastkemper, voormalig redacteur van ‘Motief”, het blad van de Antroposofische Vereniging in Nederland, en mede redacteur van een project voor de nieuwe Rudolf Steiner vertalingen (is overigens een ander project dan de Pentagon vertalingen, die ik in mijn vorige stuk sterk heb bekritiseerd), die een welwillende bespreking van mijn stuk had geschreven op zijn blog, overigens in het midden latend of ik gelijk had of niet. Heldens: ‘Als dan ook nog een goudeerlijke oud-vrijeschoolleerling luisterend naar de naam Floris, maar die niets heeft met Blanchefleur, Rudolf Steiner en zijn leerlingen voor racistische idioten uitmaakt en een van die ‘idioten’ daar welwillend zijn oren naar laat hangen, krijg ik ondanks al mijn goede voornemens om vanwege een RSI niet meer te schrijven, hevige jeuk. Drie heikele thema’s binnen één week kan zelfs een zachtmoedig mens teveel worden. Tijd om even op het toetsenbord mijn jeuk weg te krabben. Die RSI loopt toch niet weg, die komt vanzelf wel terug’.
Tot mij zelf heeft hij zich niet direct gericht, al is zijn verhaal voor het grootste deel een aanval op mijn artikel. Ik heb wel en poging ondernomen om direct met hem te communiceren maar daar wilde hij niet op ingaan (hij reageerde slechts op Michel Gastkemper en had het daarbij vooral ‘over mij’, maar hij weigerde mij te woord te staan).  Na een paar dagen heeft hij zijn tekst verwijderd met de volgende boodschap: Naar aanleiding van zeven jaar “9/11″ heb ik enkele dagen geleden een artikel gepubliceerd over “heikele kwesties”. De reacties hierop waren zodanig, dat mijn artikel contraproductief heeft uitgepakt. Daarom heb ik de webmaster gevraagd het artikel van de site te verwijderen. Ik wens de heren Michel Gastkemper en Floris Schreve van harte succes met de voortzetting van hun weblog’.
Ik wil niet op alle details van zijn tekst ingaan, al heb ik de volledige tekst wel bewaard. Hij heeft hem niet voor niets teruggetrokken, dus het lijkt me dan ook niet zo zinvol en wellicht ook niet helemaal fair om hem volledig van repliek te bedienen (al vroeg zijn verhaal er wel om). Toch zijn er allerlei flarden van zijn verhaal op internet bewaard gebleven, veelal in weblogs van anderen, die hem hebben geciteerd en vervolgens bekritiseerd. Ik heb al deze fragmenten als reactie onder de tekst van mijn oorspronkelijke artikel geplakt, dus daar zijn ze nog te lezen (het was oorspronkelijk een verhaal van acht pagina’s, maar de stukken met kritiek op mij zijn ook elders in zijn geheel bewaard gebleven, dus dat gedeelte is compleet). Ik denk dat ik op wat ervan over is gebleven wel een reactie kan geven, dat lijkt me niet ongepast. Bovendien betrof zijn kritiek vooral mijn verhaal, dus het lijkt me dat ik gerechtigd ben om iets terug te zeggen.
Wat in dit verband zeker interessant is, is dat hij mij een heleboel literatuur van antroposofische zijde heeft aangeraden (die ik zou hebben ‘verzuimd’ te raadplegen). Heldens, in een elders (op de weblog van Michel Gastkemper nog bewaard gebleven fragment):

“Op zaterdag 6 september 2008 bracht Michiel Gastkemper op zijn weblog het verhaal van een 35-jarige oud-vrijeschoolleerling en kunsthistoricus, die door zelfstandig onderzoek tot de kloeke conclusie is gekomen dat de antroposofie racistisch en sektarisch is. Punt uit. Gastkemper is duidelijk ingenomen met Felix Schreve, want zo heet de persoon in kwestie. En ik lees graag de informatieve en goed geschreven weblog van Michiel Gastkemper. Maar ook het beste paard laat wel eens een vijg vallen, nietwaar?
“Volkomen integer” en “eerlijk onderzoekend en afwegend” noemt Gastkemper het lange stuk van Schreve met de al even lange titel: “Geloof in kabouters, Atlantis, Volkszielen en Wortelrassen en pas op voor Dark Lord Ahriman, zwart-magische constructies, de Luciferi-sche Verleiding, overkokende kliersystemen en de ‘Finsteren Saturn’; Rudolf Steiner en de antroposofie”.
Nieuwsgierig geworden, heb ik mij de moeite getroost – zo mag ik dat wel noemen – om dat onderzoeksverhaal over antroposofie helemaal uit te lezen. Afgaand op de titel dacht ik eerst nog dat het om een hilarische column ging, maar dat bleek niet het geval. Zo ‘open minded’ Floris Schreve is als het gaat om allerlei interessante vormen van kunst over de hele wereld – zijn website is een kleine goudmijn op dit terrein -, zo kleingeestig wordt hij als het gaat om antroposofie. Een veel voorkomend verschijnsel; een mens zit vol tegenstrijdigheden.
Schrijvers van het Belgische tijdschrift voor antroposofie, De Brug, blijken in de ogen van Floris lachwekkend domme Belgen te zijn. Op grond van passages in de zogeheten volkeren-cyclus wordt Steiner door hem ontmaskerd als een overtuigd racist. Niks ‘slip of the tongue’, niks koloniale tijdgeest van destijds of andere slappe excuses. Geen wonder dat veel antroposofen zich tegenwoordig geen raad meer met Steiner weten, meent hij. De naar zijn mening halfslachtige benadering in de eindrapportage van de z.g. Commissie van Baarda, ziet hij als een voorbeeld van die verlegenheid.
Michiel Gastkemper is duidelijk gecharmeerd van de fermheid van Schreve’s denkwijze. Het is sowieso overal ‘recht voor je raap’ wat de klok slaat. De nuance zoeken, ‘that’s just boring man!’ Maar als een kwieke jonge hond mij tegen de broek aanpiest, ben ik toch niet zo charmant om te zeggen ‘dank u wel, ga gerust uw gang!’ Ik ben in zo’n geval meer van “hee joh, doe effe normaal zeg!’
Floris Schreve noemt zichzelf “agnost/atheïst”. Ieder zijn meug natuurlijk, maar die overtuiging valt moeilijk te rijmen met onbevangenheid als het om ‘bijgeloof in iets bovennatuurlijks’ gaat. Zijn lange tirade tegen de antroposofie is dan ook geheel in de stijl van Simpos, die linkse bikkels van de harde actie tegen discriminatie, fascisme en racisme. Simpos staat voor “Stichting Informatie over Maatschappelijke Problemen rond Occulte Stromingen”. Samen met de wat chiquere academici van de Stichting Skepsis vormen zij de ‘ghostbusters’ van elke New-Agestroming die door middel van slimme indoctrinatie onschuldige burgers van hun gezonde verstand berooft. De antroposofie valt vanzelfsprekend ook onder die kwalificatie. Wat de Vereniging tegen de Kwakzalverij is op het gebied van de gezondheidszorg, zijn Simpos en Skepsis op het gebied van de levensbeschouwing.
‘Floris Schreve blijkt zich erg thuis te voelen bij de geschriften van Toos Jeurissen, Bram Moerland en Simposman Jan Willem de Groot. Tegen het eind van zijn stuk bedankt hij Bram Moerland en de weduwe van August de Roode vriendelijk “voor het aanleveren van hun materiaal”.
Wijlen August de Roode was vader van een kind op de Vrije School Meppel medio jaren tachtig. Hij stuitte meer of minder toevallig op passages in het werk van Rudolf Steiner die hij erg discriminerend vond. Hij eiste van de schoolleiding opheldering. Dat liep in 1985 uit op een vreselijke rel en August de Roode nam zijn kind van school. Inmiddels had hij zijn licht opgestoken bij ‘pacifist’ Gjalt Zondergeld, die hem volledig inwijdde in de geheime fascistische trekjes van Steiner en zijn aanhangers. August de Roode werd in 1986 samen met Evert van der Tuin en Gjalt Zondergeld auteur van het boekje: “Antroposofisch racisme. Als de blonden uitsterven zouden de mensen steeds dommer worden”. Aangezien mijnheer de Roode bij leven een ‘donkergekleurde medemens uit Suriname’ was, betekende alleen al zijn medewerking aan die publicatie een luide aanklacht tegen Steiner die ieder normaal denkend mens moest overtuigen. De kunst van propaganda maken verstonden Gjalt Zondergeld en ook Bram Moerland altijd uitstekend. In dit opzicht hebben zij in 1995 ook Toos Jeurissen – een pseudoniem overigens – doeltreffend geadviseerd.
‘Antroposofisch racisme’, dat is naar mijn mening een contradictie in terminis. Precies dat feit maakt de hele kwestie zo heikel. Er staan in Steiners werk immers passages die nu vanzelfsprekend heel anders beleefd worden dan in de tijd, dat deze werden uitgesproken. Floris Schreve meent echter – en hij is bepaald niet de enige – dat antroposofie identiek is met racisme.
Floris Schreve schijnt niet bekend te zijn met of niet geïnteresseerd te zijn in de artikelen van bijvoorbeeld Fred Beekers, Mark Bischot, Mouringh Boeke, Dieter Brül, Edith de Clerq Zubli, Stephan Geuljans, Walter Heijder, Hans Peter van Manen, Maarten Ploeger, Arnold Sandhaus en Wim Veltman, waarin de feitelijke onjuistheden en de tendentieuze interpretatie van de gewraakte teksten van Rudolf Steiner worden belicht, die bij Toos Jeurissen, Bram Moerland, Gjalt Zondergeld e.a. schering en inslag zijn. Halve waarheden zijn verwoestender dan kloeke leugens. Dieter Brüll karakteriseerde deze geestesstroming daarom treffend als “de nieuwe reactionairen”.

Een viertal correcties op de beweringen van Floris Schreve wil ik de lezer niet onthouden.

Wat de kritiek van Schreve op “De volkzielen” betreft, vind ik het artikel van Hans Peter van Manen: “Rudolf Steiners visie op volken en rassen” in de bundel “Antroposofie ter discussie” nog altijd zeer ‘to the point’. Niettemin schijnt die bundel in antroposofische kringen inmiddels als hopeloos gedateerd te worden beschouwd. Maar elk nadeel heeft z’n voordeel: in de ‘ramsj’ zijn nog enkele exemplaren te koop.
Wat het vaak bekritiseerde citaat betreft, waarin Steiner spreekt over de invloed van ervaringen van de moeder tijdens de zwangerschap op het embryo, waarbij hij als voorbeeld het lezen van destijds in de mode zijnde ‘negerromans’ noemde, zie Lorenzo Ravagli: “Negerromane – was meinte Steiner wirklich?“. Der Europäer, jrg. 5, nr. 5, pag. 19-21, maart 2001.
Over de eindeloos herhaalde zogenaamde antisemitische uitlating van Steiner uit 1888 schreef Boris Bernstein in het tijdschrift Der Europäer recent een verhelderend artikel met de titel: “Apropos 44: Wie gegen Rudolf Steiner agitiert wird“. De uitgever van het tijdschrift, Perseus Verlag te Bazel, bracht dit jaar een herdruk uit van de boeiende studie van Karl Heyer: “Wie man gegen Rudolf Steiner kämpft“.
En wat het vermeende ‘jatten’ van Steiner bij andere, eeuwenoude geestesstromingen betreft, leze men het slot van de Voorwoorden van juni 1913 en januari 1925 in Steiners boek “De wetenschap van de geheimen der ziel
Tot slot de hamvraag: welke vitale samenhang bestaat er tussen “De volkszielen” van Rudolf Steiner en de preventie van (staats)terrorisme? Als een epidemisch verschijnsel zie je op de Balkan, in Irak en in de Kaukasus immers niet langer meerdere volken, culturen en godsdiensten samenleven binnen één staatsvorm, maar elke etnisch-religieuze groep zijn eigen ministaatje opeisten in naam van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren. Het zionistische Israël, dat het nagenoeg onoplosbaar geworden Palestijnenvraagstuk voortbracht en daardoor aan de wieg stond van het Arabisch terrorisme, lijkt het prototype te zijn geworden voor een nieuw verdeel-en-heers-systeem, dat door George Bush senior op 11 september 1990 in de aanloop naar de z.g. Golfoorlog in 1991 in een rede voor het Amerikaanse Congres en de Senaat te samen, The New Order werd genoemd. Niet het zelfbeschikkingsrecht van het menselijke individu, maar het misleidende ‘zelfbeschikkingsrecht der volkeren’ vormt de grondslag van die nieuwe wereldorde, die op zijn beurt de basis heeft gelegd voor de ‘botsende beschavingen’. Een gewaarschuwd mens telt voor twee!” (zie hier de literatuurverwijzingen van Paul Heldens)

Tot zover Paul Heldens. Op het bovenstaande heb ik wel wat aan te merken, los van dat Felix Schreve mijn neefje van een jaar oud is. Het gaat hier echt om Floris Schreve. Er is een ding waarmee ik het roerend eens ben met Paul Heldens. Dat is dat het zelfbeschikkingsrecht van het individu ten principale voorop staat. Ben ik persoonlijk een groot voorstander van, al heb ik mijn twijfels of de antroposofie de weg is om die te realiseren. Maar dat is mijn ‘meug’.  En we hebben nu eenmaal te maken met volkerenrecht (toch handig om uiteindelijk het Midden Oosten probleem op te lossen), maar goed het gaat er nu niet om wat de beste weg naar de wereldvrede is.
Nu de kanttekeningen: Het citaat van de negerromans en de zwangere vrouwen heb ik inderdaad niet zelf gevonden bij Steiner. Wel is dit een van de weinige uitspraken van Steiner die door het van Baarda rapport is gekwalificeerd als ‘ernstig discriminerend’. Het gaat om het volgende citaat: ‘Aber wir haben ja sogar schon diesen Negerroman. Er ist urlangweilig, greulich langweilig, aber die Leute verschlingen ihn. (…) Da entsteht durch rein geistiges Lesen von Negerromanen eine ganze Anzahl von Kindern in Europa, die ganz grau sind, Mulattenhaare haben werden, die mulattenähnlich aussehen werden’. Ik heb dit teruggevonden in het artikel waar Paul Heldens naar verwijst, te lezen op http://www.perseus.ch/PDF-Dateien/batuala.pdf
Het oordeel van de Commissie van Baarda  luidde overigens: ‘Bezwaarlijk is Steiners opmerking dat blanke zwangere vrouwen mulattenkinderen zouden krijgen indien zij een ‘negerroman’ zouden lezen. Bovendien wordt de indruk gewekt dat het krijgen van een mulattenkind iets ergs is. Het is een verkeerd gekozen voorbeeld, in de context van een betoog over gevoelsbelevingen van de moeder tijdens de zwangerschap op de ongeboren vrucht. Het voorbeeld is zeer beledigend voor zwarten’ ( Eindrapport onderzoekscommissie p. 688). Hier wordt dus in antroposofische kring kennelijk verschillend over gedacht. Ook Thomas Höfer, van de wat meer progressieve lichting der antroposofen in Duitsland, noemt dit citaat en verwerpt het. Höfer: ‘Indianen stierven aan hun eigen natuur, vrouwen baarden door het lezen van negerrromans mulattenkinderen, de Franse taal is een leugentaal: Met het oog op deze en andere uitspraken kan men moeilijk ontkennen dat Steiners kennis van zwarten, Indianen en anderen, zelfs voor de toenmalige tijd, mild uitgedrukt niet bijzonder vooruitstrevend was’ (Jeurissen, p. 12, geciteerd uit ‘Flensburger Hefte’, no 41).
Maar heeft meneer Heldens gelezen wat ik over dit citaat heb geschreven? In ‘Geloof in kabouters…’: ‘De enige twee in opspraak geraakte Steinercitaten dat ik als uitglijders kan zien, dat wil zeggen, niet kan inpassen in zijn totaalvisie zijn: ‘Ik ben er persoonlijk van overtuigd, dat als we nog een paar negerromans te verwerken krijgen, en we geven die negerromans in de eerste tijd van de zwangerschap aan zwangere vrouwen te lezen, dan hoeven er helemaal geen zwarten meer naar Europa te komen om voor mulatten te zorgen – dan ontstaat puur door het geestelijk lezen van die negerromans een groot aantal kinderen in Europa die helemaal grijs zijn, mulattenhaar hebben, die er als mulatten uit zullen zien!’ (uit een lezing in Dornach uit 1922) en ‘Het Jodendom heeft zichzelf al lang overleefd, heeft geen rechtvaardiging binnen het moderne leven der volkeren, en dat is een fout van de wereldgeschiedenis, waarvan de gevolgen niet kunnen uitblijven. We bedoelden hier niet alleen de vormen van de joodse religie, maar vooral ook de geest van het Jodendom, de joodse manier van denken’ (bespreking van Baarda rapport p. 693-697). Nogmaals, wat betreft antisemitisme bij Steiner lopen de meningen uiteen (zie hierover dit Zwitserse artikel http://www.cjp.ch/artikel/anthroposophie.htm. Zie ook dit artikel over de kwestie in het Zwitserse Solothurn http://www.welt.de/welt_print/article1411569/Wie_antisemitisch_war_Rudolf_Steiner.html)’. Met de laatste opmerking is ook het door meneer Heldens aangezwengelde punt van dat ik Steiner van antisemitisme beticht afgehandeld. Ik laat die kwestie dus in het midden. Elders heb ik gezegd ‘Steiner heeft antisemitische uitlatingen gedaan, maar hij heeft zich ook tegen het antisemitisme uitgesproken’ (ik heb namelijk nog wat andere uitspraken gevonden, zie ‘Geloof in kabouters…’). Tamelijk genuanceerd toch? Eerst goed lezen, dan stampij maken, lijkt me. Antroposofen kunnen er soms ook wat van om willekeurige stukjes tekst eruit te plukken en vervolgens een keel opzetten, dat is niet slechts voorbehouden aan die vermalijde critici, ‘propagandisten’ en die ‘nieuwe reactionairen’. Zal ik hier later nog een paar leuke gevalletjes van laten zien.
Om verder nog een keer terug te komen op de ‘negerromans’, in een veel recentere publicatie (2002) stelt de door Paul Heldens zo gehekelde historicus Gjalt Zondergeld (verbonden aan de VU) dat er van plat racisme bij Steiner meestal geen sprake is. Alles is ingebouwd in zijn totale kosmologie. Alleen met dit citaat ‘valt hij echt door de mand’ (in ‘Goed en kwaad; vijftien opstellen’, p. 82). Ik moet zeggen dat ik me hier zeker in kan herkennen. Ik ben inderdaad tot dezelfde conclusie gekomen, overigens geheel onafhankelijk van Zondergeld, omdat ik toen dit recentere essay van hem nog niet kende.
Dan mijn opmerkingen over het ‘jatten’ van Steiner. Ik heb mij daar niet over uitgesproken. Ik heb verwezen naar een opmerking van Bram Moerland en daarbij gezegd dat dit de enige verklaring is, als je de mogelijkheid tot helderziende waarneming uitsluit. Je zou inderdaad kunnen stellen dat Helena Blavatsky helderziend was en de ‘waarheid’ heeft aanschouwd. Wat betreft Steiner, mocht hij over dezelfde talenten beschikken, dat hij dan ook die waarheid heeft gezien. En omdat ze beide ongeveer hetzelfde hebben gezien is het dus waar. Ik ben alleen bang dat ik dat zelf niet kan geloven en feit is dat Steiner niet aan bronvermelding doet. Het zou trouwens wel toevallig zijn dat allerlei modieuze ideeën van toen net de universele waarheid zijn. Is dan wel een uniek moment in de wereldgeschiedenis geweest, de trends in occulte kring rond het fin du siècle. Ook dat die dan zo eurocentrisch is. Maar het blanke ras is het ras van de toekomst, dat hebben we zojuist bij Steiner zelf gezien. Goed, ik heb daar zeker mijn persoonlijke gedachten over, maar dat laat ik liever aan ieder voor zich. Wat ik wel frappant nieuws vind (weet ik ook nog maar sinds heel kort) dat er in Duitsland een hoogleraar geschiedenis, Helmut Zander, net een omvangrijke studie heeft gepubliceerd (het schijnt een kolossaal werk te zijn van 1800 pagina’s), waarin hij schijnt te kunnen aantonen dat Steiner zich uitsluitend op schriftelijke bronnen heeft gebaseerd, dus niet op helderziende waarneming. Ik heb dat boek nog niet gelezen, dus ik kan er niets over zeggen. Wel heb ik begrepen via anderen, die ook op mijn blog hebben gereageerd (terug te lezen in de reacties), dat dit een boek is dat buitengewoon serieus moet worden genomen en dat er zelfs antroposofen zijn die dat doen (vooral in Duitsland). Even tussendoor, Zander krijgt, vanwege een eerdere publicatie (in ‘Handbuch zur Völkische Bewegungen 1871-1918’), er stevig van langs in het van Baarda-rapport wegens… onzorgvuldig of verkeerd citeren (p. 652). Volgens mij zijn alle contemporaine historici echte sloddervossen wanneer het de antroposofie betreft. Gelukkig zijn antroposofen dat niet. Dat belooft dus wat, als zijn nieuwe boek in Nederland uitkomt (zie voor een televisie interview met Zander deze link of deze bespreking van zijn boek). Maar los van Zanders nieuwste stelling, wat mij betreft ieder zijn geloof ( en de antroposofie is wat mij betreft een geloof) zolang het maar wel binnen de grenzen van het betamelijke blijft en geen racistische uitspattingen kent, om maar een voorbeeld te noemen. En dat kan ik helaas van de antroposofie als leer niet zeggen (ik heb het dus niet over individuen die de antroposofie belijden).
Misschien moet ik me op dit punt wat duidelijker uitspreken, om ieder misverstand te voorkomen. Ik heb geen enkel probleem met welk geloof dan ook, ook niet als dat geloof het mijne niet is. Ik zal u een voorbeeld geven. Ik ben zelf geen moslim, maar ik heb een grote bewondering voor de manier waarop de Egyptische hoogleraar Nasr Hamid Abu Zayd, vroeger in Cairo, nu verbonden aan de Universiteit Leiden, vanuit de nieuwste taalfilosofische inzichten (hij baseert zich op de hermeneutiek van Hans-Georg Gadamer, voert hier wat ver om dat toe te lichten), opnieuw de Koran weegt. Hij weet op een intellectueel doortimmerde wijze, die ook aansluit bij de behoefte van deze tijd, het grote erfgoed van de islam en de Profeet Mohammed opnieuw te wegen en komt tot waardevolle inzichten. Op grond van de Koran bepleit hij bijvoorbeeld meer tolerantie en gelijkheid tussen man en vrouw. Dit doet hij zeer overtuigend. Ik heb daar een diep ontzag voor, al ben ik zelf geen moslim. Zo zou je ook tegen Albert Schweitzer aan kunnen kijken, die door de van Baarda commissie, wat mij betreft geheel ten onrechte, wordt gelijkgesteld met Rudolf Steiner. Dus als er antroposofen zijn die werkelijk tot vernieuwing kunnen komen, mijn zegen hebben ze zonder meer.
Dan ‘de Brug’ het tijdschrift dat in mijn vorige beschouwing een prominente rol speelt. Ik geloof niet dat ik ergens de schrijvers van de Brug afdoe als ‘domme Belgen’. Mijn kritiek is inderdaad soms wat pittig, maar dat heeft meer te maken met de systematisch gebezigde Holocaustontkenningen, de regelmatig terugkerende antisemitische opmerkingen (’Joden die hun rasgenoten verraden’), de homohaat en andere plezierige geluiden in dat blaadje. Ook het permanente ge-Ahriman  (komt terug in zo’n veertig artikelen) maakt een ietwat sektarische, zo niet obsessief diabolisch gefixeerde indruk, toch wat grimmiger dan de schapenwollen engelen, het houten speelgoed en de zelfgedoopte waskaarsen, of zelfs de briljant geschminkte duivel van het Paradijsspel en het Driekoningenspel van mijn eigen vroegere Vrije School (heeft een grote indruk gemaakt). Ik kan hard lachen om de volgende tekst (wanneer het fenomeen ‘complot-theorieën’ ter sprake komt), maar het maakt wel een beetje een geschifte indruk: ‘Het verschil van al deze theorieën met de antroposofische interpretatie is dat wij aannemen dat er een geestelijk wezen aan de basis ligt van deze gang van zaken, terwijl niet-antroposofen de schuldigen ofwel zoeken binnen de aardesfeer (Vrijmetselaars, Loge, Illuminati, Zionisten, Kapitalisten) ofwel buiten de aardesfeer waar ze activiteiten van min of meer materiële intelligenties veronderstellen (UFO’s e.d.). Volgens ons zijn de organisaties en groeperingen die we zien werken in de richting van een wereld-termietenstaat ook maar uitvoerders van een bovenmenselijke intelligentie, nl. Ahriman’ (http://users.pandora.be/antroposofie/vanaf40/b48met/b48.htm#ahr). Ik wil hier als niet-antroposoof best verklaren dat ik in mijn hele leven nog nooit een UFO of de Illuminati ergens de schuld van heb gegeven en ik ken genoeg niet-antroposofen die dat ook nog nooit gedaan hebben, daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken. Had trouwens geen idee dat er een organisatie of een groepering achter de UFO’s zit. Zou best wel willen weten wie dat zijn. Maar ik moet dus begrijpen dat het die dekselse Ahriman weer is. Een soort Blofeld dus. Arme Zoroaster, had hij ooit kunnen vermoeden dat er eeuwen later dit soort teksten zouden circuleren toen hij het begrip Ahriman lanceerde? Voor wie mij nog steeds niet gelooft dat het er bij de Brug er zo woest aan toe gaat, bekijk zeker deze site, alleszins de moeite waard: http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/inhaztot.html. Lees anders als voorproefje het artikel met de titel ‘Ahriman; staat, multicultuur en Holocaust’ (directe link:  http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b46met/b46.htm) . Voor de duidelijkheid een uitgebreide uitsnede/citaat:

“ Het bijna vensterloos gebouw, opgetrokken in Grieks-Egyptische stijl …”Behalve het seksuele aspect duikt hier terug een verwijzing naar het oude Egypte op :

In de opeenvolging der na-Atlantische cultuurperiodes zien we een spiegeling tussen de eerste en de zevende, de tweede en de zesde, en de derde (Egyptische-Babylonische) met onze vijfde na-Atlantische periode. Dat betekent niet dat de vijfde cultuurperiode een herhaling moet zijn van de Egyptische periode. Het moet een spiegeling zijn waarin het nieuwe element, de Christus-impuls, is opgenomen.

Ahriman doet zijn best om er een herhaling van te maken waarin iedere verwijzing naar Christus ontbreekt. Het lijkt er sterk op dat hij, de antichrist, daartoe zelfs een soort anti-religie in het leven heeft geroepen met als centrale geloofsartikelen : multicultuur en holocaust.

– multicultuur : de leugenachtigheid van dit ‘begrip’ werd nog maar eens gedemonstreerd n.a.v. de eventuele toetreding van Turkije tot de E.U. Overspel mocht er niet langer strafbaar zijn. Verschillende commentatoren wezen erop dat in het zakendoen en handeldrijven het naleven van een verbintenis vanzelfsprekend is terwijl nu ineens – wanneer het een persoonlijke vrijwillige verbintenis betreft o.m. tot huwelijkstrouw – een contract juist niet zou moeten nageleefd worden.
Matthias Storme in Doorbraak (nr. 9-oktober 2004):

”De grote meerderheid van de culturen beschouwt de naleving van de vrijwillig aangegane getrouwheidsplicht nog steeds als belangrijk voor de maatschappelijke orde en indien niet voor de materiële dan minstens toch voor de immateriële geestelijke huishouding des mensen. Maar de nieuwe hogepriesters van de “Eureligie” weten het natuurlijk veel beter: hun materialistische en familievijandige ideologie is de enige die nog toegelaten wordt. Dat een democratisch verkozen volksvertegenwoordiging in een ander land daar anders over denkt kan niet worden aanvaard; het begrip multicultuur mag immers alleen worden gebruikt om traditionele maatschappelijke instituties terzijde te schuiven, niet om ze te behouden natuurlijk.In de nieuwe “Eureligie” passen deugden als loyauteit natuurlijk niet meer en is trouw een verdacht idee uit een obscurantistisch verleden. Het idee dat men zich verbindt tot het vormen van een mede op trouw gebaseerd gezinsverband is voor die religie immers ondraaglijk: een mens moet immers geëmancipeerd worden uit al die knellende banden en voortdurend voor nieuwe consumptie-ervaringen kunnen open staan, voortdurend bereid zijn om op de markt zijn gebruikte goederen te vervangen door nieuwe, mooiere, modernere.”

– het fenomeen “holocaust”.
In de Westerse wereld staat het iedereen vrij om over een bepaald geschiedkundig feit te denken hoe hij wil. Komt iemand op het idee dat Napoleon nooit een veldtocht naar Rusland heeft ondernomen, en hij schrijft een boek met argumenten om die stelling te onderbouwen, dan kan hij dat doen. Maar er is 1 onderwerp dat niet meer mag onderzocht worden, en dat is de “holocaust”, het dogma van de systematische uitmoording van 6 miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het is in de meeste Westerse landen bij wet verboden om aan dit “feit” te twijfelen.
Waarom alleen aan dit ‘feit’ ? Stalin en Mao zijn verantwoordelijk voor de dood van miljoenen mensen, maar niemand schijnt zich daar nog aan te storen. Waarom dan dit systematisch oprakelen en in beeld brengen van alleen de Duitse oorlogsdaden ?
Het kan niet anders of de Angelsaksische occulte loges weten dat voor hen een gevaar alleen uit Midden-Europa kan komen, en om bij voorbaat iedere werking van een spirituele impuls uit te sluiten werd en wordt Duitsland als de oorsprong van alle kwaad afgeschilderd.

Waar het Mysterie van Golgotha als centraal geestelijk gegeven in de ontwikkeling van de mensheid voor alle mensen een lichtend baken zou kunnen zijn dat iedereen verenigt in een gezamenlijk zoeken naar de juiste weg om de Christusimpuls in de wereld te realiseren, krijgen we nu een centraal on-geestelijk afstotingspunt, het zwarte gat in de mensheidsgeschiedenis waar iedereen in een grote boog moet omheen lopen en dat de mensheid verenigt in een gezamenlijke haat tegen …. de geestelijke impuls uit Midden-Europa ! Want het is niet toevallig dat met de holocaust een voortdurende haat tegen het Duitse volk in leven wordt gehouden, tegen Duitsland als een gebied waarvoor de mensheid moet oppassen en waakzaam blijven. Zelfs vóór de oorlog begon die haatpropaganda al.
Vroeger werden in de bioscopen altijd nieuwsfilmpjes getoond vóór de eigenlijke film begon. In 1981 overleed Jack Glenn, de man die deze filmpjes maakte in de Verenigde Staten. Af en toe liet deze man wereldgebeurtenissen door acteurs naspelen in een toneeldecor. Eén ervan was het filmpje “Inside Nazi Germany”, gedraaid in 1938. Het bevatte een scène van een concentratiekamp, voor een stuk gefilmd op Staten-Island met New-Yorkse acteurs. Een groot deel van de film was opgenomen in het Derde Rijk door een free-lance cameraman, maar Louis Rochement, de producer, had het gevoel dat die film gecensureerd was door de Duitse autoriteiten en beval Glenn om de Nazi-brutaliteiten zelf in scène te zetten. Miljoenen Amerikanen die deze nieuwsfilmpjes in hun plaatselijke bioscoop bekeken waren overtuigd dat ze de realiteit zagen. Hoeveel dergelijke realiteiten die we tegenwoordig voorgeschoteld krijgen zouden niet het werk zijn van filmkunstenaars ?
Feit is dat de Geallieerden na de oorlog Hollywood-producers huurden om propagandafilms te maken in plaats van het filmmateriaal van het leger te gebruiken.

David Irving geeft daarop volgende commentaar :

“Enkele jaren geleden kwam er op BBC2 geloof ik, een programma over de ‘documentaires’ van deze Glenn. Daarin werd onder meer onthuld dat de scènes van SA-bruinhemden die hun vijanden molesteerden in de straten van Berlijn en die de Joden in Wenen het voetpad deden opkuisen, gefilmd waren in de decors van Hollywood. Ook de Japanse soldaten die baby’s op hun bajonetten staken en andere wreedheden waren haatpropagandascènes uit Hollywood. Ik zeg niet dat die feiten zich niet werkelijk voorgedaan hebben. Maar moderne televisiemakers gebruiken nu die opnamen om hun eigen reportages mee te vullen, net zoals ze materiaal van de vroegere Sovjet-GPOE gebruiken als authentiek. Jarenlang hebben ze het publiek bedrogen en hun steentje bijgedragen opdat het wiel van de haat blijft draaien.”

Op de website van David Irving kan men overigens ook lezen hoe een filmploeg van het Amerikaanse leger de “ontdekking”van een zak met de gouden tanden van concentratiekampslachtoffers in de (lege) kluizen van de Reichsbank regisseerde. Een ander knap propagandastaaltje.

Waarom draaide Spielberg zijn film “Schindlers List” in zwart-wit ? Kort na het uitkomen van de film verklaarde de eerste cameraman in een Duits vaktijdschrift dat men opzettelijk een documentaire-indruk wou creëren opdat latere (nóg minder kritische – fdw) generaties gemakkelijker overtuigd zouden worden van het realiteitsgehalte.
De film is nochtans gebaseerd op een roman, het product van de fantasie van een schrijver dus, van Thomas Kenneally. Maar daar is ook iets raar mee gebeurd. Vooraan in de eerste editie van het boek, vóór de film gemaakt werd, leest men vijf keer het woord ‘fictie’. In de tweede editie nog drie keer, in de derde editie is er geen sprake meer van fictie, het boek verschijnt in de weekendbijlage van sommige kranten zelfs in de lijst “non-fictie” !

Waarom worden zgn. negationisten als Norman Finkelstein, David Irving, Robert Faurisson, Ernst Zündel zo hardnekkig vervolgd als de ketters destijds door de Inquisitie ? Om dezelfde reden als toen : ze hebben zichzelf buiten de gemeenschap der gelovigen geplaatst, de gelovigen die het dogma aanhangen : Duitsland is de bron van alle kwaad.

In Canada zit Ernst Zündel al 22 maanden (december 2004) in eenzame opsluiting wegens zijn overtuiging, hij heeft nog nooit een vlieg kwaad gedaan, maar wel zijn mening geuit. De rechtszaken tegen hem lijken zo uit boeken van Kafka te komen: de voormalige chef van de geheime dienst die hem jarenlang geschaduwd heeft is nu zijn rechter. Iedere vraag van de verdediging wordt verworpen omdat ze de nationale veiligheid in gevaar zou brengen.

De antichrist, die zo handig de zaken in hun tegendeel kan verkeren, probeert ook de Heilige Geest te vervangen door een zeer aards, zeer leeg gegeven, dat de naam holocaust heeft gekregen, weerom niet toevallig in het Engels klinkend als Holy Ghost.

Tot zover deze passage uit ‘de Brug’. Hier hebben we het dus over. Dus hier kritiek op hebben betekent kennelijk voor sommigen dat ik de auteurs van de Brug weglach als ‘domme Belgen’. Ik denk dat het bovenstaande voor zich spreekt. Ik hoop ook dat de meeste antroposofen, inclusief Paul Heldens, zich verre houden van dit soort praatjes over Ahriman, de multicultuur en de Holocaust. Sterker nog, het lijkt mij genoeg reden voor de gemeenschap der antroposofen om zich definitief van tijdschrift de Brug te distantiëren. Hoe je ook over de kwestie ‘wel of geen rassenleer’ mag denken, dit heeft niets meer met Steiner te maken en is wat mij betreft niets anders dan ‘revisionisme’, zoals dat in extreem rechtse kring heet. David Irving is overigens een beruchte Holocaustontkenner en wordt normaal alleen in neo-nazi kringen serieus genomen. Hij werd onlangs in Oostenrijk voor drie jaar gevangenisstraf veroordeeld (zie  http://nl.wikipedia.org/wiki/David_Irving of http://www.skepsis.nl/irving.html, in het laatste artikel wordt ook verwezen naar de bovengenoemde zaak van Ernst Zündel). Los van wat je daar weer van mag vinden,  zegt het wel iets over in welk vaarwater de Brug zich begeeft. Bijna alle andere hier aangeprezen auteurs zijn overigens van dezelfde slag, behalve Norman Finkelstein, die niet in dit rijtje thuishoort. Finkelstein is een Amerikaanse schrijver van Oost Europese Joodse afkomst, waarvan de ouders in Auschwitz hebben gezeten, maar die vindt dat de Holocaust wordt misbruikt om de Israëlische politiek naar de Palestijnen te vergoelijken, zoals hij uiteen heeft gezet in zijn boek ‘The Holocaust Industry’. Een soort Amerikaanse versie van ‘Een ander Joods geluid’ dus. Weerzinwekkend trouwens dat hij in dit Holocaustontkenners verhaal wordt misbruikt (zie hier overigens een uitgebreid interview met hem, waarin hij ook uitgebreid ingaat op hoe hij door echte Holocaustontkenners wordt misbruikt, zoals Ernst Zündel, van wie hij niets heel laat) . Over propaganda gesproken. Wat dit verhaal nog enigszins geraffineerd maakt  (propaganda-technisch dan), is dat Thomas Keneally een historische roman schreef over Oskar Schindler (inderdaad een roman, maar gebaseerd op nauwkeurig verzameld feitenmateriaal, zoals bijvoorbeeld ook de Nederlandse schrijver Arthur Japin te werk is gegaan, met bijvoorbeeld ‘de Zwarte met het witte hart’). ‘Schindler’s List’ is dus een roman, maar de feiten kloppen wel. Wat de Brug hier doet is echt het toppunt van manipulatie en propaganda. Toch nog knap van ze, want het meeste wat er verder op die ranzige website staat is tamelijk doorzichtig recht toe rechtaan racisme, antisemitisme, etc. Tamelijk walgelijk, maar geraffineerd is het meestal niet. Maar die vondst van Schindler’s list is dus echt heel smerig. Het zou me overigens niets verbazen als ze die niet zelf hebben bedacht, maar gewoon hebben overgenomen van een echte neo-nazi bron. Van David Irving bijvoorbeeld, die is op dat gebied bijzonder uitgekookt en zo slim zijn ze bij de Brug meestal niet; met hun schreeuwerigheid brengen ze mijns inziens de antroposofie alleen maar grote schade toe, dan dat ze die handig weten te verdedigen. Eerder regelrecht stompzinnig dus, want om met neo-nazi’s proberen je punt te maken lijkt me zeer beschadigend voor Rudolf Steiner en de antroposofie en doe je zelfs de antroposofie een groot onrecht aan. Meneer Heldens, u zou bijna blij moeten zij dat ik de opvattingen uit de Brug, waar nodig, weet te scheiden van de werkelijke antroposofie. Maak het dan niet nog erger door het weer voor de Brug op te nemen, door hard te gaan roepen dat ik de auteurs van deze schrijfsels weg zet als domme Belgen.
Vanzelfsprekend heeft mijn  kritiek dus niets te maken met de Belgische afkomst van de auteurs, voor mij beslist geen reden om iemand als ‘dom’ te kwalificeren. Dan zou ik immers hetzelfde doen als wat ik nu juist de antroposofen verwijt: generaliseren naar ras, etnische afkomst of in dit geval nationaliteit. Bij de Brug wordt er juist op meer plaatsen over geklaagd dat België geen ‘Volksstaat’ is  Zie bijvoorbeeld het artikel ‘België, een zwart magische constructie’, waar overigens gesproken wordt van Baälgië, een leuke toespeling op de Phoeninische God Baäl, overigens geen vriend van de sofen, maar dat weet meneer Heldens vast ook wel (http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b45.htm). Deze site is dus eerder beledigend voor de Belgische nationaliteit, dan mijn beschouwing  Maar goed, daar gaat het mij dus niet om. Het gaat wel mij om de bijna ‘neo-nazistische’ inhoud. Moet ik het een keer herhalen? Over ‘Joden’ die ‘als het ze uitkomt even goed hun rasgenoten verraden’, in het artikel ‘Het Ahrimanisch menstype’ (http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b45.htm).  Waarom zegt niemand uit antroposofische kring hier iets van? Dit lijkt me veel besmeurender dan die paar kritische stukjes van mij,  van ‘die linkse bikkels van Simpos’ of de ‘propaganda’ van Zondergeld en Moerland. En waarom staat dit blad gewoon op antrovista aangeprezen, onder media/tijdschriften? Stel dat er eens een argeloze bezoeker komt. Voor je het weet wordt er gedacht dat antroposofie synoniem is met Holocaust ontkennen. Ik zou het er maar heel snel afgooien, nog voortvarender dan wat er met onze polemiek is gebeurd.
Dan de connectie met  August de Roode. Ik ben, door een toevalligheid die zelfs geheel los staat van de kwestie ‘antroposofie’, goed bevriend met de vroegere echtgenote van August de Roode, (August de Roode zelf heb ik overigens niet gekend) en ik meen te weten hoe deze ‘rel’ echt in elkaar heeft gezeten. Dat is een beetje anders gegaan dan Paul Heldens het weergeeft, maar dit lijkt me niet de plek om daarop in te gaan. De kwestie is bijna te ordinair, juist vanuit antroposofische zijde. Bovendien zijn de belangrijkste betrokkenen inmiddels overleden (August de Roode zelf en de belangrijkste, overigens prominente persoon uit de antroposofische beweging in Nederland met wie hij een ‘conflict’ heeft gehad), dus het lijkt me voor alle betrokkenen beter dat ik deze kwestie op deze plek in het midden laat. Toos Jeurissen heeft deze affaire overigens geheel naar waarheid beschreven (en ik heb hele goede redenen om te zeggen dat dit de juiste versie is)  in ‘Antroposofie en racisme’, in de Groene Amsterdammer van 5 februari 1997. Wie wil weten hoe dit allemaal echt is gegaan moet dat artikel nog maar eens lezen (te vinden in het digitale archief van  de Groene Amsterdammer, moet overigens wel opgevraagd worden: http://www.groene.nl/1997/6/Een_kruistochtantroposofie_en_racisme/4 ).
In ieder geval wil ik Paul Heldens  wel bedanken voor zijn uitvoerige literatuursuggesties, hoewel het moeilijk was om een aantal artikelen nog te bemachtigen (zijn literatuurlijst is ook niet echt up to date te noemen en het meeste is meer dan tien en soms zelfs meer dan twintig jaar oud). Ik neem de uitdaging graag aan. In de meeste gevallen is mij dit wel gelukt om de door hem aangeprezen bronnen in handen te krijgen. Het gaat om de bundel ‘Antroposofie ter discussie’ (onder redactie van Jelle van der Meulen) en om een serie gebundelde artikelen uit het Nederlandse antroposofische tijdschrift ‘Driegonaal’ over de racisme kwestie, waar Heldens veelvuldig naar verwijst. Het lijkt me interessant om dit materiaal te wegen tegen de bronnen die ik in ‘Geloof in kabouters …’ heb gebruikt, al zal vaak genoeg blijken dat deze artikelen grotendeels niet relevant zijn voor mijn stuk. Het gaat vooral om oude polemieken tegen een artikel van Evert van der Tuin en Gjalt Zondergeld, ‘De schaduwkanten van de antroposofie’, verschenen in ‘t Kan anders, in najaar 1984 (?!). Net alsof het debat toen is stil blijven staan. Met andere woorden, geen Jeurissen, geen Wiechert met Ajax en Wounded Knee op de radio en geen van Baarda Rapport. Het zeer gedateerde aspect van Paul Heldens repliek zal via deze bronnen vanzelf zichtbaar worden. Maar ik vrees dat ook de accenten op iets anders komen te liggen dan waar Paul Heldens het over heeft.  Er is één door Heldens aanbevolen bijdrage die er zo uitspringt in extremiteit, dat die een geheel aparte bespreking verdient, al is er al veel vaker kritiek op afgevuurd (vooral door Moerland en Jeurissen). Het betreft de bijdrage van Maarten Ploeger in ‘Antroposofie ter discussie’, eerder ook verschenen in de ‘Jonas’. De kritiek van Jeurissen en Moerland betrof vooral verschillende losse uitspraken, maar het is ook absoluut de moeite waard om het geheel een keer te behandelen. Dit stuk is zo uniek dat ik er een apart gedeelte aan zal wijden (direct hieronder). Zoiets krijg je zelden in handen. Bij deze mijn follow up. Met dank aan Paul Heldens.

De bijdrage van Maarten Ploeger in ‘Antroposofie ter discussie’

In 1985 verscheen ‘Antroposofie ter discussie’ , onder redactie van onder meer Jelle van der Meulen ( in het Nederlandse antroposofische circuit vooral bekend als redacteur van het tijdschrift ‘Jonas’), met bijdragen van een aantal auteurs die actief waren in verschillende antroposofische werkgebieden, als Willem Veltman, Bernard Lievegoed ea. De bundel behandelt verschillende thema’s en werkgebieden waarin de antroposofie actief is en waarin deze ook niet vrij is van enige controverse. Al deze verschillende hoofdstukken zijn toenterijd ook als artikel in de Jonas verschenen. Omdat er toen ook al enige ontwikkelingen waren in de racisme affaire, zijn er ook twee bijdragen die deze thematiek behandelen, een van Maarten Ploeger ‘Racisme en antroposofie’ en een van Hans Peter van Manen ‘Rudolf Steiners visie op volken en rassen’ (zie de beide bijdragen van deze auteurts hier). Hoewel de titel van deze bundel ‘Antroposofie ter discussie’ is, wordt op alle gebieden door de diverse auteurs uitsluitend het antroposofische standpunt verdedigd. In de woorden van Bram Moerland: ‘In het boek Antroposofie ter discussie heb ik niets kunnen terugvinden van enige kritische zin jegens Steiner. De antroposofie staat in dat boek helemaal niet ter discussie. Die wordt door dik en dun verdedigd. Steiner heeft gewoon gelijk. Maarten Ploeger beklaagt zich in zijn bijdrage zelfs over de kritiek op de racistische uitspraken van Steiner die hij in de antroposofie ontmoet en schrijft: ‘Het valt niet mee om tegendraads te blijven nadenken over kwesties als het ontstaan en de betekenis van rassen en volkeren’ (Moerland, Rassenleer met charisma, p. 16, citaat Antroposofie ter discussie, p. 37). Ik vrees dat Moerland hier inderdaad weer een punt heeft. Overigens, speciaal voor de Commisie van Baarda, Moerland citeert hier tot op het niveau van de spaties correct. Tot zover Moerland en verder met de bijdrage van Ploeger, want daarna wordt het pas echt interessant: ‘Iedereen die zich op de hoogte stelt van de levensomstandigheden van bijvoorbeeld de Derde-Wereldburgers, weet dat het behoren tot een bepaald ras niet zonder gevolgen is. Maar het is al een taboe geworden daar anders over te spreken dan in puur economische-materiële zin. De oorzaak daarvan moet worden gezocht in de wijd verbreide opvatting dat iedereen zich in principe op dezelfde wijze kan ontplooien, mits de milieufactoren als opvoeding, onderwijs en materiële welvaart over de hele wereld volledig wordt gelijkgeschakeld. Dit geldt gelijkelijk voor twee Nederlanders, als voor een zwarte en een blanke. Een vergelijkbare opvatting kan worden gevonden in het radicale feminisme: corrigeer met alle kracht het foute denkbeeld dat de vrouw qua menselijke mogelijkheden verschillend zou zijn van de man (de ideologie van ‘het kleine verschil’, dat is verschil in louter voortplantingsfunctie)’ (p. 37-38).
Ploeger houdt hier verder een pleidooi voor het opwaarderen van de erkenning dat er rasverschillen zijn. Het wegkijken ziet hij als een vorm van struisvogelpolitiek. Het gaat hem er niet om dat het ene ras beter is dan het andere, hij stelt wel dat ieder ras over verschillende kwaliteiten beschikt. Zolang wij dat niet durven inzien of benoemen zullen wij op mondiaal niveau voor dezelfde problemen blijven staan en zijn we dus op een verkeerde manier bezig. ‘Problemen worden niet opgelost door ze te ontkennen, maar onder ogen te zien’ vindt Ploeger, wat betreft de verschillen tussen rassen (p. 39-40).
Ploeger meent een bondgenoot te vinden in Leopold Sédar Senghor (1906-2001), de eerste president van Senegal. En zijn notie van ‘négritude’ ziet Ploeger als een bevestiging van de antroposofische kijk op het zwarte ras. Dit punt is interessant en verdient wellicht serieuze aandacht, al ben ik van mening dat Ploeger hier een cruciale denkfout maakt. Allereerst was Senghors notie natuurlijk ingegeven om zich af te zetten tegen het onvermijdelijke racisme van de koloniale tijd. Dit was overigens niet uniek voor Senegal, of zelfs Afrika, maar soortgelijke idealen of ideologieën hebben overal in voormalig koloniaal bestuurde landen bestaan Zie bijvoorbeeld zelfs een soort opgelegde ‘1001 nacht romantiek’ in de kunsten van het Irak van Saddam Hoessein tot en met de krankzinnige herbouw van Babylon met portretten van Saddam als Nebukhadnezar, de zg turath-cultuurpolitiek (‘turath’ betekent ‘erfgoed’ in het Arabisch), die ik elders weleens ‘zelfbevestigend oriëntalisme’ heb genoemd. Idi Amin, met zijn gebral dat de Egyptische beschaving in Oeganda is ontstaan, is ook een goed voorbeeld, al kun je Senghor overigens niet op een hoop gooien met beide dictators. Bovendien was Senghors notie van Negritude ‘cultureel’ van aard en niet ‘raciaal’ of racistisch, althans niet bedoeld. Dat zijn Steiners opvattingen over het zwarte ras namelijk wel. Ik denk niet dat de tekst: ‘Alles, was der äthiopische Rasse ihre besonderen Merkmahle verleiht, das kommt davon her, daß die Merkurkräfte in dem Drüssensystem des betreffende Menschen kochen und brodeln. Das kommt davon her, daß sie auskochen, was die allgemeine, gleiche Menschengestalt zu besonderen der äthiopischen Rasse macht-mit der schwarzen Hautfarbe, dem wolligen Haar usw.’ (die Mission, p. 116) in overeenstemming zijn met Senghors ideologische notie van ‘négritude’.
Waar stond Senghor dan wel voor? Négritude was voor Senghor een attitude, een cultuuruiting, voor degenen die oorspronkelijk stammen uit het Afrikaanse continent om zich af te zetten tegen de Europese cultuur, die vanwege het kolonialisme zo lang dominant geweest was. Eigenlijk een onderdeel van een bevrijdingsideologie, vergelijkbaar met Ghandi’s oproep om weer traditionele kleding te gaan dragen in plaats van  westerse. Daarmee overigens ook een neo-beweging, niet zozeer een voortzetting van een oorspronkelijke locale traditie. Het was namelijk bedoeld voor iedereen met ‘Afrikaanse roots’. Een soort ‘Pan-Afrikanisme’ dus. Kortom, ondenkbaar zonder het Europese imperialisme, al zette het zich er wel tegen af. Senghors vond dat négritude zich vooral cultureel moest manifesteren. Vreemd genoeg noemde hij als voorbeeld de kunst van Pablo Picasso. De manier waarop Picasso zijn Catalaanse wortels in zijn modernistische kunst wist te vertalen vond hij de ideale manier waarop zwarten, waar dan ook ter wereld, hun roots zouden moeten onderzoeken, om vervolgens een vertaalslag te maken naar de eigen tijd (uit: Petra Heemskerk, Moderne kunst uit Senegal1960-1980, in Decorum, nr. 1+2, vakgroep kunstgeschiedenis, Universiteit Leiden, p. 57). Senghor beschouwde négritude in de eerste plaats als een keuze en een levenshouding, natuurlijk niet als iets dat biologisch, laat staan astrologisch bepaald was (zie Steiners opvattingen).
Van belang is wellicht om kennis te nemen van de kritiek op Senghors identiteits- en cultuurpolitiek. In Culture and Imperialism wijdt Edward Said  hier een lange passage aan Hij haalt hier onder meer de kritiek van de beroemde Nigeriaanse schrijver Whole Soyinka aan, Nobelprijswinnaar voor de literatuur in 1986. Said: ‘Nativism (een begrip van de Duitse filosoof Theodor Adorno, daar is ie weer, en ik denk dat de term voor zich spreekt, FS), alas, reinforces the distinction even while revaluating the weaker or subserviant partner. And it has often led to compelling but demagogic assertions about a native past,  narrative or actuality that stands free from worldly time itself. One sees this in such enterprises as Senghor’s négritude, or in the Rastafarian movement, or in the Garveyite back-to-Africa project for American Blacks, or in the rediscoveries of various unsullied, pre-colonial Muslim essences (…) A useful way of getting a better hold of this analytically is to look at an analysis of the same problem done in the African context: Whole Soyinka’s withering critique of négritude published in 1976. Soyinka  notes that the concept of négritude is the second, inferior term in an opposition-European versus African-that  ‘accepted the dialectical structure of European ideological confrontations but borrowed from the very components of its racist syllogism’. Thus Europeans are analytical, Africans ‘incapable of analytical thought. Therefore the African is not highly developed’ whereas the European is. The result is, according to Soyinka, that ‘Négritude trapped itself in what was primarily a defensive role, even though its accents were strident, its syntax hyperbolic and its strategy aggressive…Négritude stayed within the pre-set system of Eurocentric intellectual analysis of both man and his society, and tried  to re-define the African and his society in those externalized terms’ (Culture and Imperialism, p.276-277).
Duidelijk is dat, ondanks de fundamentele kritiek van Said en Soyinka, Senghors opvattingen meer te maken hebben met identiteitspolitiek (en wellicht een spiegelbeeld is geworden van de racistische opvattingen van de kolonisator) en toch echt onmogelijk gezien kunnen worden als een rechtvaardiging van Steiners rassenleer, die ‘biologisch’ en occult van aard is. Ploeger weet nog te melden: ‘Senghor was naar westerse maatstaven een ontwikkeld man; hij studeerde in Parijs. Hij kende de westerse cultuur van binnenuit en begreep dat het westen zijn negroide cultuurfilosofie, door het structurele onvermogen om zijn ervaringen mee te beleven, haast wel moest afwijzen. Hij vroeg echter ruimte voor zijn cultuurideaal: het naast elkaar waarderen van verschillende bewustzijnskwaliteiten’ (p. 42). Het spijt me voor Maarten Ploeger maar ik denk dat Edward Said en Whole Soyinka de ‘Négritude’ beter weten te verklaren (namelijk vooral als iets typisch ‘westers’) dan dat de verklaring of rechtvaardiging moet worden gezocht in Steiners rassenleer uit de Volkszielen. En bovendien, sinds wanneer is de oproep tot cultureel pluralisme en diversiteit een rechtvaardiging voor determinisme naar raciale achtergrond? Net alsof multiculturalisme hetzelfde is als Apartheid.
Wat heeft Ploeger ons nog meer te vertellen? ‘We lichten er hier drie van de vijf rassen uit: negers, blanken en indianen. Want met name de passages uit De Volkszielen die hiernaar verwijzen, blijken vaak op onbegrip te stuiten. Het negerras beheerst bij uitstek de psychische vermogens van het heel jonge kind. Het blanke ras die van de middelbare leeftijd. Het indiaanse ras sluit de rij met de ouderdom. Let wel: niet de neger is een kind, maar de mens met een lichamelijk instrument dat ontleend is aan het zwarte ras, heeft innerlijke mogelijkheden die we kunnen begrijpen als we kijken naar het karakteristieke van de leeftijdsfase tot het zevende jaar’ (p. 42). Dit is dus weer een herhaling van wat er in de Volkszielen staat in wat andere formulering. Steiner:  ‘Das was wir Schwarze Rasse nennen, ist im wesentlich durch diese Eigenschaften (die Kindheitsmerkmahle) bedingt’ (‘Die Mission’, p. 79).Waarom wil iemand (Paul Heldens) dat ik deze uitleg van Ploeger lees of meeweeg om tot een afgewogen oordeel te komen?  Dit is toch al behandeld door Jeurissen? Die Ploeger overigens ook weer tot op de letter correct citeert (je moet het er bij blijven vermelden). Terecht commentaar van Jeurissen: ‘Hier wordt dus eenvoudigweg beweerd dat het geestelijke ontwikkelingsniveau van volwassen zwarten te vergelijken is met dat van blanke kinderen van zeven jaar. Hij zegt het wel zo ingewikkeld dat je het bijna niet begrijpt, maar dat is wel wat er staat’ (Jeurissen p. 5). Punt gemaakt en ik ben het er roerend mee eens.
Verder is de bijdrage van Ploeger niet meer zo bijster spannend. Het is heel veel van hetzelfde en ook nog flinterdun. Ik kan het hier wel allemaal gaan uitschrijven, maar dat zal niet zoveel veranderen. Het is gewoon een racistisch verhaal, geschreven ter verdediging en met onvoorwaardelijke instemming van Steiners rassenleer uit ‘de Volkszielen’. Dat is eigenlijk alles. Ik heb ook een vermoeden dat het misschien wel vanwege deze verkwikkende  bijdrage is, dat deze bundel inmiddels in antroposofische kring als verouderd wordt gezien. Er is al zo vaak op geschoten en iedere keer met succes. Zo gênant is dat verhaal van Ploeger namelijk wel. Misschien was die truc met Senghor nog het enige slimmigheidje, maar die is bij deze ook uit de lucht geschoten. Alleen een Paul Heldens ziet er kennelijk nog wat in. Maar het stuk van Ploeger is zo slecht dat het ook al het andere uit deze bundel de nek omdraait. Alleen bij ‘de Brug’ maken ze het nog bonter.
Vooruit, uit een passage valt nog wat eer te behalen. Net als Christoph Wiechert brandt ook Maarten Ploeger zijn vingers aan Wounded Knee. Eerst legt Ploeger uit dat de Indiaan, zelfs al op jonge leeftijd, opvallende gelijkenissen vertoont met een bejaarde. Ploeger: ‘Er blijkt zelfs een opmerkelijke affiniteit te bestaan tot grensoverschrijding tussen leven en dood. Al in een vroeg leeftijdsstadium vertonen indianen scherp getekende gelaatstrekken. Bij de prairie-indianen werd een belangrijkste krijgers inwijding gevonden in strijdsituaties met een welhaast zeker dood voor ogen (de eer behalen door een gewapende vijand aan te tikken met een stok)…(…) Met deze karakteristieken voor ogen kan Steiners uitspraak in de Volkszielen (vrij weergegeven): ‘De indianen moesten uitsterven en de kolonisten waren het uiteindelijke instrument’, in en juist daglicht worden gesteld. Het is allerminst een excuus voor het botvieren van de blanke moordcapaciteit; die schuld hebben wij hoe dan ook op ons geladen (evenmin kan de nog steeds voortgaande uitroeiing van de Amazone-indianen hiermee op welke wijze dan ook aanvaardbaar worden gemaakt). Zoals een ouder mens aan een op zichzelf niet zo dramatische ziekte licht kan bezwijken, zo betekende de confrontatie met de blanke expansiedrift voor de indianen meer dan een reeks ongelijke oorlogen. De indiaanse cultuur had à priori de bevattelijkheid om hieraan te gronde gaan (zie bijvoorbeeld de Wovoka-episode, uitmondend in de ‘zelfdestructie’ onder leiding van Sitting Bull bij Wounded Knee)’. (p.43-44)
Wellicht is het zinvol om een paar foto’s te tonen van de  dode lichamen die na de slachting op karren naar het massagraf werden gereden (zie link ), overigens geheel ten overvloede, de foto’s zijn schokkend. Maar misschien dat het dan wat minder een abstractie wordt waar de heren Ploeger en Wiechert vrijblijvend hun semi-wijsheidjes over menen te moeten spuien. Wat de Belgische antroposofen van de Brug met de Holocaust hebben, hebben sommige Nederlandse antroposofen met Wounded Knee. Verder blundert Ploeger al in het vermelden van de juiste feiten (het was niet onder leiding van Sitting Bull, want die was daarvoor al vermoord), laat staan dat hij dan in staat zou kunnen zijn om de ‘kosmische noodzaak’ van ‘Wounded Knee’ uit de doeken te doen. Er was ook geen sprake van zelfdestructie, want de kogels kwamen uit twee Hotchkiss kanonnen, op bevel van Kolonel James W. Forsyth opgesteld op de heuvel boven de vallei, waar een ongewapende menigte van tussen de driehonderd en driehonderdvijftig Minneconjou Lakota werd uitgemoord, zonder aanzien des persoons, op 29 december 1890 (feiten zijn toch belangrijk, al lijkt meneer Ploeger daar niet zoveel om te geven. Die zoekt het meer in de ‘grote lijnen’ en de achterliggende ‘wetmatigheden’).  Stamhoofd Big Foot, want die was het, dus niet Sitting Bull, leed op dat moment aan een zware longontsteking en was eigenlijk doodziek. Berucht is de foto van zijn door de strenge vorst bevroren lichaam, in een verwrongen houding in de sneeuw. Ik zou wellicht wat literatuur en andere bronnen kunnen aanraden over de toedracht en de achtergronden van deze massaslachting, maar het lijkt mij het beste en ook wel zo kies als bepaalde Nederlandse antroposofen voortaan hun mond houden over de kwestie Wounded Knee. Dan gebeuren er tenminste geen ongelukken.
Aan het eind van dit onfrisse verhaal zegt Ploeger, nu kennelijk in de hoedanigheid van rassenveredelaar: ‘De opheffing van de fysieke verschillen tussen de rassen gaat onherroepelijk door. Er is nog maar weinig tijd om hier juist op te antwoorden. Dit antwoord moet grotendeels nog gevonden worden. Schrijver dezes heeft het voornemen tot een uitvoeriger publicatie te komen, in een poging hieraan verder te werken’.
Bij mijn weten is die publicatie er nog niet gekomen. Houder van deze webstek heeft echter het voornemen om die publicatie op gepaste wijze te recenseren, mocht het ooit zover komen, al denk ik dat de heer Ploeger het maar beter kan laten.

 
figuur 5: Illustratie bij Gjalt Zondergeld, Evert van der Tuin, ‘De schaduwkant van de antroposofie’,  in ‘t Kan anders, najaar 1984. Oorspronkelijk uit Hermann Poppelbaum, Zur Metamorphose der Menschengestalt, in ‘Gäa-Sophia, Jahrbuch der Naturwissenchaftlichen Section der Freien Hochschule für Geisteswissenschaft am Goetheanum Dornach’, Band 3, Volkerenkunde, Stuttgart, Den Haag, Londen, 1929. Dat deze tekening al op een suggestieve manier racistisch is lijkt mij niet moeilijk aan te tonen. Ik denk dat ik voor uitleg slechts naar de bovenstaande citaten uit de Volkszielen hoef te verwijzen, hoewel Maarten Ploeger het ook kernachtig weet te verwoorden. Hoezo is er ‘géén sprake van rassenleer’ of sterker, is ‘antroposofisch racisme een contradictio in terminis’ (in de woorden van Paul Heldens)?

Antroposofie ter discussie 2; de bijdrage van Hans Peter van Manen

Dan nu de belangrijkste bijdragen die mij door Paul Heldens zijn aanbevolen. Het gaat hier om een vracht aan reacties uit de antroposofische hoek uit de jaren tachtig op slechts één artikel, dat ik overigens niet voor ‘Geloof in kabouters’ heb gebruikt. Het betreft een beschouwing van de historici Gjalt Zondergeld en Evert van der Tuin, ‘De schaduwkant van de antroposofie’ in ‘t Kan Anders , een tijdschrift van de Vredesbeweging. Hoewel het hier niet eens om een heel uitvoerig artikel gaat, is er vanuit antroposofische hoek een stortvloed van reacties gekomen. De bijdragen van de door Paul Heldens genoemde auteurs Hans Peter van Manen, Mark Bischot, Dieter Brüll (die van de ‘nieuwe reactionairen’), Jan Luiten, Fred Beekers, Mouringh Boeke en Arnold Sandhaus gaan over dit ene stuk. Verder is er ook wat kritiek op Bram Moerland, wiens brochure ik wel als bron heb gebruikt in ‘Geloof in kabouters…’. Het is wel ronduit verbijsterend dat in 2008 deze reacties op een artikel uit 1984 voor Paul Heldens nog steeds zo belangrijk zijn, omdat het debat sinds die tijd zich wel een beetje verder heeft ontwikkeld, tot en met het omvangrijke van Baarda rapport. Het gaat hier voorlasnog om de bijdrage van Hans Peter van Manen, expliciet aanbevolen door Paul Heldens, zoals we eerder hebben gezien.
Eerst het gewraakte artikel van Zondergeld en van der Tuin zelf (van Manens verhaal is een reactie op dit artikel). Zij beginnen met de stelling dat steeds meer ‘progressieve mensen’ zich aangetrokken voelen tot de biologisch dynamische landbouw (zij schrijven overigens hier ‘biologies dynamies’, in die zin is het wel erg gedateerd, gezien de ‘ideologiese’ spelling uit die dagen. Ze zijn dus heel erg ‘krities’). Daardoor is er steeds meer belangstelling gekomen voor andere aspecten van de antroposofie, zoals de vrije scholen, waarvan het aantal ‘eksplosief’ is toegenomen (ik zal er nu mee ophouden, maar het geeft wel aan van hoe lang geleden dit is en dat deze beschouwing enigszins onderhevig was aan de mode van die tijd). Zij noemen verder nog dat er een opinieblad is (Jonas), een kinderziekenhuis, instellingen voor gehandicapten, etc.
‘De Volkskrant (3-11-1984) spreekt terecht van een kleine antroposofische zuil. En dat in een tijd van ontkerkelijking en ontzuiling. De laatste jaren oefent de antroposofie een grote aantrekkingskracht uit op linkse en progressieve mensen’.
Over het Vrije School onderwijs schrijven zij: ‘De leerlingen krijgen een totaalpakket aangeboden, waaraan zij zich nauwelijks kunnen onttrekken. Een onderwijspakket, waarin geloof in reïnkarnatie, karma (Indisch noodlot), aura (onzichtbare uitstraling van ieder mens als ‘tastbaar’ bewijs van zijn geesteslichaam) en allerlei andere totaal onbewezen occulte zaken langzaam maar heel zeker de kinderen wordt ingegoten’ (p. 49).
Hans Peter van Manen zegt in ‘Antroposofie ter discussie’ terecht: ‘Dit is van a tot z de allergrootste kolder. De enige vraag zou kunnen zijn wie dit uit zijn duim heeft gezogen: de auteurs of een kwaadwillende informant’ (p. 47). Hierin moet ik van Manen gelijk geven, als ervaringsdeskundige kan ik mij niet herkennen in het bovenstaande beeld. Zonder meer een punt voor van Manen.
Maar dan vervolgen Zondergeld en van der Tuin: ‘Ook het geschiedenisonderwijs- voor zover dat volgens de voorschriften van Steiner gegeven wordt en dat is volgens ons onderzoek niet altijd het geval- kenmerkt zich door de meest onwaarschijnlijke onzin. Atlantis heeft een miljoen jaar bestaan. Een reeds lang en breed achterhaald bijgeloof dat ook door Mellie Uyldert wordt aangehangen, die zich daarbij beroept op nazi-historicus/charlatan Hermann Wirth’ (p. 49).
En nu het meest interessante, over deze laatste passage zwijgt van Manen, terwijl het in de direct opvolgende zin staat. Dit laatste is namelijk wel waar. Dat van die Nazi historicus en Mellie Uyldert weet ik niet direct (de schrijfter en astrologe Mellie Uyldert is een beruchte randfiguur binnen het Nederlandse esoterische spectrum, overigens niet eens een antroposofe, die de Holocaust ‘kharmisch’ weet te rechtvaardigen omdat ‘Joden er zijn om te lijden’ en van ‘Christus stierf voor ons en zij sterven nog steeds met hem mee’. Kom ik later op terug). Maar dat je leert dat Atlantis heeft bestaan klopt, zeg ik wederom als ervaringsdeskundige (al ligt de bron daarvan natuurlijk bij Steiner zelf en niet bij een of andere Nazi-historicus, al wil ik meteen geloven dat Mellie Uyldert zich daar maar al te graag op beroept. Overigens stellen Zondergeld en van der Tuin dat Zeylmans van Emmichoven zich wel op deze Hermann Wirth beroept. Als dat zo is verdient dat zeker nader onderzoek). Zo begon mijn eerste periode geschiedenis in de vijfde klas van de lagere school. Over Manu die het verzinkende Atlantis wist te ontkomen en de beschaving naar het oude India bracht.
Wat laat dit voorbeeld van close reading van deze twee bronnen ons zien? In ieder geval dat van Manen hier selectief citeert. Nu is citeren per definitie selectief, maar dit is overduidelijk ‘opzettelijk’ selectief citeren. Zoiets heet manipuleren. Van Manen had ook kunnen zeggen: ‘wat zij over occultisme op school uitkramen is van a tot z de grootste kolder, maar wij leren onze kinderen wel over het bestaan van Atlantis. Wij antroposofen geloven namelijk dat Atlantis heeft bestaan, zoals Rudolf Steiner dit talloze malen uiteen heeft gezet in oa zijn ‘Akasha Kroniek’. Het is misschien een kinderachtig voorbeeld en in dezelfde zin wordt na een zij het niet onbelangrijk detail (dat je op de lagere school leert dat Atlantis heeft bestaan is wel significant) dat gewoon wel klopt meteen weer onzin beweerd. Heel erg spijkers op laag water zoeken dus, maar dat doe ik hier met een reden. Ik doe dit omdat antroposofen die zich voelen aangevallen door critici, soms wel terecht en soms niet terecht, altijd klagen dat er verkeerd geciteerd wordt, selectief geciteerd wordt, gemanipuleerd wordt of dat er zaken worden beweerd zonder bronvermelding etc. Het zijn altijd de critici die manipuleren en die Steiner niet gelezen hebben (de meeste antroposofen wel, want die kunnen in regel goed uit de voeten met Steiners vaak ondoorgrondelijke taalgebruik, leert mijn ervaring…). Over de inhoud wil men vaak het debat niet aangaan. Dat hele dikke van Baarda rapport is voor een deel een lange litanie van klachten over hoe verkeerd, slecht of onzorgvuldig er geciteerd wordt en zelfs kwaadwillig gemanipuleerd wordt. Maar in dit geval is het dus een beetje het verhaal van de waard, het vertrouwen en zijn gasten, etc. Dat maakt het verhaal van van Manen er niet geloofwaardiger op; zijn verdere betoog is trouwens ook een lange klaagzang op het verkeerd citeren en het daarmee verkeerd voor het voetlicht brengen van de grote meester Rudolf Steiner. De critici zijn altijd de grootste charlatans, toch?
Dit is overigens niet alleen een Nederlands probleem, ook in Duitsland roepen antroposofen dit aan de lopende band (zie voor een interessant artikel hierover van Jana Hussmann van de Berlijnse Humboldt Universiteit http://www.religio.de/dialog/106/29_22-29.htm ). Hooguit is het alleen iemand als Thomas Höfer die daar een keer openlijk heeft gezegd dat het een keer afgelopen moet zijn met de eeuwig terugkerende mantra dat er verkeerd of selectief geciteerd wordt als er een racistische passage uit het werk van Steiner voor het voetlicht wordt gebracht, tenzij zo’n klacht terecht is natuurlijk. Maar hier kunnen we dus vaststellen dat van Manen welhaast opzettelijk ‘selectief citeert’. Fouten en onzorgvuldigheden zijn er om gecorrigeerd te worden, maar dat is dit overduidelijk niet. Meneer Heldens, u sprak toch van propaganda?  Van ‘schering en inslag’ en van ‘verwoestend’, van ‘halve waarheden’ en ‘kloeke leugens’.  Een beetje grote woorden nietwaar? Maar op deze manier weet ik er nog wel een.
Dat het niet alleen van Manen is blijkt wel uit de verschillende bijdragen uit Driegonaal. Daar wordt door de verschillende auteurs alleen maar gezeurd over verkeerd en selectief citeren. Het woord ‘propaganda’ en de vergelijkingen met ‘nazi-propaganda’ vliegen je van het papier tegemoet (zijn ‘schering en inslag’). Critici die wijzen op racistische passages in het werk van Steiner hanteren ‘nazi-methodes’, of er moet gespeculeerd worden over hun persoonlijk welbevinden. Ik denk dat het wellicht veel zinvoller en interessanter is om dit aspect zichtbaar te maken, dan om allerlei oude koeien uit de jaren tachtig weer uit een muffe sloot te gaan vissen, omdat Paul Heldens die zo belangrijk vindt.
Om nog even terug te komen op van Manen. Naast dat zijn stuk vooral een reactie is op het verhaal van Zondergeld en van der Tuin legt hij ook uit hoe het nu wel zit met Rudolf Steiner en zijn uitspraken over rassen (dat is waarschijnlijk de reden waarom Paul Heldens mij dit oude stuk heeft aanbevolen). Van Manen: ‘Men kan Steiners visie op de rassen als volgt samenvatten. 1. Door een samenspel van storende bovenzinnelijke invloeden en aardse krachtwerkingen zijn er in het verleden vijf rassen ontstaan. 2. Door de erfelijkheid zijn de raskenmerken voortgeplant en tegelijk losgekomen van de plaats van ontstaan. 3. Binnen enkele duizenden jaren zullen rasverschillen gaan verdwijnen en hun betekenis verliezen. 4. De ontwikkeling van de volkeren en culturen, die sterk vanuit Europa geïmpulseerd is, is een belangrijke eerste stoot tot de doorbreking van de verstarring in rassen. 5. De tijdelijke verdeling van mensen in rassen is niet los te zien van de reïncarnatiegedachte’. (Antroposofie ter Discussie, p. 54).
Ja en? Is er dan geen sprake van rassenleer? Eerder lijkt mij dat er inderdaad sprake is van rassenleer, ongeveer zoals van Manen het hierboven heeft samengevat. Zie hiervoor alle eerdere citaten uit ‘Die Mission’. Ik zou alleen toch wel de correctie willen aanbrengen dat die visie op rassen soms wat drastischer is dan hoe van Manen het hier voorspiegelt. Het moeten verdwijnen van de indianen bijvoorbeeld. Of moet ik begrijpen dat die toch weer incarneren in een ander ras, dus niets aan de hand? Van Manen is over dit soort kwesties niet duidelijk, zijn verhaal blijft sterk in het vage. Wel aardig dat hij nog een keer instemmend het verhaal van Maarten Ploeger aanhaalt (p. 52). En Ploegers verhaal is in zijn lompheid en recht voor zijn raap racisme meer dan duidelijk, dat hebben we eerder gezien. Van Manen: ‘Wat de rassen betreft, gaat het niet om de vraag of rassendiscriminatie juist is of niet. Daarop is het antwoord bekend. De vraag waar het om gaat is: bestrijdt men het leed en het onrecht, dat met rassenverschil verbonden wordt, het beste door alle rassenverschillen te ontkennen? (zie de bijdrage van Maarten Ploeger). Of is het wijzer om de stenen die hier liggen wel te zien? Niet om ze op te rapen om als projectielen te gebruiken, dat wil zeggen als argumenten voor superioriteitsaanspraken, maar om er overheen of er langs te stappen. Wie weigert de stenen te zien, kan er makkelijker over struikelen dan hij die ze wel ziet’. Mooi gesproken meneer van Manen, ook die beeldspraak, maar moeten we nu de ‘rasverschillen’ zien? Op de manier van Maarten Ploeger? Het lijkt me beter om te zwijgen en een paar goede boeken te gaan lezen (en daar bedoel ik vooral niet-antroposofische literatuur mee), voordat u over stenen begint met een verwijzing naar Maarten Ploeger. Het klinkt allemaal heel charmant, bijna parmantig, maar de uiteindelijke inhoud is dat toch wat minder. ‘Schwarze Kohle und der Neger ist ein Egoist’. Daar hebben we het namelijk wel over en u bent zeker bekend met deze voordracht getuige een ander citaat op dezelfde pagina. Van Manen: ‘Het kan inderdaad als een voordeel of een voorrecht van het blanke ras beschouwd worden dat deze rasuitwissende werking primair van de Europese volkeren uitgaat. Alleen in emanciperende zin beschouwde Rudolf Steiner het blanke ras als het ras van de toekomst, een uitdrukking die hij niet in de Volkszielen (als correctie op Zondergeld en van der Tuin, FS) gebruikte maar in een arbeidersvoordracht van 3 maart 1923’. Heel knap gevonden en vooral prachtig dat u de heren van der Tuin en Zondergeld zo toespreekt, maar we hebben het wel over dit citaat: ‘Auf der einen Seite hat man die Schwarze Rasse, die am meisten irdisch ist. Wenn sie nach Westen geht stirbt sie aus. Man hat die gelbe Rasse, die mitten zwischen Erde und Weltenall ist. Wenn sie nach Osten geht, wird sie braun, gliedert sich sich zu viel dem Weltenall an, und stirbt aus. Die Weiße Rasse ist die zukünftige, ist die am Geiste schaffende Rasse’ (vom Leben des Menschen.., p. 67 ). Ik heb het hierboven aangehaald. Het is maar wat je onder emancipatie verstaat. Geloof niet dat er veel van die emancipatie te genieten valt voor ‘Gelben und Swarzen’. Dus als u zich op dit citaat beroept, meneer van Manen, valt u toch een beetje door de mand.
Dit kleine polemiekje heeft wel een mooie geschiedenis. U dacht met uw opmerking iets slims te zeggen tegen Zondergeld en van der Tuin. Jeurissen haalt u slechts aan met ‘..zoals de antroposofische leerkracht Hans Peter van Manen het uitdrukt: ‘Dat kan inderdaad als een voordeel of een voorrecht van het blanke ras worden beschouwd, dat deze rassenuitwissende werking primair van de Europese volkeren uitgaat’ (Uit de Vrije School geklapt, p. 12). Uw vriend Paul Heldens, met wie u samen het boekje ‘Wanneer verwachtte Rudolf Steiner de komst van Ahriman’ samenstelde (waar het cultuurpessimisme à la Oswald Spengler overigens vanaf druipt), slaat mij jaren later met uw scherpzinnige verhaal om de oren en ik betrap u weer vervolgens op selectief, zoniet dubieus citeren. Terwijl het allemaal met uw slimme correctie op Zondergeld en van der Tuin was begonnen. Zo haarkloven wij allen weer in een rondje en uiteindelijk komt alles als een boemerang weer bij u terug. Alleen het racisme van Steiner blijft.
Van Manen besluit zijn beschouwing met: ‘Van der Tuin en Zondergeld proberen hun zonder meer absurde aantijgingen in een progressief kader te plaatsen en kiezen daarvoor een antimilitaristisch blad. Geweldloosheid is, hoe men het ook bekijkt, een edele zaak. Er is echter sprake van een tragische vertoning als juist de geweldloosheid als kader moet dienen voor een aanval, die op zo’n plompe wijze de waarheid geweld aandoet’ (p. 57-58). Toch vraag ik mij af wie de waarheid hier nu zo’n geweld aandoet, door weliswaar half toe te geven dat het blanke ras het ras van de toekomst is, maar daarbij niet vermeldt wat Steiner in de zin ervoor heeft gezegd. Een massaal uitsterven van twee mensenrassen, Gelb oder Schwarz, lijkt me geen onbelangrijk detail. ‘Halve waarheden zijn verwoestender dan kloeke leugens’, meneer Heldens.
Verder is het mij een beetje een raadsel waarom Paul Heldens het zo belangrijk vond dat ik deze bijdrage zou moeten meewegen. Van Manen legt nauwelijks iets uit over de visie van Steiner op rassen en volken en het is vooral gericht tegen een artikel van Zondergeld en van der Tuin, dat ik voor ‘Geloof in kabouters…’ niet heb gebruikt. Nu kan het zijn dat Paul Heldens vindt dat ik dezelfde argumenten gebruik als Zondergeld en van der Tuin, maar ik geloof dat ik wat betreft Steiner niet vaak vergelijkingen maak met het fascisme (om maar een voorbeeld te noemen). Ik heb het wel gehad over neo-nazi elementen (David Irving dus), maar dat was in verband met de Brug. Dit laatste lijkt meneer Heldens wel erg hoog te zitten, wat we zullen zien in de artikelen uit Driegonaal. Daar gaat het heel vaak over nazisme en de Tweede Wereldoorlog. Maar ik heb het in verband met de persoon Steiner geen relatie gelegd met het nationaal socialisme. Wel goed lezen, meneer Heldens.
Natuurlijk heb ik het wel over Steiners rassenleer zelf gehad. Over dat laatste is van Manen ronduit vaag; niet een keer citeert hij Steiner zelf, wat ik wel uitvoerig doe. Dus voor mijn eigen bevindingen kan ik het als grotendeels irrelevant terzijde schuiven, tenzij het gaat om de kwestie selectief citeren, daarvoor was het weer wel een aardige eyeopener.
Overigens heb ik nog iets toe te voegen wat betreft Zondergeld en van der Tuin. Vrij recent hebben zij een nieuw stuk geschreven over de rassenleer van Rudolf Steiner (in Gjalt Zondergeld, ‘Goed en kwaad; vijf opstellen, van fascisme tot pacifisme, van Rudolf Steiner tot Colijn’, Antwerpen, 2002, grote gedeeltes hier online te lezen . Zij nemen hierin afstand van hun vroegere vergelijkingen met het nazisme. Het jaren zeventig denken is er echt uitgezeefd. Hoewel ik dit nieuwe stuk van hen niet kende (ik heb het ook niet voor ‘Geloof in kabouters..’ gebruikt) blijkt dat hun inzichten van nu verrassend overeen komen met wat ik geschreven heb. Onze conclusies zou je bijna op elkaar kunnen leggen. Dus meneer  Heldens, als u zich zo druk maakt om wat beide historici hebben geschreven, neem dan eerst daar kennis van. Wellicht zouden we dan een ander soort discussie kunnen voeren. Zou wel wat actueler zijn geweest.

Antroposofie versus (anti)racisme; de speciale editie van ‘Driegonaal’

Weer van een heel andere aard zijn de artikelen uit de speciale editie van het Nederlandse antroposofische tijdschrift ‘Driegonaal; tijdschrift voor sociale driegeleding’, de ‘extra editie’, (anti)racisme versus anthroposofie; een bijdrage tot oordeelsvorming, maart 1996, gevestigd te Hemrik, met ‘artikelen die al verschenen waren vanaf 1985, aangevuld met een tweetal recente artikelen’. De bijdragen zijn van Fred Beekers, Mark Bischot, Mouringh Boeke, Dieter Brüll, Stephan Geuljans, Jan Luiten, Arnold Sandhaus en Liesbeth Takken. Let overigens op de spelling van het woord ‘anthroposofie’, dit vertegenwoordigt, samen met het Willehalm Instituut voor ‘Graalonderzoek en sociale driegeleding’ het geharnaste en ongenaakbare gezicht van de antroposofie in Nederland. Het tegenovergestelde van ‘krities’ dus. En dat blijkt meteen te kloppen. Geen knieval voor progressieve nieuwlichterij, maar ook niet zo ordinair radicaal als ‘de Brug’. Toch valt het me op dat men hier wel van wanten weet en van het op de man spelen is men hier niet altijd vies van (dat is soms een beetje beschamend).
Eerst het redactionele ten geleide van deze speciale editie. Daar staat onder meer: ‘De aantoonbare onwetenschappelijkheid van de anti-racisten, hun hardnekkige vasthouden, ook aan stellingen die onhoudbaar zijn, en de over ruim tien jaar uitgestrekte ‘jacht’ op de in hun ogen ‘racistische anthroposofie’, vormen een pijnlijk adequate illustratie van een uitspraak die Rudolf Steiner op 16 juni 1923 deed: ‘Wij hebben tegenover degenen die heden de anthroposofie bestrijden, slechts de opgave duidelijk aan te tonen waar zij de onwaarheid verkondigen. Daarover kunnen wij spreken. Maar over het meer rhetorische (curs. FS), over het inhoudelijke kunnen we natuurlijk niet spreken met mensen  die zich niet alleen niet willen laten overtuigen, maar die zich ook in wezen niet willen laten overtuigen, omdat het fundament hen ontbreekt’ (Driegonaal, p. 2).
Dit begint stevig. Toch vraag ik mij af wat zij met dat wetenschappelijke bedoelen. Ik zou de antroposofie toch niet erg wetenschappelijk willen noemen, althans volgens de normen die er binnen de normale academische wereld gelden. Ik vraag me namelijk serieus af of bijvoorbeeld Steiners visie op rassen, in de woorden Hans Peter van Manen, binnen de gebruikelijke wetenschap veel kans van slagen zou hebben: ‘Men kan Steiners visie op de rassen als volgt samenvatten. 1. Door een samenspel van storende bovenzinnelijke invloeden en aardse krachtwerkingen zijn er in het verleden vijf rassen ontstaan. 2. Door de erfelijkheid zijn de raskenmerken voortgeplant en tegelijk losgekomen van de plaats van ontstaan. 3. Binnen enkele duizenden jaren zullen rasverschillen gaan verdwijnen en hun betekenis verliezen. 4. De ontwikkeling van de volkeren en culturen, die sterk vanuit Europa geïmpulseerd is, is een belangrijke eerste stoot tot de doorbreking van de verstarring in rassen. 5. De tijdelijke verdeling van mensen in rassen is niet los te zien van de reïncarnatiegedachte’.  Noem het alsjeblieft levensbeschouwelijk, dit heeft namelijk niets met wetenschap te maken. Zie ook het eerder aangehaalde citaat van Jan Willem de Groot over antroposofische definitie van wetenschap, die ik alleen maar kan onderschrijven. Vraag me ook af hoe ‘aantoonbaar onwetenschappelijk’ de methodes van de antiracisten zijn. Hangt er natuurlijk vanaf wie je voor ogen hebt. Maar het lijkt me dat je heel wetenschappelijk verantwoord antiracistische kritiek kunt formuleren op de antroposofie.
Maar tot zover de wetenschap en de antroposofie. Wat staat er zoal in de verschillende bijdragen? Om te beginnen is het dus allemaal pre-van Baarda Commissie en zelfs pre-Jeurissen. De diverse auteurs richten vooral hun pijlen op wederom het artikel van Zondergeld en van der Tuin en een enkele keer op Bram Moerland. Erg actueel is het dus niet. Helemaal niet zelfs. Maar wellicht is het interessant om hier een blik op te werpen.
Het blad opent met een artikel van Stephan Geuljans, getiteld Antroposofie en Darwinisme. Geuljans is een bekende uit de artikelen van Jeurissen overigens en een later verklaard ‘rechtzinnig’ tegenstander van het van Baarda rapport, in zijn mening een knieval voor de niet-antroposofische kritische buitenwereld, zie bijvoorbeeld zijn artikel uit ‘Motief’ http://www.antroposofie.nl/literatuur/antroposofische_literatuur/artikelendatabase/ms/antver/df/motief33-3. Wat beweert hij daar zoal? Dat ook de van Baarda Commissie selectief citeert, die overigens weer alle critici van de antroposofie van selectief citeren beschuldigt. Driewerf hoera, of in dit geval driegeleed hoera. Net de Dordtse Synode.
Verder stelt Geuljans: ‘Citaten bewijzen niets’. Hangt er maar net vanaf in welke context. Ik ben het er wel mee eens dat een citaat zonder context niets bewijst (dat lijkt me niet meer dan een fatsoenlijk uitgangspunt voor iedere alfa- of cultuurwetenschap). En het duiden van een context is geen exacte wetenschap. Die zou je dus enigszins in een betoog moeten hard maken. Toch valt het me vaak op dat als je bij Steiner de context erbij betrekt het erger wordt in plaats van minder erg (zie mijn vorige stuk). Veel losse uitspraken van Steiner zijn juist heel goed in te passen in zijn gehele vertoog (behalve dus die uitspraak over de negerromans, daar kon ik verder niet mee uit de voeten).
In zijn beschouwing voor ‘Driegonaal’ begint Geuljans met een uiteenzetting over hoe de Nazi’s de antroposofie afwezen en zelfs een poging hebben ondernomen Steiner te vermoorden. Ook werd er in de Völkische Beobachter opgeroepen om Steiners komst naar München te verhinderen. ‘In die tijd werd Steiner al verdacht gemaakt’. Geuljans vervolgt met: ‘In onze tijd wordt Steiner opnieuw verdacht gemaakt, deze keer door de antiracisten. De aanklacht wordt onderbouwd met op zichzelf staande citaten zonder het door Steiner ontwikkelde mensbeeld erbij te betrekken’ (p. 3). Het spijt me maar ik kan dit alleen maar demagogisch vinden. Maar laten we verder het artikel van Geuljans verder serieus bekijken, die aandacht verdient het namelijk wel.
Vervolgens komt er een uiteenzetting over het verschil tussen Darwinisme en Steiners opvattingen: ‘Bij Darwin staat de evolutie der soorten centraal, waarbij de mens zich als hoogste diersoort heeft ontwikkeld. Het sociaal darwinisme past dit mensbeeld toe op de sociale verhoudingen, waarbij de mens zich in een ‘strijd der soorten’ zou bevinden waarbij het sterkste ras of diersoort in de ‘struggle for life’ overleeft, en in mindere mate het sterke ras het onderspit delft. Afgezien van alle nuances is de gangbare opvatting dat een mens, als lid van het ‘menselijk ras’ bepaalde universele rechten kunnen worden toegekend’. Daarna komt hij met ‘Filosofie der Vrijheid’ waarin Steiner stelt dat er één menselijk ras is. Ook spreekt Geuljans van een ‘ethisch individualisme’ bij Steiner.
Een belangrijk punt bij Geuljans is, wat hij trouwens ook uiteen zet in zijn artikel in Motief dat er bij Steiner sprake is van ‘evolutie’ en ‘involutie’. Als Steiner spreekt van het degeneren van de Indianen, is dit volgens Geuljans dat de ‘raskenmerken’ sterven, met andere woorden ‘involutie’ maar dat de mens als individu zich verder evolueert. Dus het belang van het ‘ras’ neemt af terwijl het belang van de individuele mens toeneemt. Geuljans besluit zijn artikel met: ‘Iemand die Steiner als filosoof serieus neemt en de zaak vanuit zijn ethisch individualisme beoordeelt weet dat Steiner in alle wetenschappen die hij becommentarieert, het individu centraal stelt. Als Steiner daar volgens enkelen niet geheel in geslaagd zou zijn, is dat een reden om die delen van de wetenschap alsnog met het menselijke te verbinden. Alleen iemand die de antroposofie als onfeilbaar systeem ziet, zal eisen dat distantiëren op zijn plaats is wanneer het citaat niet heilig genoeg is’(p. 7).
Ik ben met hele grote sprongen door dit verhaal gegaan (dat is wel te zien aan mijn verwijzingen) maar ik moet toegeven dat dit op zich serieuze stof tot nadenken oplevert (ik doe dus niet alles af). Wat betreft de notie van evolutie en involutie denk ik misschien weer het mijne, maar goed, de antroposofie is nu eenmaal mijn levensbeschouwing niet (eerlijk antwoord). Toch moet ik wel zeggen dit verhaal voor het eerst (van alle lectuur die ik inmiddels verwerkt heb) iets zie van een mogelijkheid om uit die volstrekt absurde rassjablonen te breken. Alleen bij die laatste opmerking heb ik wel weer mijn kanttekeningen. Juist als je het niet als onfeilbaar ziet kun je je er makkelijker van distantiëren lijkt me. Geuljans haalt veel van Steiner zelf aan, maar in zijn noten verwijst hij alleen naar jaartallen, er staan ook geen GA nummers, dus voor mij is het onduidelijk naar welke titels of voordrachten hij verwijst. Het jaartal 1910 ontbreekt, dus de Volkszielen zit er niet tussen. Ik heb trouwens nog wel meer vraagtekens. Wat er ook door veel antroposofen gezegd wordt (de rassenkwestie is iets van het verleden), Steiner zegt in de Volkszielen een keer expliciet dat zijn rassenverhaal ‘ook voor onze tijd’ geldt. Ik herhaal het in mijn vorige artikel aangehaalde citaat uit Die Mission Einzelner Volksseelen: ‘Diese Linie besteht auch für unsere Zeit (cursivering FS). Der Afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf. Das ist einfach ein Gesetzmäßigkeit. Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteilung. Hier ist die Wahrheit zwar manchmal verschleiert; aber Sie sehen, man kommt mit Hilfe der Geheimwissenschaft doch auf merkwürdige Erkentnisse”( Die Mission, p. 80-81). Dat ‘unsere Zeit’ lijkt me nog een ingewikkelde kluif om op te lossen en daar heb ik tot nu toe nog nooit een overtuigend antwoord op gehoord. Zie ook de eerder genoemde citaten uit ‘Vom Leben des Menschen und Erde’.  Zie verder het eerder aangehaalde commentaar van Bernd Hansen van de Junge Antroposophen..
Verder vind ik dat wat Geuljans in dit artikel naar voren brengt meer stof tot nadenken (en zelfs mogelijkheden tot eventuele vernieuwing) brengt, dan bijvoorbeeld de beschouwing van van Manen (en Ploeger laten we maar zitten). Maar erken dan wel dat er sprake is van racisme, want die is er en niet zo’n beetje ook. En ook de bespiegelingen over de innerlijke kwaliteiten van de indianen, aan de hand van Steiner, het zou kunnen. Maar daar tegenover staan ook de zeer negatieve kwalificaties. Alleen al dat sjabloon denken over rassen is al iets waarvan ik denk dat de antroposofie zich zou moeten bevrijden.  Verder is er natuurlijk een vracht aan postkoloniale literatuur die ik zou kunnen bedenken, maar dat voert een beetje ver. Zijn ook erg mijn eigen stokpaardjes en die zal ik er hier maar buiten laten. Alleen het gefixeerde denken in ‘cultuurperiodes’ al, het is het iets dat iedereen die een beetje geschoold is in de hedendaagse cultuurwetenschappen volstrekt wezensvreemd. Maar goed, antroposofie is dan ook geen wetenschap maar esoterie, mijns inziens althans. Erken dat gewoon en doe dan verder geen algemene uitspraken met wetenschappelijke pretenties over rassen meer.
Verder moet ik zeggen dat de verdere inhoud van het blad zeer achterhaald is en ook niet altijd even netjes is naar de critici van de antroposofie, sterker nog, zwaar onder de gordel. Ik ga hier niet alle sneren weergeven die er worden uitgedeeld naar Moerland en Zondergeld, maar beschamend is het wel. Het gaat echt tot en met speculaties over persoonlijke zaken. En meer dan speculeren is het niet. Had het dan bij dat ene stuk van Geuljans gehouden. Op zaak spelen mag wat mij betreft stevig en soms hard, maar dat op de man spelen is wel een beetje ranzig. Lijkt me ook een teken dat er dan niet zo’n sterke zaak is. En inderdaad, er is wel een probleem. Een racisme probleem bijvoorbeeld.
Een voorbeeld wil ik er wel uitlichten. Het betreft het artikel ‘Het bruine denken van Frans van de Ven; het karakter van fascistoïde propaganda’, door Arnold Sandhaus. Ook dit is een repliek op een oud artikel. Het gaat om ‘De bruine kanten van het groene denken’, door Frans van de Ven in de Groene Amsterdammer van 23 maart 1988 (op p. 35). Overigens kan ik niet op de inhoud van dat artikel ingaan, ik heb dit niet boven water gekregen. Ik ben dus wel beperkt in mijn inhoudelijke behandeling, maar ik kan er wellicht iets over de argumentatie van Sandhaus zelf uithalen (we zijn eurythmie docent Arnold Sandhaus al eerder tegen gekomen bij zijn kritiek op Jan Willem de Groot). Het komt erop neer dat Sandhaus van der Ven beschuldigt van Nazi-methodes, nav de opmerking ‘Wanneer verdwijnt Atlantis voor goed in de zee?’ (lijkt me trouwens geen drama, die opmerking althans). Maar wat ik het kwalijke van Sandhaus vind is dat hij anderen van ‘bruin denken’ beschuldigt, maar zelf jaren later een keer goed door de mand is gevallen. Toen de Antroposofische Vereniging in Nederland na een buitengewone ledenvergadering had besloten de Commissie van Baarda in te stellen om Steiners werk op mogelijk racisme door te lichten, behoorde Sandhaus tot de rechtzinnige tegenstanders. Hij ging daarin zo ver, dat hij zelfs bij de radicale antroposofen in Begië (we kennen ze van de Brug) een voordracht kwam houden over ‘Michaëlische moed’. Daar zou het de Nederlandse antroposofische vereniging aan ontbreken, vond Sandhaus. Hij was daar tamelijk duidelijk over. In de Brug staat een uitgebreid verslag van deze bijeenkomst. Ik had dit al bij het schrijven van mijn vorige artikel gesignaleerd, maar heb toen Sandhaus niet met naam en toenaam genoemd. Maar als meneer Sandhaus een journalist van de Groene Amsterdammer van ‘bruin denken’ beschuldigt, wat doet hij dan bij een blad waar grof antisemitisme en holocaustontkenningen ‘schering en inslag zijn’? En we hebben gezien, op meer plaatsen wordt er in dat blaadje gedweept met neo-nazi elementen. Dus als ik meneer Sandhaus was, zou ik een beetje terughoudend zijn met het beschuldigen van journalisten van de Groene van ‘bruin denken’. Dan moet hij eerder bij zijn vrienden van de Brug zijn; daar vind je pas echt ‘bruin denken’. De grootste klapper is toch wel, meneer Sandhaus, dat er in deze speciale editie van Driegonaal een ander artikel van u is verschenen (Paul Heldens verwijst er in ‘Heikele kwesties’ ook naar) met de titel ‘Het nazisme waart nog steeds rond maar waar?’ (p. 41). Ik zal het u laten zien: daar. Lees verder nog maar het hierboven aangehaalde artikel ‘Ahriman; staat, multicultuur en holocaust’, waar een hele trits holocaustontkenners wordt aangeprezen. Gaat u daar maar eens kijken. Uw vrienden van de Brug lusten er wel spreekwoordelijke pap van. Ik heb geen idee hoe die relatie verder zit, ik constateer alleen dat u opdook in dat Blad, met een verhaal dat het de Nederlandse Antroposofische Vereniging aan ‘Michaëlische Moed’ ontbrak. Maar ik zou hoe dan ook het bruine element eerder daar zoeken dan bij ‘de Groene Amsterdammer’ (ik was er ook niet over begonnen als u niet die beschuldiging naar van de Ven had geuit). En de bewijslast voor dat bruine element is in het geval van de Brug overstelpend. Zo kun je er lezen dat de Holocaust ‘nog onderzocht’ moet worden, in het artikel ‘De Christelijke impuls uit Midden Europa’. Verder zit je vanaf die site met twee muisklikken op de ergste neo-nazi sites die je maar kunt bedenken (kijk maar onder de W van ‘Wereldoorlog II’, of de H van ‘Holocaust’).
Gezien de krachtige kwalificatie in het verhaal van Paul Heldens wil ik tot slot nog kort ingaan op het artikel van Dieter Brüll, ‘De nieuwe reactionairen’ (p. 14-24, De Nieuwe Reactionairen (def)te raadplegen, inclusief naschrift). Wat bedoelt meneer Brüll daarmee?  Het is vooral een tirade tegen het werk van Zondergeld en de Groningse hoogleraar pedagogiek JD Imelman, auteur van het toen actuele ‘Hoe vrij is de Vrije School’, uit 1983 waarin hij kritiek heeft geuit op het Vrije School onderwijs (is net zoveel over gereld als over Zondergeld, ook in ‘antroposofie ter discussie’). Is het voor mijn verhaal relevant? Totaal niet zelfs, dus begrijp ook niet waarom Paul Heldens ermee aan kwam zetten. Brülls betoog is verder dat de antiracisten van de generatie jaren zestig/zeventig net zo reactionair zijn als de fascisten van de jaren dertig/veertig. Lijkt me onwaarschijnlijk, maar is weer een hele andere discussie. Wat wilde u hiermee, meneer Heldens? Hoor ik daar soms ook bij? Nu ben ik geboren in de jaren zeventig maar ik leef er niet in.
Een van de zeldzame keren dat Brüll het (terloops) echt over Steiner zelf heeft (hij heeft het veel te druk met Zondergeld, Immelman en het verdedigen van Sigismund von Gleich, zie voor de laatste dit afschrikwekkende voorbeeld): ‘Omdat de duvel met Zondergeld speelt, heeft hij precies de verkeerde ‘racist’ te pakken. Zeker, hij (von Gleich) werkte Steiners ‘rassenleer’ uit voor de voor-Christelijke tijd (daarna hebben in de zienswijze van Steiner rassenverschillen hun betekenis verloren)’. (Dieter Brüll, ‘De Nieuwe reactionairen, met een bijzondere aandacht voor het verschijnsel Zondergeld’, Driegonaal, 1986, no. 1). Laten we dit maar eens afwegen tegen de volgende passage van Steiner uit Die Mission: ‘Sehen Sie sich doch die Bilder der alten Indianer an, und Sie werden gleichsam mit Händen greifen können den geschilderten Vorgang, in dem Niedergang dieser Rasse. In einer solchen Rasse ist alles dasjenige gegenwärtig geworden, auf eine besondere Art gegenwärtig geworden, was in der Saturnentwickelung vorhanden war; dann aber hat es sich in sich selber zurückgezogen und hat den Menschen mit seinem harten Knochensystem allein gelassen, hat ihn zum Absterben gebracht. Man fühlt etwas von dieser wirklich okkulten Wirksamkeit, wenn man noch im neunzehnten Jahrhundert sieht, wie ein Vertreter dieser alten Indianer davon spricht, daß in ihm lebt, was vorher für die Menschen groß und gewaltig war, das aber die Weiterentwickelung unmöglich mitmachen konnte. Es existiert die Schilderung einer schönen Szene, bei welcher ein Führer der untergehenden Indianer einem europäischen Eindringling gegenübersteht’ (p. 122).
Er staat ‘neunzehnten Jahrhundert’. En er zijn ook nog foto’s van gemaakt! Als dit artikel van Brüll de ultieme verdediging moet zijn, vrees ik dat de antroposofie echt met lege handen staat.
Brüll concludeert overigens met: ‘In 1932 verscheen Karl Heyers studie ‘Wie man gegen Rudolf Steiner kämft’. Sindsdien is er weinig veranderd. De onderwerpen en de termen zijn aangepast. En wat vroeger meer van de kerken uitging, komt nu van hun opvolgers, de nieuwe reactionairen. Ook zij kunnen ongetwijfeld op vele gelovigen rekenen. Toch is één ding anders geworden. Werd destijds iemand op een onwaarheid betrapt, dan placht hij zich, weliswaar met smoesjes, te excuseren. dat was minder het gevolg van fatsoen, dan wel van ’social control’. Tegenwoordig hoeft dat niet meer. Je kunt anderen, zonder een spoor van bewijs, van indoctrinatie van kinderen beschuldigen, van racisme en antisemitisme’. Een beetje pijnlijk… De cursivering is overigens mij. Die uitsmijter over Karl Heyer heeft Paul Heldens dus gewoon letterlijk van Brüll overgeschreven. Interessant. Heel effectief, tegen welke racisme-aantijging dan ook. Brüll sluit af met: ‘Daarbij hoort ook het recept van Lenin: liquideer gerust honderd mensen, waarvan er negenennegentig onschuldig zijn, als dat een manier is om de schuldige te vernietigen. Het is ook de methode van onze technocratie. En op het peil van Zondergelds artikelen overgebracht: gooi gerust honderd modderkogels naar de vijand; als er ook maar een raak is, is het de moeite waard. Omdat ik geen zin heb om de edelsten onder dit modderbad vandaan te (blijven) slepen, is voor mij hier de casus Zondergeld gesloten’. Wat een theater. Bovendien blijkt die zaak voor anderen (zie Paul Heldens) helemaal niet gesloten. Iedere keer als er iets gezegd wordt over racisme in de antroposofie wordt er weer op de trom Brüll/Zondergeld geroffeld. Net alsof er daarna nooit meer een zinnig argument is uitgewisseld. Of is dat soms te bedreigend, want deze polemiek was tenminste overzichtelijk? Maar daarmee is Steiner niet ontlast, dus ik vrees dat je het daarmee niet redt.
Concluderend kunnen we toch wel stellen dat het hier allemaal om erg verouderd materiaal gaat. Het stuk van Geuljans vond ik er op een bepaalde manier wel uitspringen (zie er zelfs een openingetje voor vernieuwing in, al is dat een zaak van de antroposofen zelf), maar verder denk ik dat het verder allemaal niet meer erg van belang is.

Update januari 2009: Walter Heijders ‘Rudolf Steiner versus nationaal socialisme’

Het lijkt mij nuttig om nog kort aandacht te besteden aan twee andere door Paul Heldens aanbevolen bronnen. Het betreft de VOK Cahiers (nu pas in handen) over de racisme-kwestie van Walter Heijder ‘Rudolf Steiner versus nationaal socialisme’ en Willem Frederik Veltman ‘Van je ras, ras, ras rijdt de koning door de plas’ (humor, maar we zullen kijken of de inhoud net zo geestig is).
Eerst de meest serieuze. De bioloog Walter Heijder schrijft vaker voor antroposofische media. Hij behoort niet bepaald tot de rekkelijken (eerder de preciezen). Zijn bijdragen zijn in regel erg degelijk, met veel gemier op de letter (vaak terecht, zie overigens ook dit artikel uit Skepter http://www.skepsis.nl/steinercommissie.html). Dat lijkt ook zijn insteek te zijn in deze publicatie. We zullen kijken of hij het hier ook bij het rechte eind heeft.
Hij begint met een uiteenzetting dat er in het afgelopen decennium (de publicatie is uit 1997) veel onjuiste beweringen zijn gedaan inzake Rudolf Steiner en de rassenkwestie, zowel door de critici (vooral Moerland en Jeurissen) maar ook door enkele antroposofen (in dit geval Jelle van de Meulen). Zijn focus ligt sterk op de relatie van Rudolf Steiner en het antisemitisme/nationaal socialisme. Ik heb mij tot nu toe altijd vrij neutraal in deze zaak opgesteld, dus ik wil in dit verband ook niet uitgebreid ingaan op wat Heijder hierover beweert. Heb ik bij de andere partij ook niet gedaan, dus ik laat dat hier vooralsnog in het midden. De inleding op deze VOK uitgave is overigens hier te lezen.
Wat in dit verband wel interessant is, is Heijders kritiek op Bram Moerland en Toos Jeurissen wat betreft de passage ‘geen persoonlijke sympathie’ en de ‘grote wetmatigheden in het mensdom’ uit de vierde voordracht uit Die Mission einzelner Volksseelen (al vaak langsgekomen). Heijder citeert Moerland: ‘Hoe ziet Rudolf Steiner de voorzienigheid? Hij wijdt daar in zijn boek ‘De Volkszielen’ een lange passage aan. Ten eerste waarschuwt hij ons ervoor dat, als we de kosmische betekenis van de indianen willen begrijpen, wij geen persoonlijke sympathie of persoonlijk enthousiasme moeten laten meespelen, want daar komt het niet op aan. Het komt slechts aan wat besloten ligt in de grote wetmatigheden van het mensdom. Wie zich tegen het noodzakelijke zou uitspreken, zou niets bereiken. Zich daartegen uitspreken betekent dat er hindernissen worden opgesteld. (Heijder p. 11, geciteerd uit Moerland p. 18-19). Jeurissen heeft deze passage van Moerland overigens letterlijk overgenomen in haar brochure (p. 18, http://www.antroposofia.be/wordpress/uit-de-vrije-school-geklapt.pdf). Zij bespreekt trouwens de algemene intentie van dit citaat en koppelt dat aan het beruchte ‘Jodendom-citaat’. Het gaat dus bij Jeurissen om de algemene ethiek die uit die woorden spreekt, niet om het specifieke voorbeeld.
Walter Heijder stelt dat Jeurissen hier wel erg kort door de bocht is gegaan en zich heeft laten inpakken door Bram Moerland. En Moerland flest de boel, blijkens de bewijsvoering van Walter Heijder. Heijder maakt dit hard door een bijna anderhalve pagina uit Die Mission voluit te citeren. Daaruit blijkt het volgende. Het ‘citaat’ van Moerland blijkt een samenstelling te zijn van twee losse zinnen, waar drie alinea’s tussen staan. Deze zijn ook nog eens in omgekeerde volgorde weergegeven. Dus eerst komt: ‘Wie zich tegen het noodzakelijke zou uitspreken, zou niets bereiken. Zich daartegen uitspreken betekent dat er hindernissen worden opgesteld’, dan drie alinea’s en dan pas ‘…geen persoonlijke sympathie of persoonlijk enthousiasme moeten laten meespelen, want daar komt het niet op aan. Het komt slechts aan wat besloten ligt in de grote wetmatigheden van het mensdom’. Heijder laat ook zien dat in de zinnen voor deze passages, er tussen en erna, het woord ‘indianen’ niet eens voorkomt. Conclusie, Moerland bedriegt de boel.
Laat ik beginnen om mijn complimenten aan Walter Heijder te maken, want wat je er verder van mag vinden, slim is het wel. Er zijn alleen twee kanttekeningen te maken. In de eerste plaats parafraseert Moerland. Misschien had hij dat duidelijker moeten aangeven (wellicht is die kritiek wel terecht), maar bij zowel Moerland als Jeurissen gaat het om de context van het hele betoog van Steiner. En nergens geeft Moerland aan dat het een letterlijk citaat is.
Verder gaat het hier niet om de letter maar om de intentie. Heijder laat namelijk de context van het hele betoog van Steiner buiten beschouwing (in dit geval de vierde voordracht), al wekt hij de schijn dat hij dit niet doet, middels een lange uitsnede (waarin heel precies de cruciale passages zijn weggelaten). Dat betoog komt, in mijn eigen woorden, dus geen enkel misverstand, op het volgende neer:
Er zijn sinds de Lemurische tijd storende krachten actief, de zogeheten ‘abnormale geesten van de vorm’.Deze hebben op verschillende plekken op aarde invloed doen geleden en hebben ervoor gezorgd dat bij de locale bevolking aldaar een paar storingen in de ontwikkeling hebben plaatsgevonden. In Afrika hebben deze krachten ervoor gezorgd dat de accenten van het kind doorwerken op de plaatselijke bevolking, in Azië dat de puberale accenten dominant zijn. In Europa is alles betrekkelijk harmonisch verlopen. Daar hebben deze krachten vooral de volwassenheid geaccentueerd, maar dat is niet zo erg, blijkens de woorden: Diese Linie besteht auch für unsere Zeit. Der afrikanische Punkt entspricht denjenigen Kräften der Erde, welche dem Menschen die ersten Kindheitsmerkmale aufdrücken, der asiatische Punkt denjenigen, welche dem Menschen die Jugendmerkmale geben, und die reifsten Merkmale drückt dem Menschen der entsprechende Punkt im europäischen Gebiete auf. Das ist einfach eine Gesetzmäßigkeit. Da alle Menschen in verschiedenen Reinkarnationen durch die verschiedenen Rassen durchgehen, so besteht, obgleich man uns entgegenhalten kann, daß der Europäer gegen die schwarze und die gelbe Rasse einen Vorsprung hat, doch keine eigentliche Benachteiligung. Hier ist die Wahrheit zwar manchmal verschleiert, aber Sie sehen, man kommt mit Hilfe der Geheimwissenschaft doch auf merkwürdige Erkenntnisse. (p. 79-80)
Verder zegt Steiner dat deze eigenschappen zich voortzetten in de erfelijkheid en dat deze zich dus los van de plaats van het ontstaan voorplanten. Maar de lijn loopt door; er is immers ook een ras dat met de ouderdom en de dood wordt geassocieerd, in dit betoog een niet onbelangrijk detail: ‘Wenn wir dann diese Linie weiterziehen, so kommen wir weiter nach Westen nach den amerikanischen Gebieten hinüber, in jene Gebiete, wo diejenigen Kräfte wirksam sind, die jenseits des mittleren Lebensdrittels liegen. Und da kommen wir — ich bitte das nicht mißzuverstehen, was eben gesagt wird; es bezieht sich nur auf den Menschen, insofern er von den physisch-organisatorischen Kräften abhängig ist, von den Kräften, die nicht sein Wesen als Menschen ausmachen, sondern in denen er lebt -, da kommen wir zu den Kräften, die sehr viel zu tun haben mit dem Absterben des Menschen, mit demjenigen im Menschen, was dem letzten Lebensdrittel angehört. Diese gesetzmäßig verlaufende Linie gibt es durchaus; sie ist eine Wahrheit, eine reale Kurve, und drückt die Gesetzmäßigkeit im Wirken unserer Erde auf den Menschen aus. Diesen Gang nehmen die Kräfte, die auf den Menschen rassebestimmend wirken. Nicht etwa deshalb, weil es den Europäern gefallen hat, ist die indianische Bevölkerung ausgestorben, sondern weil die indianische Bevölkerung die Kräfte erwerben mußte, die sie zum Aussterben führten. Von der Eigentümlichkeit dieser Linie hängt das ab, was auf der Oberfläche unserer Erde mit den Rassen sich abspielt, was von den Kräften, die nicht unter dem Einfluß der normalen Geister der Form stehen, bewirkt wird. Wo Rassencharaktere in Betracht kommen, da wirken sie in dieser Weise. In unserer Zeit wird der Rassencharakter aber allmählich überwunden.
We kunnen dus ook concluderen dat de ‘wetmatigheden’ ervoor gezorgd hebben dat de Indiaanse bevolking’ is ‘uitgestorven’, net voordat ‘in onze tijd het rassenkarakter langzaam wordt overwonnen’.
Als wij dan nu weer gaan kijken naar de verknipte ‘citaten’ van Bram Moerland, waar gaan die dan wel over, geplaatst in de oorspronkelijke context? Zij gaan over de ‘wetmatigheden’ die in het voorgaande besproken zijn. Het zijn concluderende opmerkingen aan het slot van een betoog, of zelfs een bevestiging van wat er eerder is gezegd. De meest in het oog springende zaken van dat betoog zijn hierboven weergegeven. En het meest pregnante detail zijn toch wel de beweringen over de indianen. Moerland heeft de intentie van de tekst dus correct weergegeven, die is weggelaten uit de lange uitsnede van Walter Heijder.
Laten we duidelijk zijn dat Moerland niet correct heeft geciteerd. Maar heeft Moerland dan de suggestie gewekt dat hij letterlijk citeerde? Er staan namelijk nergens aanhalingstekens. Moerland parafraseert dus. Wel heeft Jeurissen dit later als een ‘citaat’ opgevat. Zij schrijft: ‘Bram Moerland citeert in zijn boekje Rassenleer met charisma Rudolf Steiner in zijn boek de Volkszielen over het lot van de indianen: ‘ Ten eerste waarschuwt hij (Steiner) ons ervoor dat…’ enz. We kunnen dus wel zeggen dat Jeurissen er te makkelijk vanuit is gegaan dat Moerland letterlijk citeert. Die kritiek op Jeurissen is dus wel terecht. Moerland zou je kunnen verwijten dat hij misschien iets duidelijker had moeten zijn dat hij niet citeerde maar parafraseerde (dan is het in dit geval minder ernstig dat beide opmerkingen van Steiner in omgekeerde volgorde zijn weergegeven). Maar dat dit ook over het lot van de indianen gaat is zonder meer waar. En precies dat detail laat Walter Heijder weg. Die is in zijn lange uitsnede wel zo slim geweest om net die passages niet mee te nemen (het scheelt een paar regels). De laatste opmerking over de indianen staat in een paar zinnen daarboven. Kortom, bijzonder slim, maar uiteindelijk niet slim genoeg. Voor degenen die het willen nakijken, de uitsnede van Heijder loopt van:

Dies hängt alles mit dem geistigen Gang der Entwickelung zusammen (Nachlassverwaltung, Dornach, 1950, p. 84).
Vertaling Heijder: ‘Dat hangt allemaal met de geestelijke ontwikkeling samen’.
Vertaling Pentagon-uitgave (De Volkeren van Europa, 2006): ‘Dit hangt allemaal met de geestelijke ontwikkeling samen’ (p. 116)

tot

‘Wenn man den Boden, auf dem man steht, erkennt bis zur Insel- und Halbinselbildung, dann wird man fühlen, welche Empfindung einen überkommen muß, wenn man im Sinne der Menschheitsentwickelung wirken will’ (p. 86).
Vertaling Heijder: ‘Als men de grond waarop men staat leert kennen, tot en met de vorming van eilanden en schiereilanden, dan zal men ervaren welk gevoel men moet ontwikkelen wanneer men in positieve zin voor de mensheidsontwikkeling wil werken’.
Vertaling Pentagon-uitgave: ‘Wanneer je de grond waarop je staat leert kennen, tot en met de vorming van eilanden en schiereilanden, zul je gaan ervaren welk gevoel zich van je meester moet maken als je in de zin van de mensheidsontwikkeling wilt werken’ (p. 118).

In een fatsoenlijke tekstinterpretatie (althans zoals ik dat gewend ben), wordt er goed gekeken naar de letter, maar ook naar de context en de intentie. Misschien is Heijder, met zijn achtergrond als bioloog, wat anders gewend, maar dat is normaal gesproken de correcte gang van zaken. En naar de intentie en naar de letter staat er dat wij ons niet moeten uitspreken tegen de wetmatigheden van het mensdom, of ons moeten laten leiden door persoonlijke sympathie (voor alle duidelijkheid, ik parafraseer dus). En wat houden die wetmatigheden in? Onder meer dat de indianen zich de krachten moesten verwerven om uit te sterven, net voordat er een heerlijke ‘rasloze’ toekomst wordt beloofd. En het zijn de Europeanen die daar de vruchten van zullen plukken. Zij hebben alle voordelen en lijden niet aan de nadelen, waar de andere rassen wel aan lijden. Voor de indianen is het jammer, maar te laat. Conclusie, uiteindelijk (in de context van het hele betoog, in zijn geheel na te lezen op http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121_04.htm) komt Moerlands beschrijving meer in de buurt van wat Steiner beoogt met deze voordracht dan Walter Heijder, al doet zijn lange uitsnede anders vermoeden. Wie hier nog aan twijfelt zou ik willen verzoeken om de vierde voordracht uit Die Mission in zijn geheel precies na te lezen. Ik denk dat er dan geen andere conclusie mogelijk is. Het betoog is duidelijk.
Ik moet zeggen dat ik deze truc (iets anders kan ik er niet van maken) wel erg doorzichtig vind. Als Heijder echt wilde aantonen dat de door Moerland aangehaalde citaten niet over de indianen gingen, had hij die passages die wel over de indianen gaan gewoon moeten meenemen en op basis daarvan zijn gelijk moeten aantonen. Maar dat was stukken moeilijker geweest, zo niet onmogelijk. En dan die eeuwige klacht van antroposofen dat critici bijna per definitie ‘selectief citeren’. Op die manier wordt het wel heel pathetisch. We zullen bovendien bij de volgende ‘verdediging’ van Steiner zien, die van Veltman (ook een VOK uitgave) dat die passages weer nadrukkelijk wel over de indianen gaan, alleen wordt er daar weer een volstrekt nieuw argument verzonnen waarom die passages niet racistisch zouden zijn. Slim van Paul Heldens dat hij mij beide publicaties heeft aangeraden. Want hoewel Veltman Steiner ook probeert vrij te pleiten zijn argumenten staan haaks op die van Heijder, zoals we zullen zien. Beide verdedigingen van Steiner ondergraven elkaar. Dat hebben ze bij Vrije Opvoedkunst dus niet handig op elkaar afgestemd. Het is dus of het een of het ander. Of allebei niet natuurlijk, maar dat zal zo duidelijk worden.

Update januari 2009: Van je ras, ras, ras…Een jongensboek; waarin een olijke meneer Veltman monter van leer trekt tegen die ‘schreeuwende mevrouw Toos’

Van een iets andere orde is de publicatie van Willem Frederik Veltman ‘Van je ras, ras, ras, rijdt de koning door de plas; een rechtzEtting’ (met die spelling, subtiel), uit 1997. Zijn verhaal is vooral een reactie op Jeurissen (waarin hij ook gebruik maakt van het bovenstaand behandelde betoog van Heijder) en hij hekelt de slappe knieën van het bestuur van de antroposofische vereniging na de ‘affaire Wiechert’. Het meeste van wat hij tegen Jeurissen in stelling brengt is afkomstig uit twee andere geschriften; het in beperkte oplage verschenen ‘Commentaar op ‘Uit de Vrije School geklapt’ van Herman Boswijk en een (toen nog niet verschenen) tekst van Mees Meeussen. Ik heb het idee dat de serieuze gedeeltes vooral afkomstig zijn uit beide publicaties. Die passages maken ook een degelijke indruk en vormen een schril contrast met Veltmans eigen uitleg van een paar fragmenten van Steiners werk. Die is soms bijna schokkend benedenmaats. Als hij andere teksten van Steiner bespreekt leunt hij meestal op de uitleg van anderen. De enige twee keren dat hij, naast een verwijzing naar Steiners autobiografie ‘Mein Lebensgang’ waarmee hij afdoende meent te verklaren dat Steiner nooit van zijn leven een ‘theosoof ’is geweest, wel iets aanhaalt en probeert uit te leggen (beide uit Die Mission einzelner Volksseelen) blijkt dat hij de tekst in het eerste geval niet goed gelezen of begrepen heeft (laat ik ervan uit gaan dat het niet moedwillig is) en in het tweede geval (in een eindnoot) geeft hij er wel zo’n aparte draai aan dat het regelrecht lachwekkend wordt. Dat lijkt me wel moedwillig, maar zijn lezing is de meest wanhopige uitvlucht die ik tot nu toe ben tegengekomen. Als er een iemand Steiners woorden weet te misvormen of te verdraaien dan is het meneer Willem Frederik Veltman wel. Dat zullen we later zien. Veltman lijkt het verder het een buitengewoon jolig onderwerp te vinden (gezien de titel, maar ook sommige uitspraken). Zo spreekt hij steeds van Mevrouw Toos Jeurissen. We zullen zien of dit werkje van meneer Willem Frederik Veltman ook zo’n vrolijke behandeling verdient. De passages die duidelijk van Meeusen of Boswijk zijn (ik heb overigens het idee dat Veltman dat niet altijd even duidelijk aangeeft, wat van hen is en wat van hem zelf) zal ik hier vooralsnog buiten beschouwing laten. Ik heb het idee dat ik die meer recht zou doen en echt een serieuze bespreking verdient als ik hun complete artikelen in de oorspronkelijke vorm zou lezen, dus daarin hou ik me op de vlakte. De focus ligt op de inbreng van Veltman zelf, waar al genoeg over te zeggen valt.
Meneer Veltman begint: ‘Van je ras, ras, ras, rijdt de koning door de plas. Wat gebeurt er als de koning door de plas rijdt? Hij wordt overdekt met modderspatten. Als hij in een koets rijdt, zitten die spatten op de koets, als hij te paard door die plas draaft, zal hij zelf ook wel onder de modderspatten raken. Hoe dan ook, er moet worden schoongemaakt, koets of koning, het vuil moet eraf! Je kunt natuurlijk ook vragen: waarom rijdt hij door de plas, of hoe komt het dat hij door de plas rijdt? Het antwoord is betrekkelijk eenvoudig: omdat hij of de koetsier niet goed hebben uitgekeken’ (p. 4). Het statement is duidelijk. Het blazoen is dus besmeurd en meneer Veltman, die ongetwijfeld wel goed zou hebben uitgekeken, gaat poetsen. We gaan rijden met koetsier Meneer Veltman op de bok.
Wie in de ogen van Veltman de vervuiler is wordt al vrij snel duidelijk: ‘En toen kwam mevrouw Toos Jeurissen en zij schreef haar brochure ‘Uit de Vrije School geklapt; over antroposofie en racisme; een stellingname’(…) Hoewel haar betoog zwak was en slecht gedocumenteerd, emotioneel geschreven en op veel plaatsen volstrekt gespeend van iedere logica bracht deze publicatie veel te weeg. Het was duidelijk dat zij haar steun zocht bij enkele scribenten en ook gevonden, die reeds tien jaar tevoren een aanval hadden gedaan op Rudolf Steiner, de antroposofie en de Vrije Scholen met beschuldigingen van racisme, antisemitisme en nazisme. Deze beschuldigingen waren destijds op overtuigende wijze weerlegd in Driegonaal (dat hebben we gezien, FS), maar deze weerleggingen had Toos Jeurissen kennelijk niet gelezen of indien wel, naast zich neergelegd. Na het verschijnen van de brochure waarin de Vrije Scholen met nadruk werd aangeraden zich van Steiners rassenleer te distantiëren, volgde een merkwaardige reeks gebeurtenissen’ (p. 4-5). Hierna komt een korte beschrijving van de radio-uitzending met Christoph Wiechert en de advertentie van het bestuur van de antroposofische vereniging, waar Veltman het niet mee eens was.
Over de radio-uitzending en de ‘kwestie Wiechert’: ‘Zijn uitspraak over de vitaliteit van bepaalde Ajax-spelers kan je moeilijk opvatten als negatief discriminerend. Zijn woorden die betrekking hebben op de indianenvolken van Amerika konden daarom zoveel stof op doen waaien omdat een zeker de Bruyn van het ANP de term ‘uitroeiing’ van de indianen introduceerde, terwijl in werkelijkheid gesproken van afsterven of het te gronde gaan van deze volken’ (p. 7-8). Meneer Willem Frederik Veltman toch, Wiechert had het over ‘Wounded Knee’! Nooit van gehoord? Dat was pas gezellig te gronde gaan (is niet erg volgens meneer Veltman), althans voor die driehonderd slachtoffers. Maar de indianen zijn nog niet allemaal te gronde gegaan. Gelukkig niet, of moet ik begrijpen dat dit misschien jammer is omdat Steiner dan geen gelijk heeft? Ga eens een goed boek lezen over de geschiedenis van de indianen in plaats van het kritiekloos napraten van Rudolf Steiners racistische praatjes uit Die Mission. En ga aan je zwart gekleurde medemens maar eens een keer vragen hoe zij aankijken tegen de ‘vitaliteitsoverschotten’ van Wiechert, of nog beter, de ‘Kindheitsmerkmalen’ van Rudolf Steiner. Ben benieuwd of er dan ook beleefd meneer Willem Frederik Veltman wordt teruggezegd. Voor de duidelijkheid over wat Wiechert nu wel of niet gezegd heeft, hier de transcriptie van de radio-uitzending (http://florisschreve.web-log.nl/mijn_hersenspinsels_onder/transcriptie-.html overgenomen uit het van Baarda-rapport, p. 634-637 ).
Een belangrijke kwestie waar Veltman bij Jeurissen over valt is de passage over van Wettum. Jeurissen: ‘zoals de Vrije Schoolleerkracht J. van Wettum concludeerde in zijn artikel over vrije schoolonderwijs in Zuid Afrika (op dat moment nog zuchtend onder het apartheidsregime) ‘Vijftig jaar ontwikkeling’ in de jubileumuitgave van Vrije Opvoedkunst: ‘..dat het zwarte kind nog niet een gelijkwaardige partner is in de ontwikkeling van de mensheid’ (Jeurissen, p. 6).
Meneer Veltman weet hierop te melden dat hij het artikel aan zijn klas ter lezing heeft voorgeschoteld en dat er niet een leerling was die er iets racistisch in kon vinden. En dat terwijl zijn klas niet gevuld was met kinderen die zich knollen voor citroenen liet verkopen. ‘Kortom, een typische Vrije Schoolklas’, aldus meneer Veltman.
Een leerlingentribunaal dus? Tegen die mevrouw Toos Jeurissen? Toe maar. Dat lijkt ook een beetje op een heksenjacht. Of raak ik nu een hele gevoelige snaar, want antroposofen zijn goed te vergelijken met de Tempeliers? (uw woorden op p. 16). Dat sommige vrije schoolleerlingen redelijk mondig zijn ben ik wel met u eens, ook inzake de racisme-kwestie. Ga maar kijken op deze Duitse site http://namenstaenzer.de/2008/08/28/die-philosophie-der-un-freiheit-zu-rudolf-steiners-rassismus/. Daar wordt hartstochtelijk gediscussieerd over Steiners racisme, een onderwerp dat uw generatie Nederlandse antroposofen in een krampachtige ‘state of denial’ doet schieten. En die Duitse vrije schoolleerlingen (‘Waldi’s’) doen het goed. Konden meer antroposofen dat maar.
Maar als die leerlingen niets racistisch konden vinden zou het wel aardig zijn om te vernemen wat hun argumenten waren. Nog aardiger zou zijn als meneer Veltman zelf met argumenten kwam in plaats van zich achter zijn klas te verschuilen. Ik ken het bewuste artikel van van Wettum niet, althans niet meer dan wat er in verschillende publicaties uit geciteerd is, dus ik zal me in deze van een oordeel onthouden, maar ik vind Veltmans onorthodoxe wijze van polemiseren wel heel bedenkelijk. Zo’n zaak moet dus collectief worden uitgemaakt door een groep opgehitste kinderen, NB door hun eigen klassenleraar. Ga onderwijs geven in plaats van met je kinderen politiek bedrijven. En een ‘mevrouw Jeurissen denk erom, de kinderen vinden het ook’ vind ik geen indrukwekkend statement, al helemaal niet van een leraar. Of wordt in de klas van meneer Veltman alles collectief bepaald? Lijkt mij geen prettige omgeving om je kind tot een vrij en onafhankelijk denkend mens te laten ontwikkelen, toch een doelstelling van de vrije school, waar zelfs cijfers taboe zijn en ieder kind een individueel getuigschrift meekrijgt? En bovendien, zou u het in de eindexamenklas bijvoorbeeld aandurven om een paar van de meest controversiële teksten van Steiner door te nemen? Die arbeidersvoordrachten lijken mij voor de dertiende klas wel te doen (ik ken er wel een). Of durft u dat niet aan, want uw kinderen laten zich geen knollen voor citroenen verkopen? Maar dat is natuurlijk weer taboe, want tot de vrije hoge school worden kinderen niet geacht zelfstandig over de woorden van Steiner na te denken, of zelfs te reflecteren op de levensbeschouwelijke achtergrond van hun eigen school, laat staan kritiek hebben. Vraag me trouwens af wanneer dat dan wel mag. Als het aan u ligt volgens mij nooit.
‘In de geschiedenis van de kettervervolgingen en de Tempelieren- dan besef je hoe essentieel het is om zulke onjuistheden en vervalsingen recht te zetten’ (p. 16). Eigenlijk zijn antroposofen gewoon de Tempelieren van deze tijd. Mochten ze willen. Hoewel ontstaan uit de kruistochten waren die uiteindelijk stukken kosmopolitischer, ook in hun contacten met ‘heidenen’, dan waar de antroposofen ooit van zouden kunnen dromen. Of de catacombenchristenen (zie de Brug). Ook al zo’n goede vergelijking. Wel heerlijk slachtofferig, want wat zijn die sofen zielig. In dit stuk staat een nog heerlijker holocaustontkenning, dus een belangrijke voorwaarde voor dit knusse catacombenbestaan (uitgekotst worden door de meerderheid) is meteen geregeld.
Bovendien weet ik nog wel een relevantere parallel, dan het roeren van de tempelierentrom: In de geschiedenis van progroms en koloniale moordpartijen, zie je dat racistische misvattingen vaak een belangrijke basis vormden- dan besef je hoe essentieel het is om eurocentrische rassenwaan te corrigeren. Kijk maar naar Wounded Knee! Vooral dat laatste ligt kennelijk een beetje moeilijk. Het is bijna de universele bananenschil geworden van de Nederlandse antroposofie (zie Maarten Ploeger en Christoph Wiechert).
Over verschillende critici van de antroposofie weet Veltman te melden: ‘Citaten hoeven niet op juistheid te worden onderzocht, de context doet er niet toe. Er mag geïnsinueerd worden, vermeende verbanden worden gelegd, gevaarlijke strekkingen, enz.’ Heel belangrijk meneer Willem Frederik Veltman, maar vindt u dat serieus gelden voor het volgende? Veltman: ‘Bram Moerland, op wiens ‘Rassenleer met charisma’ Toos Jeurissen zich baseert, suggereert dat de uitspraak van Rudolf Steiner over het niet laten meespreken van persoonlijke sympathie bij de beschouwing van kosmische wetmatigheden inhoudt, dat je de vernietiging van de indianenstammen door de kolonisten in Amerika gevoelloos moet aanzien en daardoor eigenlijk met deze vernietiging instemt. Daar gaat mevrouw Jeurissen dan emotioneel van leer trekken: elke vezel van haar lichaam schreeuwt het uit. Maar geen enkele vezel in haar hersenen helpt haar op het idee komen deze uitspraak van Moerland eerst te verifiëren, voordat je je onsterfelijk blameert door dit niet alleen als zoete koek te slikken, maar ook nog eens te publiceren’. Wie zich hier vervolgens totaal blameert is meneer Veltman zelf, wanneer hij het gelijk van Jeurissen en Moerland bevestigt als hij eindelijk zelf iets durft te citeren uit Die Mission. Veltman: ‘Rudolf Steiner zegt totaal iets anders (?!) in zijn lezing over de volkszielen (hoezo is de vierde voordracht uit Die Mission een lezing over de volkszielen? De titel van deze voordracht is immers ‘Rassenentwickelung und Kulturentwickelung’, de ‘volkszielen’ komen pas later aan bod, FS). Hij wijst op een beweging die de mensheid heeft gemaakt vanuit Afrika over Azië naar Europa en Amerika: ‘Waar de grote beweging van de mensheid in aanmerking komt, mag geen persoonlijke sympathie en geen persoonlijk enthousiasme meespelen’.
Veltman licht toe met: ‘Deze wetmatigheid, zo legt hij eerder in de lezing uit, houdt in dat de naar het westen reikende beweging gepaard gaat met een ‘verouderende’ invloed; krachten werken in, die verhardend zijn, zodat dit to uitsterven kan leiden. Dit proces is een gegeven dat je niet kunt veranderen door het prettig of niet prettig te vinden, evenzeer als het proces dat de individuele mens doormaakt, dat ook tot verharding, veroudering en uiteindelijk tot afsterving leidt’ (p. 27). Meneer Willem Frederik Veltman, nu u zo aan het speculeren bent geslagen over de hersenvezels van anderen, is het weleens tot uw eigen hersenvezels doorgedrongen dat u niets anders doet dan het slaafs napraten van een speculatie, van iemand die van zichzelf beweerde helderziend te zijn? En uw eigen hersenvezels vinden dat genoeg grond om blindelings aan te nemen dat er daarom maar een heel mensenras moet worden weggevaagd? Dat die mevrouw Jeurissen het daarbij uitschreeuwt lijkt mij een gezondere reactie dan uw slaafse apologetendom. Want u neemt kritiekloos aan dat er zo’n wetmatigheid bestaat, uitsluitend omdat Steiner het gezegd heeft. Al bestaat er voor die wetmatigheid geen enkele grond en al levert het een heleboel dode indianen op. Je zou maar eens gaan twijfelen aan zo’n ‘wetmatigheid’.
Bovendien wordt er nu iets interessants zichtbaar. We hebben gezien dat in een andere VOK uitgave (die van Walter Heijder, net hiervoor besproken) juist is gepoogd om aan te tonen dat deze wetmatigheden niet over indianen gaan. ‘Steiner noemt de indianen niet eens’, meent Walter Heijder, althans niet wanneer hij het over de ‘wetmatigheden’ heeft (iets daarvoor wel, maar dat laat Heijder weg). Maar volgens Veltman gaat het dus wel over de indianen. Verschil van inzicht is natuurlijk altijd interessant, maar het is toch wel leuk om te zien dat bij Vrije Opvoedkunst de neuzen niet altijd dezelfde kant op wijzen. Lang leve de diversiteit, maar dit is wel heel pluralistisch. Waarom zijn Walter Heijder, Veltman en anderen er dan wel zo eenduidig over dat er geen sprake is van racisme of rassenleer? Het is opvallend hoe eensgezind antroposofen over die laatste stelling zijn maar hun argumenten (zie ook eerdere bijdragen) lopen nogal uiteen en zijn vaak regelrecht met elkaar in tegenspraak.
Meneer Willem Frederik Veltman heeft tot slot nog een paar uitsmijters in petto in zijn concluderende opmerkingen en in een regelrecht spectaculaire voetnoot. Eerst het slot van de brochure: ‘Door zinnen weg te laten en de anderen uit hun context te lichten doet Moerland voorkomen of Steiner zonder enig mededogen het uitmoorden van de indianen beschouwt. De suggestie wordt gewekt dat het objectieve inzicht in een wereldproces (? Cursivering FS) een goedkeuring betekent van gewelddadigheid, volkerenmoord en dergelijke. Maar deze gedachte is net zo onmogelijk als de mening dat je iemand mag doodslaan, omdat hij toch doodgaat. Over het indianencitaat zie noot 16. En mevrouw Jeurissen schreeuwt het uit omdat ze gelooft wat Bram Moerland zegt. En Bram Moerland omdat hij het zelf gelooft? Of omdat hij weet dat hij tendentieus aan de gang is?’ Meneer Veltman, Bram Moerland heeft een correcte beschrijving gegeven. En ik heb wel een idee wie hier tendentieus aan de gang is, als je het tenminste al zo kunt noemen. Mij lijkt hier eerder sprake te zijn van regelrechte fictie, zoals we zo zullen zien. Laten we eens kijken wat u in die noot 16 zoal te melden hebt: ‘Dit proces van ‘overwinning van het raselement’ kwam op gang met het doorbreken van de afzondering tussen de continenten als Afrika en Amerika gedurende duizenden jaren hadden geleefd (?) Vanuit Europa vonden de zogenaamde ontdekkingsreizen plaats, die pas de confrontatie van verschillende rassen mogelijk maakten, maar die tevens het tijdperk inluidden waarin de rassenonderscheiden moeten worden overwonnen.
Dit proces waarin wij nog volop staan, is veelal door ongelijke machtsverhoudingen in negatieve zin verlopen. Het doorbreken van de afzondering van rassen en volken leidde ten aanzien van de indianen bijvoorbeeld tot massale slachting en vernietiging. Het gaat er nu om dat men een onderscheid maakt tussen een ontwikkelingswetmatigheid: verdwijnen van het rasmatige ten gunste van het individu en de manier waarop zich dat voltrekt. Dit laatste kan zeer afkeurenswaardig, anti-menselijk, dus verwerpelijk zijn. Maar men mag aan niet aan iemand die op een wetmatigheid wijst, het verwijt richten dat hij de verwerpelijke wijze waarop mensen rassen tot vernietiging hebben gebracht, goedkeurt omdat hij zegt dat dit wetmatige zonder sympathie of antipathie moet worden beschouwd’ (Veltman, p. 34). Juist, meneer Veltman, ik moet dus begrijpen dat u echt meent dat de indianen ‘toch dood gaan’ (als ras!) en dat dit een wetmatigheid is omdat Steiner het gezegd heeft.
Van alle mogelijke lezingen van Steiners vierde voordracht is dit wel de meest bizarre die ik tot nu toe ben tegengekomen. Meneer Veltman, u speculeert misschien graag over de vezels van mevrouw Jeurissen, maar uw vezels lijken bijna dronken van de jongensboekenromantiek. De grote ontdekkingsreizen! En dan vraag ik me toch af wat is er hier wetmatig aan is, los van Steiners opmerking: ‘Das ist einfach eine Gesetzmäßigkeit’ (vierde voordracht Die Mission)? Wetmatig omdat Steiner het zegt? Bijzonder sterk. Geloof ook niet dat de geschiedenis volgens ‘wetmatigheden’ verloopt. Wie het weet mag het zeggen. Maar goed, Veltman gaat er dus vanuit dat het wel zo is. En om het nog erger te maken, itt Moerland, die Steiner wel goed heeft gelezen, bedenkt meneer Veltman opeens dat het over de veertiende en vijftiende eeuw gaat. Waar zegt Steiner dat? Het raskarakter wordt in onze tijd langzaam overwonnen (‘In unserer Zeit wird der Rassencharakter aber allmählich überwunden’, Die Mission p. 81). Iets daarvoor zegt hij het wellicht nog explicieter: ‘…müssen uns dabei aber klar sein, daß, wenn unsere gegenwärtige fünfte Entwickelungsepoche von der sechsten und siebenten abgelöst wird, keine Rede mehr sein kann von einem Zustande, den wir als Rasse werden bezeichnen können’ (p. 78). Helmut Zander heeft volgens de antroposofische tijdrekening uitgerekend dat dit op zijn vroegst in het negende millennium zal gebeuren. Zander: ‘Rassen seien ein Intermezzo der Menschheitsgeschichte. »Die Rassen sind entstanden und werden einmal vergehen, werden einmal nicht mehr da sein.« (GA 121,76 [1910]) Erneut artikulierte Steiner sein antimaterialistisches Leitmotiv, aber bei näherem Hinsehen bleibt dies ein gänzlich unpolitisches Argument. Die Rassenentstehung, die erst in der lemurischen Zeit begonnen habe, werde in der sechsten und siebten »Entwickelungsepoche« verschwinden (ebd.), das heißt: frühestens ungefähr im 9. Jahrtausend. Für eine politische Erledigung der Rassenfrage und für die Geltung von Steiners Rassentheorien ist dies eine lange, eine zu lange Zeit. Daß die Vielfalt von Völkern und Rassen ein Reichtum der Pluralität sein könnte, tritt im übrigen nicht in Steiners Blickfeld’ (Helmut Zander, ). Dat duurt dus nog wel een poosje. Niks veertiende en vijftiende eeuw. Toen werd het pas echt gezellig!
Het lijkt leuk en inderdaad bijna een jongensboek; van de kinderliedjes, ras ras ras naar de ontdekkingsreizen. Maar de geschiedenis verloopt niet volgens hetzelfde schema als de vertelstof in het vrije schoolonderwijs.
Ontdekkingsreizen, slavernij, t/m de moordpartijen op de indianen. Waar zullen we beginnen? U kent de geschiedenis van Cortez en Montezuma? Of van Pizarro en Atahualpa? Dat was in de tijd dat volgens u de rasverschillen werden opgeheven. Dan vraag ik me af wat u onder opheffing van rasverschillen verstaat. Grootschalige volkenmoord lijkt me meer op zijn plaats, een verschijnsel dat wel meer optrad met die ‘rasopheffende ontdekkingsreizen’ van u. kolonialisme ter bevordering van de wereldwijde gelijkheid, alleen zijn sommige rassen gelijker dan anderen, naar Orwells ‘Animal Farm’.
En waar denkt u dat Steiner naar verwijst in Die Mission, als hij een hoofdman van de indianen aan het woord laat? Naar de Azteken en de Inca’s in de zestiende eeuw? Ik zal het nog een keer voor u terughalen. Het wordt wel weer hetzelfde argument dat bij Brüll is gebruikt, maar wellicht is het wederom noodzakelijk. Uit de zesde voordracht: ‘Durch dieses haben sich gebildet alle die Kulturen, die in Europa in der Mitte des neunzehnten Jahrhunderts zur Blüte gebracht wurden. Das alles hat er, der Sohn der braunen Rasse, nicht mitgemacht. Er hat festgehalten an dem Großen Geist der urfernen Vergangenheit. Das, was die anderen gemacht haben, die in urferner Vergangenheit auch den Großen Geist aufgenommen haben, das trat ihm vor Augen, als ihm ein Blatt Papier mit vielen kleinen Zeichen, den Buchstaben, von welchen er nichts verstand, vorgelegt wurde. Alles das war ihm fremd, aber er hatte noch in seiner Seele den Großen Geist. Seine Rede ist uns aufbewahrt; sie ist bezeichnend, weil sie auf das Angedeutete hinweist, und sie lautet etwa so: ‘Da in dem Erdboden, wo die Eroberer unseres Landes schreiten, sind die Gebeine meiner Brüder begraben’ (Die Mission, p. 123).
Dit gaat dus niet over een gesprek tussen Cortez en de Aztekenkeizer Montezuma in 1519, of Pizarro en de Incakeizer Atahualpa in 1533. Dit gaat over een gebeurtenis die zich in een paar decennia voordat Steiner deze woorden uitsprak heeft afgespeeld. Als we ook meewegen dat Steiner het over foto’s heeft die er van indianen zijn gemaakt, dan gaat het over gebeurtenissen van ten minste na 1860.
Het bovenstaande is een wat burlesk geheel geworden, maar het is geheel in dezelfde stijl waarmee meneer Willem Frederik Veltman die mevrouw Toos Jeurissen toespreekt. Een spreekwoordelijk koekje van eigen deeg dus. De hier naar voren gebrachte argumenten zijn neem ik aan wel overgekomen. Met dank aan Paul Heldens, die mij op het bestaan van dit cahier heeft geattendeerd. Wellicht was het anders aan mijn aandacht ontsnapt. En nogmaals de mogelijke serieuze kritiek van Herman Boswijk en Mees Meeussen op Toos Jeurissen heb ik hier buiten beschouwing gelaten. Er worden wat flarden van weergegeven in Veltmans tekst. Toch denk ik dat die allebei een apparte en ook een ander soort bespreking zouden verdienen. Ik heb mij hier beperkt tot de opmerkingen die evident van Veltman zelf afkomstig zijn.

SLOT

Beste Paul Heldens, wat mijn probleem met de antroposofie is, is dat het zich allerlei uitspraken permitteert over onbewijsbare grootheden, met een air en een pretentie alsof het de universele waarheid is. Nu doen ook alle religies dat, maar erken dan tenminste dat de antroposofie geen wetenschap is maar een geloof. En voor als je er in kan geloven (en dat kan ik niet meer) waag je dan niet aan allerlei theorieën en uitspraken over rassen, homoseksualiteit (zijn ze bij de Brug heel goed in), over hoe de geschiedenis in rigide sjablonen van cultuurperiodes is in te delen, over de geschiedenis van de aarde, etc.
Ik zie ook wel de goede dingen (bepaalde kanten van het onderwijs en ik ben ook zeker voor ecologische landbouw), maar wat betreft het duiden of classificeren van rassen en culturen en de megalomane visie op de geschiedenis zijn voor mij persoonlijk moeilijk te verteren.
Ik wil nog een voorbeeld laten zien, om mijn punt expliciet te maken. Het gaat weliswaar om een randfiguur binnen het Nederlandse antroposofische spectrum, maar ook in dit geval wordt het mij te vaak door de mainstream serieus genomen. Ik bedoel de astrologe en natuurgenezeres Melly Uyldert. Ik moest er weer plotseling aan denken, omdat ik ontdekte dat in de noten van een artikel van uw hand op internet over ‘elementswezens’ (http://www.antrovista.com/artikelen/ingezonden/heldens-elementenwezens.pdf, ik was natuurlijk wel nieuwsgierig naar u geworden toen u me zo van repliek had bediend, dus heb u even ‘gegoogled’ zoals dat heet) het verder in brede antroposofische en zelfs in New Age kringen populaire boek van Kees Zoeteman ontdekte ‘Over Moeder Aarde, dertien spirituele visies op de natuur’,  Rotterdam, 1996. Daar heeft deze Melly Uyldert gewoon een bijdrage aan geleverd, staat ook nog expliciet in uw noten vermeld. Ik wil u overigens op geen enkel beding, begrijp me niet verkeerd, verder in verband brengen met deze mevrouw, alleen viel het me op dat haar naam viel in uw noten. Toen wist ik me haar ook weer te herinneren.
In antroposofische kring wordt er gedaan alsof er niets met dit ‘fenomeen’ aan de hand is. Het is zelfs zo dat ik in de zevende klas, bij ons op school, een boekje van haar heb gelezen over een mogelijke symbolische uitleg van Tolkiens ‘Lord of the Rings’ (voor alle duidelijkheid, we kregen dit niet expliciet aangeboden, maar het lag ergens tussen wat andere boeken, wellicht niet eens met opzet). Ik las dit op mijn dertiende, vond dit heel fascinerend en het was voor het eerst dat ik echte esoterische lectuur las. Ook haar ‘Verborgen Wijsheid van het Sprookje’ circuleerde bij ons op school en het lag ook prominent in de locale antroposofische boek en levensmiddelenwinkel, gerund door diverse ouders van kinderen van mijn vroegere Vrije School (was bijna een soort verlengstuk, begrijpelijk in een middelgrote provincieplaats in het oosten van het land). Ik had toen natuurlijk geen vermoeden en wellicht wist niemand dat, ook niet de leerkrachten van mijn school, dat deze Melly Uyldert ook met grote regelmaat wat vreemde uitspraken deed over bijvoorbeeld het Jodendom en ‘de Joden’. Ik weet eigenlijk wel zeker dat niemand dit toen wist, omdat wij in de zevende klas NB een keer uitgebreid aandacht aan dit onderwerp hebben besteed naar aanleiding van Jan Terlouws ‘Oorlogswinter’, onder leding van een leraar die dat heel goed deed (nogmaals dit alles heeft niets met mijn school te maken). Pas veel later is Melly Uyldert in de publiciteit gekomen. Het was pas in de jaren negentig toen ik een verbijsterende passage las, in een artikel van Toos Jeurissen in de Groene Amsterdammer. Daar stond ondermeer het volgende citaat. Melly Uyldert over ‘de Joden’, oorspronkelijk in haar eigen blad ‘De Kaarsvlam’ (staan overigens ook een aantal nummers van online op http://www.uyldert.nl/):

‘Men is het geboren slachtoffer, de martelaar, of men wil of niet. Vaak neemt zo iemand vrijwillig de voor anderen bestemde slagen op zich, kiest altijd het naarste plekje in vervoermiddelen of schouwburg en neemt de schuld van een ander op zich (…) Zij zuigen als het ware de disharmonieën van hun omgeving in zich op en boeten die uit met hun lichaamslijden. (…) Dit type komt bijzonder veel voor onder het joodse volk, dat, in wezen wars van alle geweld en agressie, het lijden van de gehele volkerengemeenschap op onze planeet op zich genomen heeft en de collectieve schuld uitboet, niet alleen in haar grote zoon Jezus van Nazareth, maar in de miljoenen bij pogroms en in concentratiekampen gemartelde en in onzegbaar lijden vernietigde en toch onsterfelijke joden. Zij zijn het grote voorbeeld van dit aspect: het verlossen van anderen door hun eigen ondergang. Daardoor kunnen zij ook onmogelijk kerkchristen worden, dus het dogma aannemen dat Jezus voor hen gestorven zou zijn – zij sterven zelf met hem mee voor dezelfde zaak.’

Voor wat meer (beknopte) informatie zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Mellie_Uyldert. Een zoektocht op internet over haar levert veel saillants op, tot en met contacten met het Consortium ‘De Levensboom’ van wijlen mevr. Florrie Rost van Tonningen-Heubel, de Zwarte Weduwe. Ik kan me nog het verhaal uit de krant herinneren dat zij een ruilabonnement op elkaars blaadjes hadden. Florrie ontving Mellie’s ‘De Kaarsvlam’ en Mellie kreeg dan Florrie’s  ’Manuscripten’. Ik weet niet of dit allemaal waar is, maar het feit dat zij ook schedelmeten promoot (gewoon open en bloot in ‘de Kaarsvlam’) geeft wel te denken. De Duitse bezetting was ‘een heerlijke tijd’ en de bevrijding in 1945 betekende een ‘terugval in het materialisme’. Verder schijnt zij een ‘wijze maagd’ te zijn. Teveel seksueel genot bij de conceptie trekt slechte geesten aan, waardoor er een grote kans is op de geboorte van een gehandicapt kind. Zij is overigens een groot voorstander van abortus, vooral als het om dit soort ‘gehandicapte lustkinderen’ gaat. Goed, ook mevrouw Uyldert kan worden afgedaan als een marginale randfiguur, maar waarom wordt er in antroposofische kringen weer gedaan alsof er niets aan de hand is, net als met die neo-nazipraat uit ‘de Brug’? Overigens besteedt het van Baarda Rapport kort aandacht aan haar met de mededeling dat zij ‘geen antroposofe is’ (p. 601). Ik moet zeggen dat ik hierin wel enigszins kan meegaan (is natuurlijk een kwestie van definitie), althans ze verwijst bij mijn weten nooit naar Rudolf Steiner en ik zou haar qua opvattingen, wanneer je het antisemitische element eruit zeeft, eerder tot de New Age rekenen. Zoals op haar website staat vermeld: ‘Slechts weinigen begrepen, dat zij op al deze gebieden slechts toepaste wat haar het naast aan het hart ligt: het nieuwe denken, dat past in de nieuwe tijd die is aangebroken. Ze voelt het als haar taak, om op elk gebied het licht van dat nieuwe denken, het denken in analogieën, te laten schijnen. Ze houdt haar toverlamp bij elke verschijningsvorm van de dagelijkse werkelijkheid, om de straling te doen doordringen tot in het wezen daarvan: “Kijk, dat is waar het om gaat! Daar komt het patroon uit de kosmos en drukt zich uit in het vormmateriaal dat op dat speciale gebied voorhanden is.” Zo toont ze aan, op haar cursussen, in haar boeken en in haar maandblad, dat alle opvattingen tegelijk waar zijn, want het zijn verschillende vormen voor één en hetzelfde wezen’. Dit is inderdaad meer New Age dan antroposofie al zijn er zeker overeenkomsten. Het denken in analogieën bijvoorbeeld. Een verschijnsel uit de kosmos dat zich op aarde uitdrukt, we hebben het al eerder gezien, bij ‘de Volkszielen’. Van Manen heeft het nog een keertje goed samengevat en uitgelegd, zoals hiervoor besproken. Verder is deze tekst weinig meer dan de Tabula Smaragdina van Hermes Trismegistus teruggebracht tot het niveau van Efteling kitsch (haar website is ook in die stijl vormgegeven).
Ook is in het algemeen de overeenkomst van de antroposofische notie van het ‘Michaëlstijdperk’ met het ‘Aquariustijdperk’ van de New Age erg groot te noemen, al zeg ik hier niet dat dit hetzelfde is. Beide behelsen echter wel de belofte van een nieuw tijdperk en een hernieuwd spiritueel ontwaken. Een voorzichtige parallel mag je in deze wel trekken. De Brug heeft een buitengewoon ‘leuk’ artikel aan dit komende Michaëlstijdperk besteed (http://users.telenet.be/antroposofie/diabasis/b32bewaareng.htm).
Maar neem dan een keer van antroposofische zijde duidelijk stelling tegen haar standpunten, in plaats van haar boeken gewoon in antroposofische winkels aan te prijzen, om maar een voorbeeld te noemen. In de praktijk blijkt ze gewoon geaccepteerd te zijn in antroposofische circuits. Tot voor kort kon ze nog overal lezingen komen geven, in diverse spirituele en antroposofische centra en instellingen en werd haar spiritueel centrum ‘Oasis’ in het Belgische Kalmhout gewoon aangeprezen (zij verblijft nu in een antroposofisch verpleeghuis in Bilthoven). Het feit dat zij een bijdrage kan leveren aan zo’n boek van Kees Zoeteman is (haar naam duikt op naast die van Bernard Lievegoed, om maar iets te noemen), is hoe je het ook bekijkt, op z’n vriendelijkst gezegd een flater van jawelste en met een beetje kwade wil zelfs regelrecht ‘fout’ te noemen.
Overigens wordt er in een van de door u aanbevolen bronnen duidelijk stelling genomen tegen Melly Uyldert. Het gaat om de bijdrage van Edithe Boeke  (onlangs overleden, zie een herdenkingsartikel op de blog van Michel Gastkemper) in ‘Antroposofie en mythisch denken’. Voor mijn eerdere artikel was deze bijdrage niet echt relevant, dus ik weet niet waarom u haar artikel op uw lijstje hebt gezet (en om Mellie Uyldert was het zeker ook niet, want u heeft daar, blijkens uw artikel, niet zo’n moeite mee), maar zij doet het. Zij beschrijft een congres van verschillende occulte stromingen, dat in 1984 in Brussel heeft plaatsgevonden. Boeke: ‘De nieuwe ideologieën concentreren zich tijdens dit congres rond neo-matriarchale verheerlijking van het oorspronkelijk vrouwelijke, en de daar natuurlijk direct bij aansluitende mythe van de dionysische ‘wild man’. In een rationele, koude en verburgerlijkte samenleving is de erotiek uiteraard in de marge geschoven, wat zich dan weer wreekt met harde seks- en pornobusiness. Wanneer we de mythologieën al te letterlijk nemen en daarmee ‘ideologiseren’ valt er niet alleen voor de erotiek veel te halen, maar worden er sluizen open getrokken voor anachronismen van allerlei soort. Iemand die daar rijkelijk uit put is Mellie Uyldert. In een betrekkelijk recent verleden werden bloedbandtheorieën van de nationaal socialisten en het Derde Rijk direct op de oude Germaanse mythologieën geënt; daar liggen gevaarlijke interpretaties, waar men de historische dimensie van de mythe wil terughalen’ (Antroposofie ter discussie, p.65). Hulde, het kan dus wel. Maar waarom moest ik dit stuk lezen meneer Heldens? Beter had u een ingezonden brief in de Brug kunnen plaatsen, waarin u gewag maakt van deze bijdrage. De door u blijkbaar enigszins gewaardeerde Brug (althans, u vond het de moeite waard om het voor dit blaadje op te nemen) zou deze kritiek beter passen. Want daar gaan de ‘sluizen pas echt open’, zoals we eerder hebben gezien. Edithe Boeke zegt Mellie Uyldert de wacht aan, nu de rest nog. En dan het liefst en-masse gaarne hetzelfde doen met de Brug. Daar is de antroposofie in de Lage Landen alleen maar mee geholpen. Gooi het antrovista af, laat het ‘Willehalm Instituut voor Graalonderzoek’ er geen banner meer op plaatsen (kijk maar op de thuispagina) en zeg dat blad luid en duidelijk de wacht aan. Ik denk dat iedereen daar alleen maar beter van wordt.
Om toch nog een ander interessant aspect uit uw artikel aan te halen (ik wil u niet alleen met Melly Uyldert om de oren slaan, en zij figureerde slechts in een voetnoot), U schrijft op een positieve manier over ‘de Indianen’ en u baseert zich  op een passage uit de Volkszielen. U stelt: ‘Eén bron vormt de natuurreligie van bepaalde Noord-Amerikaanse indianenstammen. Deze vorm van religie is een laatste rest van wat eens uitging van de grootse Atlantische mysteriën’. Waarschijnlijk verwijst u naar deze uitspraak, hier eerder aangehaald: ‘Was war für den Indianer das Größte? Es war, daß er noch ahnen konnte etwas vonder alte Größe und Herrlichkeit eines Zeitalters, welches in der alten Atlantische Zeit vorhanden war, wo noch wenig um sich gegriffen hatte die Rassespaltung, wo Menschen hinaufschauen konnten nach der Sonne und wahrzunehmen vermochten durch das Nebelmeer eindringenden Geister der Form. Durch ein Nebelmeer blickte der Atlantier hinauf zu dem, was sich für ihn nicht spaltete in eine Sechs-oder Siebenheit, sondern zusammenwirkte. Das, was zusammenwirkte von den sieben Geistern der Form, das nannte der Atlantier  den großen Geist, der in der alten Atlantis dem Menschen sich offenbarte’. Maar U weet toch wat hij in de zin erna zegt? Ik heb het hierboven aangehaald, tot en met de ‘Buchstaben’ die hij niet zou begrijpen. Overigens historisch onjuist, het oude Amerika kende diverse schriftculturen, tot en met het volledig fonetische alfabet van de Maya’s (was overigens in Steiners tijd nog niet bekend). Dit is de januskop van het exotisme. Prachtig die Indianen, maar ’hun tijd was wel om’, in de woorden van Helena Blavatsky, uit de ‘Geheime Leer’ (’Antropogenesis’, p. 687) . Elders wat explicieter (nadat zij gesproken heeft van ‘het vijfde Arische wortelras, het zwarte negerras en het Aziatische ras en hunne kruisingen’): ‘Roodhuiden, Eskimo’s, Papoea’s, Australiërs, Polinesiërs, enz. enz. zijn allen aan het uitsterven. Zij die inzien dat elk wortelras een toonladder van zeven onderrassen doorloopt zullen het ‘waarom’ begrijpen. De incarnerende ego’s zijn aan hen voorbij gegaan, om ondervinding te doen in een beter ontwikkelde en minder door ouderdom versleten stammen, en hun vernietiging is derhalve een Kharmische Noodzakelijkheid’ (geciteerd uit Bram Moerland, p. 13, uit ‘De Geheime Leer’, ‘Antropogenesis’, p. 688, door Moerland geheel correct geciteerd, dus meneer Heldens, die propaganda vlieger van u blijkt steeds meer een krachteloze losse flodder. Zie voor meer uitleg ‘Geloof in kabouters…’). En Steiner was het daar klaarblijkelijk roerend mee eens. Dat plaatst die met de mysteriegodsdiensten van Atlantis verbonden indiaan opeens in een heel ander licht.
Wat u schrijft over de indianen klinkt verder heel mooi en bijna bewonderend, maar het is wel exotisme, maw een veelal uit de negentiende eeuw (enigszins achttiende zie Rousseau) stammende notie van de romantiek van de nobele wilde. Als de van Baarda commissie nu toch met Edward Said aan komt, dan kan ik zeggen dat dit nu juist een kant van de medaille is van het koloniale superioriteitsdenken, waar ook de antroposofie mee doordrenkt is. Juist door de ‘ander’ als iets exotisch en iets mysterieus af te schilderen, is het ook makkelijker om die ander te ontmenselijken. Door hem slechts te zien als een representatie van iets dat mysterieus en spannend en misschien wijs is, maar daarmee ontmenselijkt. Enige studie van postkoloniale literatuur leert vaak dat het ophemelen van het mysterieuze van de ander twee gezichten heeft. Dit gaat vrijwel altijd gepaard met het idee dat de ander toch niet zo rationeel is als wijzelf en dus politiek, economisch etc. beter onder controle moet worden gehouden. Dit is ongeveer de kern van Edward Saids betoog in Culture and Imperialism en vooral in zijn nog veel bekendere Orientalism, maar ook wat specifiek de indianen betreft is hier interessante literatuur over verschenen, veelal van auteurs van indiaanse afkomst. Een grote oude klassieker is Custer died for your sins van Vine Deloria jr. (1973), in het Nederlands verschenen als Custer stierf voor jullie zonden . Hij maakt hierin gehakt van het stereotype en romantische beeld dat veel westerlingen, ook degenen die zo’n ‘bewondering’ voor de natuurvriendelijke indiaan hebben. Hij ziet deze stereotypen als buitengewoon badinerend en ontmenselijkend. Om in de woorden van een andere prominente intellectueel van Indiaanse afkomst te spreken, Pam Colorado, hoogleraar aan de universiteit van Toronto: ‘In the end non Indians will have complete power to define what is and what is not Indian, even for Indians… When this happens, the last vestiges of Indian Society and Indian rights will disappear. Non Indians wil then ‘own’ our heritage and ideas as thouroughtly as they now claim to own our land and resources’ (geciteerd uit Lucy Lippard, Mixed Belessings; new art in multicultural America, Pantheon Books, New York, 1990, p. 117). Door megalomane sjablonen op de ander te leggen, zal de ‘ander’ altijd de ‘ander’ blijven.
Ook van dit soort koloniaal gedachtegoed is de antroposofie doordrenkt, zij het dat er een dikke esoterische saus overheen is gegoten, verpakt in een universele en eeuwig geldende kosmologie. Het zou interessant zijn om dat te doorbreken, dan kan de antroposofie zich ook van het racisme bevrijden. Want dat racisme duikt constant in verschillende vormen op.
Ik denk dat dit het probleem is, hoewel het door Geuljans geopperde ‘ethisch individualisme’ wellicht een uitweg biedt. Verder is het in verschillende antroposofische uitingsvormen, in talloze gedaantes, telkens weer raak. De vorm is vaak verschillend, maar de inhoud is steeds dezelfde. Of het nu gaat om de mysterieuze op astrologie en aardkrachten gebaseerde rassenleer van Rudolf Steiner in de Volkszielen (en dat is wel de bron), het kwakkelende betoog voor ‘rasbewustzijn’ van Maarten Ploeger ( zwabberend tussen Senghor en Wounded Knee, waarvan hij de eerste niet begrepen heeft en van het tweede de feiten niet kent), het gezwam van meneer Wiechert over Ajax en wederom Wounded Knee, de agressieve vlucht naar voren methode van de auteurs van de Brug die er allerlei neo-nazi elementen bij sleuren (David Irving), of de kruidenvrouwtjespraat van Mellie Uyldert over het Jodendom en de concentratiekampen; keer op keer steekt het racisme de kop weer op. Dat is precies het probleem, en dat maakt voor mij de antroposofie onverteerbaar en uiteindelijk verwerpelijk. Ik denk dat aan dat racisme probleem echt iets gedaan moet worden. Verder natuurlijk ‘ieder zijn meug’ (in uw woorden).
In de discussie die volgde nadat u uw repliek op mijn artikel had geplaatst zei u: ‘Ik weiger  pertinent om in het openbaar een inhoudelijke discussie aan te gaan die alle argumenten slechts in één richting waardeert: de publieke bekentenis dat Steiner een racist was. Dat is m.i. de reactionaire kant van zo’n enorm eerlijke discussie. In China is de ‘culturele revolutie’ godzijdank voorbij, nu in antroposofenland nog, zeg ik maar. Héél kort samengevat: ‘antroposofisch racisme’ is een contradictio in terminis’.  Ik zal u gerust stellen, al vindt u mij ‘een jonge hond die tegen uw broek aanpiest’ (uw woorden), ik ben geen rode gardist. Ik zeg ook niet dat antroposofen per definitie racisten zijn, alleen dat de antroposofie een ernstig racisme probleem heeft. En dat van die contradictio in terminis is helaas onhoudbaar en onjuist. Dit blijkt uit vrijwel alle bronnen die u mij NB hebt aangeprezen. Hoewel ik de oude VOK cahiers helaas niet geraadpleegd heb (heb ik niet meer in handen weten te krijgen), laten het door u aangeprezen ‘Antroposofie ter discussie’ en de artikelen uit ‘Driegonaal’ het tegenovergestelde zien van wat u wellicht bedoeld had. Ik denk dat het de zaken alleen maar erger maakt dan minder. Dan is het van Baarda Rapport (al geraadpleegd voor mijn eerste artikel) toch vele malen beter inzetbaar als de verdediging van de antroposofie, dan die zeer gedateerde en meteen het tegendeel bewijzende bijdragen waar u mee bent komen aanzetten. Want daarmee schiet de antroposofie zich wel heel erg in eigen voet. Dus als we wederom de oogst van het bovenstaande eerlijk onder ogen durven te zien lijkt mij een discussie niet meer dan normaal. Maar deze zal vooral door de antroposofen zelf gevoerd moeten worden, want een antroposoof ben ik niet. Maar het positieve nieuws is dat er in Duitsland antroposofen van mijn generatie zijn, dus weer nog een nieuwere lichting dan Thomas Höfer ea, die hier echt serieus werk van maken (heb ik begrepen althans). Wellicht moet het van hen komen.
Nu Thomas Höfer toch ter sprake is gekomen wil ik hem aan het eind van dit verhaal nog een keer aanhalen. Höfer: ‘De door Steiner vertegenwoordigde meningen, dat de indianen stierven aan hun eigen natuur en dat de blanken het eigenlijk zijn die het menselijke in zich ontwikkelen, passen bij de racistische superioriteitstheorieën, die de Europese expansie, kolonialisme, agressieve kerstening en volkerenmoord moreel moesten rechtvaardigen. Vooruitstrevender zou het zijn geweest de superioriteitsaanspraak van de blanken en de daarbij horende racistische rechtvaardigingstheorieën kritisch aan te kaarten in plaats van ze ook nog eens occult te onderbouwen’ (geciteerd uit Jeurissen, p. 12).
Zie hier de kern van de zaak. Het koloniale superioriteitsdenken heeft allang afgedaan, ik neem aan ook voor de meeste antroposofen (een aantal eerder aangehaalde dolgedraaide fanatici daargelaten). Alleen de occulte onderbouwing van Steiner blijft, waardoor antroposofen van nu zich in allerlei bochten moeten wringen om de racistische uitspraken, die gezamelijk een welomschreven en coherente rassenleer vormen, te bagatelliseren of te ontkennen (zie het van Baarda rapport). Want de rassenleer is inderdaad ingemetseld in het gehele occulte bouwwerk van de antroposofie en het zal niet makkelijk zijn om die uit het bouwwerkje te slaan zonder dat er instortingsgevaar voor de rest dreigt. Toch lijkt mij dat het enige wat er op zit, al zal het niet makkelijk zijn. Degenen die zich daar toch aan willen wagen hebben mijn bescheiden zegen, al heb ik als (inmiddels) een buitenstaander makkelijk praten.
Nu heb ik zelf geen hekel aan antroposofische mensen en ik meen te weten dat er genoeg rondlopen die dit probleem eigenlijk ook verschrikkelijk vinden, maar het probleem blijft als er niet een keer een gemeende en verinnerlijkte verandering optreedt. En de plaat van het verkeerd citeren, uit de context halen, etc. is langzamerhand wel grijs gedraaid. De tijd van de ontkenningsfase lijkt me nu wel voorbij.

Het was een eer u te mogen riposteren,

Verder vriendelijke groet,

Floris Schreve

Geraadpleegde literatuur

(anti) racisme versus antroposofie; een bijdrage tot oordeelsvorming, ‘Driegonaal; tijdschrift voor sociale driegeleding’, extra editie, maart 1996 (artikelen vanaf 1985).

Commissie van Baarda, Antroposofie en het vraagstuk van de rassen; eindrapport van de onderzoekscommissie Antroposofische Vereniging in Nederland, Zeist, 2000.

Helena P. Blavatsky, De Geheime Leer; de synthese van wetenschap, godsdienst en wijsbeerte, Ned. Theosofische Ver. (jubileum uitgave), JJ Couvreur, Den Haag, 1968 (oorspr. 1888, Londen).

Dee Brown, Begraaf mijn hart bij Wounded Knee, Jos Knipscheer/Hollandia, Baarn, 1971

Vine Deloria jr., Custer stierf voor jullie zonden; een indiaans manifest, De Indiaanse Bibliotheek/In de Knipscheer, Haarlem, 1973

Jan Willem de Groot, Kosmisch racisme; over racistische elementen in de antroposofie, Skript, zomer 1996 (zie http://www.stelling.nl/simpos/antro1.htm )

Walter Heijder, Rudolf Steiner versus nationaal-socialisme, Vereniging voor Vrije Opvoedkunst, Den Haag, 1997.

Toos Jeurissen, Antroposofie en racisme,  de Groene Amsterdammer, 5 februari 1997

Toos Jeurissen, Uit de vrije school geklapt, Baal producties, Sittard, 1996 (online te lezen op http://www.antroposofia.be/wordpress/uit-de-vrije-school-geklapt.pdf)

Jelle van der Meulen (red.), Antroposofie ter discussie,  uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist, 1985 (Bijdragen Maarten Ploeger en Hans Peter van Manen in Antroposof)

Bram Moerland, Rassenleer met charisma; over het racisme van Steiner en Blavatsky, Haagse academie Pers, Den Haag, 1989.

Gilles Quispel, De Hermetische Gnosis in de loop der eeuwen; beschouwingen over de invloed van de Egyptische religie op de cultuur van het Westen, Tirion, Baarn, 1997.

Edward W. Said, Culture and Imperialism, Vintage, Londen, 1994

Rudolf Steiner, De Akashakroniek; de ontwikkeling van mens en aarde (verzamelde bijdragen, gebundeld door Marie von Sievertz), oorspr. uitg. Dornach 1939, Pentagon, Amsterdam, 2004. (de Duitse tekst van ‘Aus der Akasha-Chronik’ is hier te lezen)

Rudolf Steiner, Het Evangelie naar Mattheüs; esoterische achtergronden, oorspr. 1910, Vrij Geestesleven, Zeist, 1983.

Rudolf Steiner, Die Mission einzelner Volksseelen in zusammenhange mit der Nordisch Germanische Mythologie, Vortragzyklus gehalten in Christiania (Oslo), 1910, Nachlassverwaltung Dornach, 1950 (op internet: http://www.anthroposophie.net/steiner/ga/bib_steiner_ga_121.htm)

Rudolf Steiner, Vom Leben des Menschen und der Erde; über das Wesen des Christentums, Rudolf Steiner Taschenbücher aus dem Gesamtwerk,  Dornach, 1993 (oorspronkelijk Dornach 1923)

Rudolf Steiner, De wetenschap van de geheimen der ziel (‘Geheimwissenschaft’, 1920), Rotterdam, 1924.

Evert van der Tuin,  Gjalt Zondergeld, De schaduwkant van de antroposofie,  in ‘’t Kan anders’, najaar 1984

Willem Frederik Veltman, Van je ras, ras, ras, rijdt de koning door de plas; een rechtzetting, VOK Cahiers nr. 19, Vereniging voor Vrije Opvoedkunst, Den Haag, 1997 (tweede herziene druk).

Gjalt Zondergeld, Goed en kwaad; vijftien opstellen, van fascisme tot pacifisme, van Rudolf Steiner tot Colijn, Antwerpen, 2002. Het essay ‘Steiners leer over rassen en volken’ (samen met Evert van der Tuin) is grotendeels online te lezen op: http://books.google.nl/books?id=dJKIrS-B_hEC&pg=PA9&lpg=PA9&dq=Gjalt+Zondergeld+Goed+en+Kwaad&source=web&ots=yTxqjefED7&sig=Xfs5I5XMahD_wEo5qPMxsHL_CPE&hl=nl&sa=X&oi=book_result&resnum=1&ct=result#PPA69,M1

Voor een uitgebreider literatuuroverzicht zie de literatuurlijst van mij vorige artikel: https://fhs1973.wordpress.com/2008/06/23/

zie voor verdere discussie: Het racisme-debat op Steinerscholen.com (Ramon de Jonghe, België)

http://antroposofie.wordpress.com/2008/10/30/racismedebat/

Update april 2012

Tot mijn grote verrassing ontdekte ik vrij onlangs dat Paul Heldens wel degelijk goed op de hoogte was van de activiteiten van de Brug en Jos Verhulst. En ook heel goed begrepen heeft waar zij mee bezig zijn (qua het aanprijzen van Holocaust ontkennen). Maar misschien nog verrassender, Paul Heldens heeft op een voorbeeldige manier stelling genomen tegen deze tendens.

Een klein zoektochtje in het archief heeft een aantal opzienbarende zaken opgeleverd. Het blijkt dat Driegonaal steeds meer dezelfde kant opgaat als de Brug. De zeer omstreden en met neonazi”s sympathiserende/antisemitische Russische antroposoof Gienady Bodarev wordt in Driegonaal de hemel ingeprezen, iets wat overigens duidelijk ingaat tegen het offieciële styandpunt van de Nederlandse Antroposofische Vereniging. Ook Jos Verhulst heeft in Driegonaal alle ruimte gekregen om zijn eigen antisemitisme te verk0pen (wat hij doet in een artikel waarin hij poogt Steiner van antisemitisme te ontzetten). Die ruimte krijgt hij ook in het door Driegonaal uitgegeven thema-boekje ‘Het Verbod op Denken’, waarvoor Verhulst twee bijdragen schreef, hier: (Jos Verhulst in Het Verbod op denken (Driegonaal, 2001) te raadplegen)

In een nieuw artikel over de kwestie ‘antroposofie en racisme’ zal ik uitgebreid op deze kwestie terugkomen. Maar Paul Heldens verdient voor zijn stellingname alle lof. Dat geldt niet voor Driegonaal. Maar ook dat zal ik nog toelichten. Wie zich er alvast een beeld van wil vormen kan ik wijzen op een kleine compilatie van verschillende bijdragen die er in Driegonaal vanaf 1999 zijn verschenen. Zie Neonazisme in Driegonaal (eerste lichting). En dit is nog maar het topje van de ijsberg. De rest volgt later in een nog te verschijnen bijdrage

65 Reacties

Subscribe to comments with RSS.

  1. C.Darwin said, on 7 april 2012 at 17:52

    http://www.aardespiegel.nl/artikelen/rudolf-steiner-individu-versus-ras/
    de discussie gaat verder

  2. Floris Schreve said, on 7 april 2012 at 17:56

    Dag ‘C. Darwin’,

    Dank je. Ik had de Aardespiegel al gezien en ook die bijdrage van Geuljans. Tja…. Geuljans heeft alweer zo’n twintig jaar geleden een zelfde soort betoog gehouden in Driegonaal. Het is zeker leuk bedacht, maar als je gewoon kijkt naar wat Steiner daadwerkelijk gezegd heeft, is er wel degelijk sprake van rassenleer. Dat kun je alleen al afleiden uit de concrete voorbeelden die hij noemt om zijn kijk op rassen te onderbouwen. In verschillende werken (bijv. in GA 121, 4e en 6e voordracht, of GA 100, 7e voordracht) heeft hij het over indianen in de negentiende eeuw, die hij afzet tegen Europeanen. Die indianen zouden echt hele andere ‘raskenmerken’ hebben (ze zouden ‘decadent’ zijn, etc.). Alleen al om die reden klopt het verhaal van Geuljans niet. Steiner heeft wel gezegd dat de ‘rasverschillen’ zullen verdwijnen, maar dat is pas in het 9e millennium. Ik ben er dus niet erg van onder de indruk.
    Misschien dat ik nog een zelfde soort reactie op die site zet (heb ik nog niet bedacht). Dank dat je me erop hebt geattendeerd,

    vriendelijke groet,,
    Floris Schreve

  3. Floris Schreve said, on 7 april 2012 at 18:29

    Nog een aanvulling,

    Ik heb nog even een nadere blik op het stuk van Geuljans geworpen (zie http://www.aardespiegel.nl/artikelen/rudolf-steiner-individu-versus-ras/ ). Qua inhoud ben ik het er niet mee eens, vooral op grond wat Steiner zelf gezegd heeft over mensenrassen. Maar ik zie wel een interessant aspect aan dit stuk (dat vond ik ook al van zijn bijdrage in Driegonaal, dat ik boevenstaand kort heb aangestipt). Dat zit hem niet zozeer in hoe hij Steiner interpreteert, maar wel in zijn ‘methode’.
    Geuljans biedt in zijn bijdrage wel een begin van een opening voor de mogelijkheid voor een zg ‘hermeneutische’ lezing van de tekst (is iets anders dan een hermetische). De hermeneutiek, zoals die ontwikkeld is door de Duitse/Amerikaanse literatuurwetenschapper Hans Georg Gadamar, gaat meer uit van de intentie van de tekst dan van de letter. Als je de teksten van Steiner in zijn tijd plaatst en probeert te achterhalen wat de intentie van Steiner was, dan denk ik niet dat de conclusie moet zijn dat Steiner racistische bedoelingen had. Het klinkt wat ingewikkeld en dit is eigenlijk te gecompliceerd voor een forumreactie, maar het gaat er dus om of je uit de tekst de intentie kan afleiden van Steiner. Het tijdgebondene zou je er dan uit moeten zeven. Een moeilijk verhaal, maar misschien is het aardig als er een keer hele knappe antroposofen er op die manier naar kijken.
    Een aanrader is bijv. Heilig Vuur, van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk. Die bepleit bijv. een hermeneutische lezing van de Heilige Geschriften van de drie monotheïstische godsdiensten. Dan zou je nog best weleens wat met Steiner kunnen, denk ik.
    Maar misschien moet ik dat nog een keertje echt goed toelichten

  4. Floris Schreve said, on 9 april 2012 at 21:09

    Nog een reactie. Als ik dat stuk van Geuljans op De Aardespiegel zo bekijk (http://www.aardespiegel.nl/artikelen/rudolf-steiner-individu-versus-ras/ ), zie ik wel degelijk mogelijkheden om hier een stevig onderbouwd antwoord op te geven. Ik moet nog even kijken wanneer, maar het zal op een gegeven moment wel op dit blog verschijnen. Dus wellicht tijd voor een zesde bijdrage over de kwestie ‘antroposofie en racisme’. Het kan nog even duren, maar het komt er waarschijnlijk wel aan.

  5. Kees said, on 11 april 2012 at 10:21

    ik was verrast deze genuanceerde berichtgeving hierboven te lezen en wilde onderstaande plaatsen op de website van aardspiegel

    kees on 8 april 2012 at 12:42 said:
    Your comment is awaiting moderation.

    interessant
    Floris Schreve:
    Als je de teksten van Steiner in zijn tijd plaatst en probeert te achterhalen wat de intentie van Steiner was, dan denk ik niet dat de conclusie moet zijn dat Steiner racistische bedoelingen had.
    https://fhs1973.wordpress.com/2008/09/22/antroposofie-ii-een-repliek/#comment-1319

    maar de moderatie heeft tot op heden het bericht nog niet toegelaten, misschien later?
    ik ben in het thema geïnteresseerd en heb op de weblog van Michiel Gastkemper jl onder de titel Hanegraaf een commentaar toegevoegd, dit om aandacht te schenken aan de technologische ontwikkelingen, die zich met de evolutie van de menselijke soort beginnen uiteen te zetten

    • Ramon DJV said, on 12 april 2012 at 20:57

      Ik heb drie keer geprobeerd om een commentaar te plaatsen op het artikel van Geuljans op de website van de Aardespiegel, maar het blijkt niet te worden geapprecieerd.

      Mijn laatste reactie luidde:

      (…) Ik lees in de richtlijnen voor reacties dat de Aardespiegel niet censureert? (‘Censuur wordt niet toegepast’) Hoe komt het dan dat mijn vraag naar de onderbouwing van enkele van Geuljans beweringen hier niet verschijnt? Ik probeer het dus nog een keer.

      Geuljans zegt dat ‘aangetoond is dat veel ‘professionele’ critici zoals Helmut Zander en Peter Bierl, deze informatie bewust achterhouden en citaten vervalsen’.

      Ik zou wel eens willen weten waar en hoe is aangetoond dat Zander en Bierl citaten vervalsen.

      Geuljans beweert ook dat Zander zou gezegd hebben ‘dat hij zich heeft vergist toen Ravagli hem op geschiedvervalsing wees’. Bedoelde Zander dat Ravagli zich had vergist of had hij het over zichzelf? Dat is niet duidelijk. En ook wat dit betreft zou bronvermelding niet misstaan.(…)

      http://www.aardespiegel.nl/artikelen/rudolf-steiner-individu-versus-ras/

      Het lijkt dat men ook bij de Aardespiegel – actualiteit vanuit de antroposofie (tja), opmerkingen en kritische vragen niet wenst.

      Wie op de Aardespiegel een reactie wil plaatsen kan dat maar beter eerst uitproberen met een korte reactie, want anders zou heel wat typewerk verloren kunnen gaan.

      • Kees said, on 12 april 2012 at 22:05

        Voor ik het harde woord censuur zou gebruiken, kun je ook nog het volgende overwegen:
        Technische problemen met de website die ze zelf nog niet bemerkt hebben
        Of ze zijn op paasvakantie en treffen alles aan na terugkomst
        Of ze hebbeb nav vorige discussies op deze website of bij Verbrugh een aantal mensen op de zwarte lijst staan omdat deze toch steeds terugvalen op hun stokpaardjes en er dus geen vruchtbare dialoog kan ontstaan,
        Wie zal het zeggen? Maar als het dat laatste is zou het wel zo netjes zijn om dat in ieder geval te vermlden en niet door het dood te zwijgen. Het artikel van Geuljans heeft zoveel kwaliteit in zich, dat het ook serieuze repliek verdiend.

  6. Kees said, on 11 april 2012 at 10:23

    http://antroposofieindepers.blogspot.com/2012/04/hanegraaff.html

    misschien kan dit linkje na moderatie nog toegevoegd worden aan voorgaande mededeling?

    • Floris Schreve said, on 11 april 2012 at 10:41

      Dag Kees,
      Je reacties zijn geplaatst. Ze gaan bij mij automatisch in de spambox als er een link in staat (moet ik misschien veranderen)

  7. Floris Schreve said, on 11 april 2012 at 10:55

    Dag Kees,

    Ik heb inderdaad het idee dat Steiners intenties niet racistisch waren, maar dat zijn denkbeelden wel door racistische ideeën zijn gevormd. Kijk bijv. naar Helena Blavatsky, die was minstens net zo racistisch (al ligt het bij veel antroposofen heel gevoelig om zelfs maar te suggereren dat Steiner door Blavatsky beïnvloed zou zijn).
    Ik denk daar overigens niet alleen zo over. De op de Aardespiegel door Geuljans zo gewraakte Helmut Zander kijkt er bijvoorbeeld zo tegenaan:

    Schießlich unterschätzen derartige Interpretationen von Einstellen die Bedeutung einer zentralen Konstruktionsstelle in Steiners Denken: der Evolutionsdoktrin. Steiner sah die Entwickelung von Rassen, wie die Kosmologie oder die Bewußtseinsgesichte, als evolutiven Prozeß, der letztlich alle Dimensionen des Kosmos, des Leben oder der Kultur unterwarf. Hier liegt ein zentrales Problem seiner Rassismen, sie sind der Ausdruck eines tief im 19. Jahrhundert verwurzelten Evolutionsdenkens, das alle Bereiche seiner Weltanschauung prägte. Steiner formulierte mit seinem theosophischen Sozialdarwinismus eine Ethnologie, in die Rede von ‘degenerierten’, ‘zurückgeblebenen’ oder ‘zukünftigen’ Rasse keine ‘Unfälle’, sondern das Ergebnis einer konsequent durchgedachten Evolutionslehre waren. Ich sehe im Gegensatz zu viele Anthroposophen keine Möglichkeit, diese Konsequenz zu bestreiten. Ein weiteres Zentralen Problem liegt im Rassenbegriff: Anthropologen bestreiten heute, daß dem klassischen, auch kulturellen Begriff der Rasse ein genetische Substrat unterliegt.
    Zurück zur Einfangsfrage dieses Kapitels, mit deren Beantwortung die Deutung der Geschichte zur Stellungnahme in einer aktuellen Debatte wird: Gibt es einen Rassismus bei Steiner? Wenn Rassismus die Bindung wichtiger Elemente der Anthropologie an augenblicklich existierende Rassen bedeutet, seien die biologisch oder spirituell definiert, dann kann man Steiner als Rassisten bezeichnen. Es wäre hilfreich, wenn manche Anthroposophen zugestehen würden, daß dies keine schlicht polemische Aussage ist, sondern in der kontextualisierenden Deutung des historischen Materials gründet. Zugleich aber gibt es bei Steiner Versuche, die deterministischen Konsequenzen dieses Denkens zu brechen, und es wäre gut, wenn viele Kritiker zu Kenntnis nehmen würden, daß Steiner kein Rassist sein wollte; aus diesem Grund spreche ich lieber von Steiners Rassentheorie als von Rassismus. Aber diese abgemilderte Begrifflichkeit birgt für die politische Debatte das Problem einer möglicherweise voreiligen Salvierung Steiners. Denn es gibt philanthropischen Anthroposophen solche, die rassistisch denken, wie es bei den Kritikern verständnisvolle neben blindwütigen gibt. Wir waren einen großen Schritt weiter, wenn man die historisch bedingten und in meiner Wahrnehmung vorhandenen Rassismen bei Steiner und die politischen Konsequenzen analytisch differenzieren könnte, bei Anhängern wie Kritikern Steiners.
    Solange Anthroposophen sich hier zurückhalten, weil man Steiners höhere Einsicht nicht in Frage stellen will oder mit dem Argument, die Anthroposophie kenne keine Dogmen, aus rassistische Deutungen von Anthroposophen innerhalb der Anthroposophischen Gesellschaft deckt, bleibt die Debatte explosiv. Es gibt meines Erachtens nur einen Weg, Steiners Rassentheorie zu entschärfen: Indem man sie als Zeitgebundene Vorstellungswelt historisiert, sich insoweit davon distanziert und in normativer Hinsicht als Irrtum verwirft. So führt ein Weg von Steiners evolutionär hierarchisierte Rassentheorie zu einer egalitären Philantropie. Aber vor einer solchen Revision schrecken viele Anthroposophen weiterhin zurück, weil dies den Einstieg in die Kritik von Steiners ‘höheren Einsicht’ bedeuten würde’.[50]

    Helmut Zander, Anthroposophie in Deutschland (Band 1), p. 636-637

    Overigens heb ik daar ook een reactie geplaatst, maar die is er ook nog niet door. Ik heb aangekondigd dat ik, als reactie op het stuk van Geuljans, nog een zesde artikel over de kwestie antroposofie en racisme ga schrijven. Over wat Geuljans heeft geschreven valt ontzettend veel te zeggen. Het heeft me dus wel geprikkeld

  8. Floris Schreve said, on 11 april 2012 at 11:00

    Dit schreef ik als reactie onder het artikel van Geuljans op de Aardespiegel (http://www.aardespiegel.nl/artikelen/rudolf-steiner-individu-versus-ras/ niet geplaatst, maar misschien gebeurt dat nog):

    Heb met veel belangstelling bovenstaande bijdrage gelezen. Laat beginnen om te zeggen dat ik het een serieus betoog vind, dat in zichzelf consistent in elkaar zit. Ik heb alleen wel een heleboel bezwaren, op verschillende punten. Van het issue ‘citeren van Steiner’, de samenvatting van Steiners opvattingen over ‘de evolutie van rassen’, van hoe Steiners evolutieleer zich verhoudt tot Darwin (en Haeckel) tot en met de kwestie wanneer de factor ‘ras’ geen rol van betekenis zou spelen in Steiners visie.
    Ik zal dit tzt toelichten op mijn eigen weblog, in een nog te verschijnen bijdrage in mijn serie over de kwestie ‘antroposofie en racisme’ (zie https://fhs1973.wordpress.com/category/antroposofie-en-racisme/ ). Ik wil dat wel serieus doen en er dus ook wat tijd voor vrijmaken, dus het kan nog even duren. Maar het lijkt me interessant om uitvoerig op deze beschouwing van Stephan Geuljans in te gaan,

    vriendelijke groet,
    Floris Schreve

  9. Floris Schreve said, on 11 april 2012 at 12:32

    Een van de mooiste uitspraken van Steiner vind ik overigens deze (de man had wel zelfkennis en misschien is dit ook wel de kern van de zaak). Uit: Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten

    ‘Aber jeder Geheimwissenschafter weiß, daß von solchen Dingen viel mehr abhängt als von der Erweiterung der Intelligenz und von dem Anstellen künstlicher Übungen. Insbesondere kann leicht ein Mißverständnis darüber entstehen, wenn manche glauben, daß man sich tollkühn machen solle, weil man furchtlos sein soll, daß man sich vor den Unterschieden der Menschen verschließen soll, weil man die Standes-, Rassen- und so weiter Vorurteile bekämpfen soll. Man lernt vielmehr erst richtig erkennen, wenn man nicht mehr in Vorurteilen befangen ist. Schon in gewöhnlichem Sinne ist es richtig, daß mich die Furcht vor einer Erscheinung hindert, sie klar zu beurteilen, daß mich ein Rassenvorurteil hindert, in eines Menschen Seele zu blicken’

    Rudolf Steiner, Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten, GA 10, 1909, hoofdstuk 3: ‘Praktische Gesichtspunkte’, zie http://wiki.anthroposophie.net/Bibliothek:Rudolf_Steiner/Werke/GA_10_Wie_erlangt_man_Erkenntnisse_der_h%C3%B6heren_Welten/Praktische_Gesichtspunkte

    Citaat aangedragen door een zekere Jurjen (ere wie ere toekomt) op ‘Miidernachtszon’, de vroegere VK Blog van Hugo Verbrugh, waar alweer bijna twee jaar geleden een stormachtig debat plaatsvond over de racisme-kwestie. Het blog van Verbrugh bestaat jammergenoeg niet meer, maar ik heb van deze discussie een kopie bewaard, hier te bekijken: https://fhs1973.files.wordpress.com/2010/02/racisme-debat-op-de-site-van-hugo-verbrugh.docx

  10. Kees said, on 12 april 2012 at 08:01

    Even een vraagje tussendoor;
    Is er een max aantal woorden wat toegestaan is in een reply?
    Ik wil namelijk om eea duidelijk te maken wat ik bedoel een artikeltje van mij gaan plaatsen en daarna wil ik verder ingaan op het thema wat bij Gastkemper al aangekaart werd.

  11. Floris Schreve said, on 12 april 2012 at 09:15

    Dag Kees,

    Wil je dat hier kwijt? Ga gewoon je gang. Langer dan bovenstaand stuk zal het wel niet worden ;). Als het reactieformulier het niet goed vindt (geen idee of dat zo is), dan merken we het wel. Laat het me weten, dan verzinnen we welicht een oplossing. En ben benieuwd wat je wil zeggen

  12. Kees said, on 12 april 2012 at 12:57

    De paradox van het darwinisme

    Het volgende is me opgevallen bij het lezen van populair wetenschappelijke geschriften en het zien van tv-documentaires, zoals deze oa. op national geographic vertoond worden. Dat achter deze literatuur en documentaires bijna altijd een wereldbeeld schuilgaat, die als zodanig stilzwijgend en vanzelfsprekend wordt aangenomen.
    Met name als het gaat om thema’s als geografie, astronomie, biologie, de natuur , kortom als de ontwikkeling van mens en aarde in hun samenhang beschreven worden.
    De schrijvers en programmamakers zien dit wereldbeeld als een objectieve en wetenschappelijke basis voor hun producten.

    Denkbeelden.
    Onderstaand wilde ik enkele denkbeelden uit de hoek van de evolutionisten en Darwinisten belichten. Proberen aan te tonen ook, dat als men sommige van deze denkbeelden consequent zou doordenken, dat er een paradox kan ontstaan tov hun uitgangspunten.
    Bewust wordt er niet voor gekozen om gezichtspunten vanuit het creationisme te beschrijven.
    Ook wordt er hier vanaf gezien om vanuit de antroposofie een kosmologische gedachtegang te ontwikkelen, die schepping dmv evolutie als middenweg kan verklaren.

    Oerknal
    Er zijn natuurlijk meer theorieën, maar dat ons heelal zijn oorsprong gevonden heeft in de zogenaamde big bang of oerknal is wel een van de populairste. Ons wordt door serieuze wetenschappers beschreven dat dit heelal in aanvang kleiner was dan een zandkorrel , met een oneindige dichtheid. Dan wordt beschreven hoe eea na de oerexplosie begint uit te dijen en wat er dan in de eerste miljoenste en daaropvolgende deelseconden allemaal gebeurd.
    Er vormen zich gloeiende gaswolken en daaruit ontstaan melkwegstelsels, sterrenhopen, en sterren. In deze sterren (of zonnen) vormen zich de elementen en men stelt dat deze sterren ook weer kunnen ontploffen (supernova) waardoor de gevormde materie in de periferie terechtkomt en zodoende het basismateriaal vormt waaruit na afkoeling planeten ontstaan.
    ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Oerknal ).

    Oerimplosie.
    Een theorie die hierbij nauw aansluit is, die men de big-crunch noemt , de idee daarachter is, dat als alle energie/materie in het heelal maar ver genoeg is uitgedijt, dat de onderlinge zwaartekracht van alle energie/materie uiteindelijk een halt toeroept aan deze uitdijing en dat het heelal weer begint te krimpen en tenslotte implodeert tot het formaat van kleiner dan een zandkorrel , waarmee weer een nieuwe oerknal voorbereid wordt.
    ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Big_Crunch )

    Entropie.
    Een theorie die van het bovenstaande afwijkt is deze, die wel het uitdijende heelal postuleert, maar de uitdijing houdt nooit meer op en uiteindelijk raken alle hemellichamen ruimtelijk zover van elkaar verwijderd dat ook lichtcontact verdwijnt en alle zonnen doven uit, slechts sintels blijven er over en de energie die er nog is verspreid zich gelijkmatig over het heelal, dat dan een warmtedood sterft.( http://nl.wikipedia.org/wiki/Warmtedood )

    Oersoep.
    Maar voordat het zover is, …..op de afkoelende aarde heersen op een gegeven moment dusdanige omstandigheden, dat er gesproken kan worden van de aanwezigheid van een oersoep met daarin een mix van mineralen en de idee is dat daarin de eerste bouwstenen van leven ontstaan zijn, wat als een chemisch/fysisch proces geduid wordt.
    Wetenschappers hebben in laboratoria deze oersoep proberen te reconstrueren en met trots wordt ons medegedeeld, dat het gelukt is om op die manier bouwstenen van het leven te creëren. ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Oersoep )
    ( http://www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i001394.html )
    En dan wordt de gedachtesprong gemaakt dat uit die bouwstenen ook het leven is ontstaan.
    ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Abiogenese )

    Evolutie.
    Men heeft een mechanisme ontdekt, wat er voor zorgt dat er een evolutie plaatsvindt in de eenmaal uit de oersoep gevormde primitieve levensvormen.
    Dat is, dat er nadat er leven gevormd is, door toeval spontaan mutaties optreden , daarbij worden er miljarden jaren als tijdspad genoemd. Dit kunnen zogenaamd goede mutaties zijn, waardoor de levensvorm zich beter kan aanpassen aan de omgeving en slechte mutaties, die het omgekeerde bewerken, de levensvorm verdwijnt dan weer.
    ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Mutatie_(biologie) )

    Survival of the fittest.
    Aangezien alleen die levensvormen overblijven, die zich kunnen aanpassen, zal er op die manier een natuurlijke selectie optreden, die levensvormen steeds beter in staat stelt om zich verder te kunnen ontwikkelen. In de idee van Darwin, de strijd van de sterkste.

    Mens.
    Uiteindelijk komt men dan bij de mens terecht als eindproduct van een evolutie via mutatie en selectie. In deze visie hebben mensen en aapachtigen dezelfde stamboom. Wat de verhouding is tot het plantenrijk wordt hier door auteur buiten beschouwing gehouden.
    Dat er bewustzijn kon ontstaan bij dieren (pijn, begeerte etc.) en bij de mens, geest (denkvermogen), ziet men als een voortzetting van het ontstaan van leven, dus nog steeds een chemisch proces, weliswaar wel heel ingewikkeld en nog niet kompleet begrepen.
    Maar in ieder geval als een product van de materie.

    Tot zover in vogelvlucht enkele theorieën simplistisch geschetst uit de hoek van de evolutionisten.

    Kanttekeningen.
    Men zou wat kanttekeningen kunnen zetten bij eea:
    Een heelal kleiner dan een zandkorrel?
    Een visie op het ontstaan van planeten werd vroeger wel eens veraanschouwelijkt tijdens natuurkundelessen op school. (methode Kant Laplace) In een teil met water werd een hoeveelheid olie gegoten, die op het water bleef drijven. Dit moest de vroegere gasmassa’s verbeelden. Vervolgens nam de leraar een spatel en begon hij in de teil te roeren met cirkelvormige bewegingen. In het midden vormde zich dan een bolvormige olievlek en daarvan los kwamen oliebolletjes, die dan om het centrale deel heen bleven cirkelen. De centrale bol was dan de zon en de daarom heen cirkelende druppels de planeten.
    ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnenevel )
    Dat in het echte heelal geen leraar waargenomen wordt die aan het roeren is, moge duidelijk zijn. De moderne computeranimaties die het ontstaan van een sterrenstelsel simuleren tonen deze afwezigheid minder.
    Bij het kunstmatig nabootsen van een oersoep situatie waaruit bouwstenen van het leven voortgebracht worden. Wordt dezelfde gedachtefout gemaakt, namelijk dat de wezens in het laboratorium op een intelligente manier aan het experimenteren zijn. Bij de oorspronkelijke oersoep en bij het roeren in de teil laat men vervolgens die (experimenterende) intelligentie weg.

    De paradox van het darwinisme
    Vanuit het niets (de oerknal) is na ontzettend lange ontwikkelingstijden uiteindelijk de mens ontstaan. Het proces van toevallige mutatie en daarop volgende selectie, heeft een dergelijk ingewikkeld organisme als de mens laten ontstaan.
    Nu, de mens, een denkend wezen begint steeds meer kennis te krijgen van genen, DNA etc. M.a.w. de mens zal eens in staat zijn, om bewust mutaties op het menselijke organisme zelf uit te voeren, waardoor de menselijke evolutie aanzienlijk versnelt.
    Denk nu eens dat deze mensgestuurde evolutie zo nog miljoenen jaren doorgaat en dan ook steeds perfecter wordt. Eens zal er dan een soort supermens ontstaan.
    Een mensensoort, die naar believen ander leven kan scheppen.
    ( http://www.elsevier.nl/web/1096291/Nieuws/Wetenschap/Mensheid-splitst-zich-in-supermens-en-dwerg.htm )

    Nu de volgende gedachte. Als de mens in een verre toekomst inderdaad zo ver komt, de supermens . Dan kan ditzelfde proces in de tijd gezien ook in het verre verleden ergens in het heelal plaatsgevonden hebben met andere wezens.
    Deze superwezens, scheppende goden, die in het verleden al bereikt hebben wat de mens in de toekomst kan evenaren, zouden aan de wieg gestaan kunnen hebben van ons als mensheid………..

    Aangezien dit slechts op vereenvoudigde wijze en in een notedop samengevat is,
    verwijs ik graag naar het boek van Arie Bos, waar eea wat uitvoeriger beschreven wordt:
    ( http://www.iocob.nl/boekbespreking/hoe-de-stof-de-geest-kreeg.html )

    Dit artikeltje is een voorzet van een ander onderwerp wat ik wil gaan belichten en dan meteen ook aansluit aan het thema van deze website namelijk rassen. (volgt hierna)
    Immers in de hele discussie over vermeend racisme gaat het er ook om welke visie erachter steekt. Het moderne Darwinisme of geesteswetenschap, welke laatste hier ter discussie gesteld werd en wordt. Mijn insteek zal het zijn om het darwinisme ter discussie te stellen.

    Kees Kromme

  13. Kees said, on 12 april 2012 at 13:37

    Ik heb de link naar het blog van Verbrugh zo’n beetje doorgenomen , maar jouw websites 1 t/m 5 komen nog aan de beurt. In de Verbrugh blog zie ik hoe de stemming toen was met bijdragen van oa Wuijts, Jurjen en nog iemand met zo’n gekleurd logootje. Ook zag ik daar steeds weer dezelfde bladzijden van Zander langs komen, door jou geciteerd, hierboven noem je het nogmaals. Maar ook zie ik dat er bij jou wel een kentering gaande lijkt waar je schrijft:
    -Als je de teksten van Steiner in zijn tijd plaatst en probeert te achterhalen wat de intentie van Steiner was, dan denk ik niet dat de conclusie moet zijn dat Steiner racistische bedoelingen had.-
    Dus ik neem aan dat nu het uitqangspunt is voor een vervolg discussie en dat er niet weer steeds oude koeien uit de sloot gehaald hoeven te worden. Je referentie naar het citaat waarbij je Steiners zelfkennis prijst duidt mi ook in die richting. Van Wuijts die al veel eerder de pijp aan Maarten had willen geven, maar toch doorging heb ik geleerd, dat ik dus niet hoef in te gaan op de oude koeien als ze er toch weer uit gehaald zouden worden. Ik wilde dus beginnen met een citaat van Steiner over rassen, die Floris in het hele dikke Baarda document niet heeft kunnen vinden.

    Das Geistige bereitet sich vor, zum
    ersten Male rassenbildend zu werden.

    Jetzt ist Intelligenz auf der Erde. Jetzt wird das tiefgreifend, jetzt greift es auch ein
    in das Irdische des Menschen. Das Geistige bereitet sich vor, zum
    ersten Male rassenbildend zu werden. Und die Zeit wird kommen,
    wo man nicht mehr wird sagen können: Der Mensch schaut so aus,
    also gehört er dorthin, er ist ein Türke oder Araber oder ein Engländer
    oder ein Russe oder ein Deutscher; sondern man wird sagen müssen:
    Der Mensch war in einem früheren Erdenleben dazu gedrängt, sich
    nach dem Geistigen im Michaelischen Sinne zu wenden. So daß also
    unmittelbar physisch-schöpferisch, physisch-gestaltend dasjenige auftritt,
    was von Michael beeinflußt ist.

    GA 237 3-8-1924.

    ik kan er nu al bij zeggen dat Steiner dit voorzag miv eind 20e begin 20e eeuw. Dus niet in een verre toekomst.
    Populair gezegd, Steiner voorziet dat er een tweedeling gaat ontstaan vanuit de eenheid mensheid. Er ontstaan mensen die zich met het spirituele uiteengezet hebben en mensen die dat niet gedaan hebben, zeg maar de materialisten en dat zal zichtbaar worden tot in de fysiognomie van de betreffende mensen. En aangezien reïncarnatie een centraal thema is in de antroposofie is dit een heel andere invalshoek dan degene die vanuit het darwinistische gedachtegoed kan opkomen.
    Het merkwaardige is dat Steiner dit al in 1924 voorzag.
    Maar anno 2012 wordt het pas weer actueel (zelfs Baarda kende het niet). Wat blijkt, vanuit wat ik maar simpelweg de darwinistische hoek zal noemen, wordt ongeveer hetzelfde gezegd als Steiner, maar dan wel vanuit hun eigen materialistisch geverfde gezichtspunt.
    Hier een beschrijving naar een stukje citaat van de bekende visionair en futuroloog Ray Kurzweill.

    De wereldberoemde transhumanist, futurist en uitvinder Raymond Kurtzweil, oprichter van Kurzweil Technologies, noemt 2029 als de datum waarop er een definitief omslagpunt zal zijn en de computer het menselijk brein zal evenaren, aanvullen, verbeteren en vervolgens voorbijstreven. Vanaf 2030 zal het onderscheid tussen virtuele en fysieke werkelijkheid weggevallen zijn omdat de hersenen kunstmatig tot een realiteitsbeleving zullen worden gestimuleerd, zegt Kurzweil in een interview voor VBS-televisie. Elk lichaam zal ‘geoptimaliseerd’ zijn met neurologische chips. In 2045 zal er een nieuw ‘verbetert’ mensenras opstaan, de kroon op de eugenetica, als mens en machine zullen samensmelten tot een hybride. Kurzweil noemt deze fusie ‘De Singulariteit.’32 Voor een uitstekende BBC-documentaire over deze materie verwijs ik verder naar Human Version 2.0. (Klik hier voor deze documentaire. Voor het interview met Kurzweil voor VBC-tv, klik hier. Voor zijn lezing over De Singulariteit te Stanford University in 2006, klik hier).

    Via google en youtube is veel te vinden over deze man.
    Een andere wetenschapper uit die hoek Steven Warwick beweert ongeveer hetzelfde.


    ook hier via google voldoende data

    Ze zijn allemaal bezig en verwachten ook bij te dragen aan een verbeterd mensenras. Mengele werd er nog om veroordeeld, maar de tijd schrijdt voort.

    Wat ik dus hier bij elkaar wilde brengen was een geesteswetenschappelijke en een darwinistische visie op de toekomst van de mensheid. In de vorige bijdrage over de paradox van het darwinisme was ook een link waar gesproken wordt over een toekomstig slavenras (degenen die zich technisch en genetisch niet willen laten manipuleren). De vraag kan opkomen of dat vanuit het darwinisme niet ontzettend rassistisch gedacht is.

    tot zover Kees
    ik hoop op vele meededenkers die de nuance niet uit het oog verliezen.

    • Kees said, on 12 april 2012 at 22:12

      Correctie, moet zijn eind 20e eeuw, begin 21e eeuw

  14. Kees said, on 12 april 2012 at 14:02

    aansluitend:
    nog een citaat van Steiner om te laten zien, dat hij die andere stroom ook wel zag aankomen.

    Die Zusammenschmiedung des Menschenwesens
    mit dem maschinellen Wesen, das wird für den Rest der Erdenentwickelung
    ein großes, bedeutsames Problem sein.
    Ich habe vollbedacht öfter jetzt darauf aufmerksam gemacht, auch
    in öffentlichen Vorträgen, daß das Bewußtsein des Menschen zusammenhängt
    mit abbauenden Kräften. Zweimal habe ich es in öffentlichen
    Vorträgen in Basel gesagt: In unser Nervensystem hinein ersterben
    wir. – Diese Kräfte, diese ersterbenden Kräfte, sie werden
    immer mächtiger und mächtiger werden. Und es wird die Verbindung
    hergestellt werden zwischen den im Menschen ersterbenden Kräften,
    die verwandt sind mit elektrischen, magnetischen Kräften und den
    äußeren Maschinenkräften. Der Mensch wird gewissermaßen seine
    Intentionen, seine Gedanken hineinleiten können in die Maschinenkräfte.
    Noch unentdeckte Kräfte in der Menschennatur werden entdeckt
    werden, solche Kräfte, welche auf die äußeren elektrischen und
    magnetischen Kräfte wirken.
    Das ist das eine Problem: das Zusammenführen des Menschen mit
    dem Mechanismus, das immer mehr und mehr um sich greifen muß in
    der Zukunft.

    GA 178, 25-11-1917

  15. Kees said, on 12 april 2012 at 14:11

    Je reactie is in afwachting van moderatie.

    De paradox van het darwinisme

    volgorde klopt nu niet helemaal

  16. Kees said, on 12 april 2012 at 17:04

    Ik ben nu het Floris- inleidende artikel aan het lezen. Voor het thema is het niet wezenlijk, wel voor de manier waarop eea gelezen wordt.

    f:citeert
    ‘Het Mattheus Evangelie’ (p. 42). Daarin noemt hij Hermes Trismegistus een incarnatie van Zarathustra, een niet geheel onbelangrijk figuur voor de antroposofie ( de grondlegger van het Perzisch dualisme en de ‘uitvinder’ van Ahriman).

    Als je naar de betreffende passage gaat zul je vinden dat Hermes noch Moses een incarnatie van Zarathustra waren, maar dat het heel anders beschreven wordt. Daarbij moet je letten op wat er gezegd wordt over astraallichaam en etherlichaam. Meer tips geef ik niet, maar als ik meer van dit soort dingen tegenkom zal ik ze hier melden. het gaat er immers wel om dat als men Steiner refereeert, dat dan ook goed en betrouwbaar gebeurd.

  17. Floris Schreve said, on 12 april 2012 at 18:49

    Kees, zie nu pas je berichten. Je krijgt later uitgebreid antwoord. Maar lees inderdaad de rest ook maar, dan weet je ongeveer waar ik sta. Een ding, ik geloof niet dat Steiner racistische bedoelingen had, wel dat Steiner racistische opvattingen had, die ook voor zijn tijd niet erg progressief waren. Het kon natuurlijk veel erger, maar Steiner was op dat gebied niet de meest vooruitstrevende.
    Dat is het voor nu eventjes, de rest volgt later

    • Kees said, on 12 april 2012 at 21:59

      Ik zie nu pas dat ik op het betreffende topic zelf ook kan reageren ipv onderaan een nieuw onderwerp te beginnen, dus ik grijp hier de gelegenheid aan om erop opmerkzaam te maken dat het artikel paradox van het darwinisme nog steeds gemodereert is, dus voor derden niet inzichtelijk en het is onderdeel voor mij van een aantal aspecten die ik wilde aanduiden dus het kan in die zin niet gemist worden

  18. Floris Schreve said, on 12 april 2012 at 19:15

    Kees, nog even. Interessant en goed dat je dit zo uitgebreid wil doen. Wel wil ik een paar zaken afspreken. Ik wilde discussie to the point houden. Dat betekent dat het:
    1. gaat over de ‘rassenkwestie’ in Steiners werk
    2. het evt gaat over racisme in het werk van hedendaagse antroposofen
    Op die twee punten mag je op alle details ingaan en alles erbij halen wat je nodig vindt (tenzij het niet relevant is, maar dat zien we wel). Ik wil je graag de ruimte geven, maar gebruik die wel goed. Overigens zou ik het best leuk vinden om te weten met wie ik te maken heb. Maar dat laat ik verder aan jou.
    Als je vindt dat je een uitgebreid stuk moet gaan schrijven en de reactieformulieren zich daar niet goed voor lenen, zou ik je willen suggereren om dat elders te plaatsen. Ik zal er dan ruimhartig naar verwijzen, zoadat iedere lezer er kennis van kan nemen.
    Maar als ik je een advies mag geven: neem het totaal goed door en bedenk goed wat je in wil brengen. Ik zie er naar uit.

    Ben heel benieuwd

    • Kees said, on 12 april 2012 at 21:23

      Floris, ik kan niet helemaal meegaan met je afspraak.Als ik me namelijk aan jouw 2 punten zou houden, zou me de mogelijkheid ontnomen worden om wat misschien wel darwinistisch racisme is wat geprojecteerd wordt op de antroposofie aan de kaak te kunnen stellen, dus ik hou het gaarne iets ruimer, minder beperkend.Ik heb nu je hele inleidende artikel ook doorgenomen en zie dat jij jezelf ook niet beperkt, dus verlang dat ook niet van mij. ik ben allergisch voor moderatoren die ik op diverse websites heb meegemaakt en soms zodanig menen te moeten ingrijpen, dat het vrije geestesleven waar ik voor sta ernstig in het gedrang komt. Helaas komt dit ook op sommige zogenaamde antroposofische websites voor.Wees dus maar niet ongerust dat ik iets zou inbrengen wat ik niet goed bedacht heb.Aardig advies van je, maar of iets relevant is of niet gaat soms boven persoonlijke subjectieve dingen uit.Ik zeg dit maar eerlijk in het begin, zodat je weet hoe ik daarin sta. Daar vroeg je ook om.
      De eerste 5 artikelen van je over je starwars associaties zal ik ook doorploegen,maar dat zal nog wel enige tijd vergen vermoed ik. Een ding ben ik wel erg benieuwd naar, misschien kun je dat voortrekken, wat versta je nu eigenlijk precies onder racisme?,dus niet naar citaten gaan verwijzen oid,maar jouw persoonlijke definitie van racisme.

      • Ramon DJV said, on 12 april 2012 at 21:31

        Hoi Kees,

        Blijkbaar hebben wij dezelfde ervaring met de moderatie op antroposofische websites. De door antroposofen zo overroepen vrijheid van geestesleven vind ik maar heel af en toe (en dan meestal ook maar alleen bij enkele individuen en zelden in het debat) terug in de antroposofische beweging. Is dat geen teken aan de wand dat er iets wel heel heel mis is in die beweging? Dat er niet vrijuit kan en mag worden gepraat? Zelf vind ik dat zorgelijk, omdat het me doet denken aan zwijgplicht.

        Mvg.
        Ramon

      • Kees said, on 12 april 2012 at 21:46

        Hallo Ramon. ik zie het probleem van moderatie weider, op allerlei gebied ben ik het al tegengekomen, niet alleen in antro verbanden. Het schijnt heel verleidelijk te zijn voor moderatoren om het machtsmiddel van moderatie te gebruiken, daar heb ik een woord voor bedacht kleine Poetins, maar je kunt daar ook andere namen voor verzinnen hoor;) Overigens ga ik nu iets zeggen wat gewis ook tegen mij gebruikt kan worden, maar zo denk ik erover. En dat is dit, dat bij het in diskrediet brengen van de antroposofie misschien wel meer mensen binnen die beweging meewerken dan daarbuiten. Heel goed bedoeld werken deze soms mee aan een verwatering en schaden daarmee meer dan dat ze opbouwen. Naar mijn mening is afstand doen van Steiner op grond van wat men niet van hem begrijpt zo’n voorbeeld.

  19. Kees said, on 12 april 2012 at 20:56

    Hoi Floris, ik zie nog steeds dat er een bijdrage van mij is, die op jouw moderatie wacht, dus ik neem aan dat dat stuk voor derden niet leesbaar is. je stelde zelf al dat ls er links in staan dat dat kan gebeuren. het betreft het stukje over de darwinistische paradox. Kun je de moderatie opheffen?
    Over wie ik ben?, in het tijdschrift apokalyps nu, kun je wat artikelen van mij aantreffen en ook in reacties van mij in aardespiegel, waarvan ik eerder hier of bij Gastkemper al een link gaf.
    Meer uitgebreide stukken zal ik denk niet hier op de website plaatsen, dn verwijs ik ook liever naar elders.
    Op dit moment zie ik de discussie op jouw site een kans hebben, bij arrdespiegel merk ik dat ze al 4 dagen artikelen niet zichtbaar maken omdat ze op moderatie wachten, mi niet een teken van vrij geestesleven of discussiebreidschap, maar goed zij zijn wel begonnen met het overigens goede artikel vam Geuljans.

  20. Floris Schreve said, on 12 april 2012 at 23:09

    Kees, excuus, zie je berichten nu pas (zit niet altijd achter mijn compu). Ik zal even kijken hoe het zit met je reacties en ik beloof ze allemaal te plaatsen (morgen). En misschien moet ik naar mijn instellingen kijken, wat betreft het doorlaten van reacties. Maar dit is niet mijn bedoeling en komt vooral door mijn technische onkunde. In ieder geval niet door Poetinachtige neigingen van mijn kant 😉 Maar ik zal alles in orde maken.

    PS het zou me niets verbazen als de redactie van de Aardespiegel met hetzelfde euvel kampt. Laten we daar maar van uit gaan. Morgen pak ik de draad weer op

    • Kees said, on 12 april 2012 at 23:40

      Ja, ik denk ook dat we er vanuit moeten gaan dat ze bij aardespiegel van goeden wille zijn, totdat het tegendeel aangetoond wordt, maar zover is het nog niet. Ik verwacht in elk geval wel een bericht op hun website waar ze even uitleggen hoe het kan dat er al 4 dagen geen berichten meer doorkomen van externen.

    • Kees said, on 13 april 2012 at 10:20

      Thx not being Putin;) ik wordt altijd kriebelig bij moderatie, dus dat is nu weer voorbij.
      In aardespiegel zie ik in ieder gevl nu een reactie van jou en mij terug, maar (nog) niet van Ramon,
      Ook zie ik nog niet een verklaring waarom het 5 dagen moest duren, maar misschien komt dat nog.

  21. Floris Schreve said, on 13 april 2012 at 16:04

    En nu was een bericht van mijzelf blijven hangen 😉 Hier alsnog

    Kees, relax! Om bij voorbaat al uitleg van de heren en dames van de Aardespiegel te gaan eisen lijkt me ook wat over the top. Misschien zijn ze wel een weekje met (Paas)vakantie. Er wordt daar in ieder geval gemodereerd en daar is niks op tegen. Inhoudelijk wordt het nog pittig genoeg, dus ik weet niet of het verstandig is om bij voorbaat al zo opgefokt te doen.
    Dan je verhaal. Heel eerlijk gezegd vind ik het niet erg on topic. Hoe Steiner over het ontstaan van de verschillende mensenrassen dacht op verschillende plekken op aarde in de Lemurische tijd door de remmende werking van de abnormale geesten van de vorm, hoe deze rassen zich hebben voortgeplant in de erfelijkheid en over de kwestie dat de rassen uiteindelijk zullen verdwijnen (maar wanneer?), daar gaat het over. Zie vooral Steiners lezingencyclus, ‘Die Mission einzelner Volksseelen’ (1910, GA 121) en dan vooral de vierde en zesde voordracht. Op dit blog heb ik elders deze twee voordrachten integraal besproken, zie https://fhs1973.wordpress.com/2010/02/08/geen-sprake-van-rassenleer-in-de-antroposofie-kritische-kanttekeningen-bij-het-rapport-van-de-commissie-van-baarda/ .
    Jij hebt het hierboven over cyborgs en over eugenetica . Eugenetica met mensen heeft alles te maken met sociaal Darwinisme, niets met het klassieke verhaal van Darwin, The orgins of species. Nu geloof ik niet dat Steiner zo’n voorstander was van eugenitca. Het van Baarda-rapport heeft daar ruime aandacht aan besteed en ik vind dat nou net een overtuigend gedeelte (pp. 280-283 ). Alhoewel, wat moet je met verhandelingen over ‘de stootkracht van het blanke ras’ (snap het oprecht nog steeds niet) en met de mededeling dat ‘het beheer over de bloedbanden vanaf de negentiende eeuw is overgedragen aan de geesten der duisternis’. Leg dat maar eens aan de gewone mensen uit 😉 Enfin, antroposofie is een leuke hobby, dat blijkt weer eens.
    En verder Kees, eerlijk gezegd vind ik je verhaal over de cyborgs erg ‘onantroposofisch’. Het tegenovergestelde van antroposofisch zelfs, althans zoals ik de antroposofie heb meegemaakt van huis uit en in mijn vrije schooltijd. Homeopathie met allemaal chips in je lijf, het is best een leuk idee, maar ik weet niet of veel antroposofen zich daarin zullen herkennen. Melissegeest voor de terminator, ik weet niet of dat antroposofisch is (al wijst het bekende ‘I’ll be back’ op de reïncarnatiegedachte). Even off topic (nu ik), ik kreeg als kind al automatisch hoofdpijn van de lucht van melissegeest, die ik op de vrije school door een overigens allerliefste juf met een watje op mijn hoofd werd gedept als ik een klachtje had. Maar ik was toch weer nieuwsgierig geworden en heb het even gegoogled. En wat blijkt: er bestaat tegenwoordig melissegeest ademspray voor je hond! Zie http://www.dierenshopsonline.nl/jumbopet/Apotheek%20verzorging/Dierendrogist%20Melissegeest%20ademspray.html Moest even heel erg lachen. Gaat je hond ook lekker naar soof ruiken.
    Maar nu weer terzake. Beste Kees, volgens mij hou jij hierboven vooral een eigen verhaal en niet zozeer een antroposofie-gerelateerd verhaal. Dat mag, maar dat staat een beetje buiten de discussie over de rassenkwestie. Wel valt me iets anders op. Je hebt een ding met Geuljans gemeen. Zowel jij als Geuljans gooien de evolutie-theorie van Darwin op een hoop met sociaal Darwinisme. Daarin zitten jullie volgens mij allebei op een verkeerd spoor. Het aardige van Darwin is nu net dat ‘evolutie’ in zijn ogen niet teleologisch is (naar een doel toewerkt), itt wat jullie ervan maken. Dat hebben jullie beiden gemeen met de ideeën over evolutie van Steiner. De antroposofie gaat ook uit van een evolutie die naar een doel toewerkt. Geuljans verwijt Darwin sociaal Darwinisme, maar is in zijn eigen opvattingen (net als jij met je ideeën over cyborgs) net zo teleologisch als het sociaal Darwinisme. Het aardige van het klassieke Darwinisme is nu juist dat het uitgaat van toevallige omstandigheden en dus geen doelmatigheid kent. Misschien is dat wel de kern van de onvrede die de antroposofie met het klassieke Darwinisme heeft. Zomaar een gedachte van mij.
    Overigens is het in dit verband wel interessant wat de niet geheel onomstreden Britse wetenschapper Rupert Sheldrake over Darwin zegt. In een interview met Wim Kayser, dat ik heel lang geleden ademloos heb bekeken (in 1992, nog in een tijd dat ik meer pro-esoterie was dan nu) stelt Sheldrake dat Darwin ‘God uit de evolutie wilde bannen’. Dat kon ik me er nog van herinneren. Ik heb gezocht en het hele interview van toen is op youtube in een paar delen te bekijken (de Amerikaanse PBS bewerking, zie hier deel 1, http://www.youtube.com/watch?v=_noh9aSWUlU ). Trouwens Sheldrakes opmerking dat hij niet kan geloven dat de schepping naar het eindproduct ‘de blanke man’ toewerkt (Sheldrake zegt president George HW Bush) is juist voor een discussie over het teleologische aspect van Steiners evolutie-model van belang. Werp zeker een blik op de tekeningen uit GA 100, zie https://fhs1973.files.wordpress.com/2008/06/fig2def.jpg en https://fhs1973.files.wordpress.com/2008/06/steiner-entwicklung-der-menschheit.jpg
    Tot zover dit antwoord. Voor de goede orde zou ik je willen verzoeken om het niet teveel alle kanten te laten uitvliegen en vooral om een beetje on topic te blijven. De materie is al ingewikkeld genoeg.

    PS Die tekst van Steiner die je hebt aangedragen is zeker wel erg interessant. Wellicht kunnen we daar nog even op doorgaan. Ik heb in het van Baarda-rapport in het citatenregister gezocht, maar daar kwam het niet voor (heb gezocht op GA nummer). Dus vandaar mijn opmerking dat het er niet instaat.
    En ik zie zeker uit naar je tweede lange bijdrage over rassen. Ben benieuwd

  22. Kees said, on 13 april 2012 at 19:57

    Floris (even of topic bij die naam heb ik de associatie van Rutger Hauer houwend met een degen),. Nu weer ontopic.
    Ik had de indruk dat het mogelijk zou zijn een goede discussie over het thema -vermeend –(want als het niet vermeend maar daadwerkelijk racisme zou zijn, zou er geen discussie meer nodig zijn) racisme te hebben. En heb ook aangegeven dat de oude koeien uit de sloot de discussie niet zouden moeten domineren en dat ik dat van de discussie met Wuyts geleerd heb, die ik in de Verbrugh blog gevolgd heb. Ik heb ook aangegeven me niet per se aan de afspraak van jouw 2 punten te kunnen (en willen) houden.
    Ondertussen heb ik me weer iets verder door je star wars geassocieerde artikel heengeploegd en de discussie met ene Alfrik gevolgd. Hmmm. Hier zou ik ook iets uit kunnen leren
    Nu begin je direct dat ik wat van aardespiegel zou –eisen- en dat ik –opgefokt- zou doen., niet relaxt ben. Hmmm
    Wil je hiermee een toon zetten? Mag wel hoor, maar ik ga daar niet in mee.
    Dan wat ik te berde te brengen heb is niet erg on topic zeg je. Het was ook wel veel voor zo’n eerste keer om te begrijpen, ik zal het nog moeten toelichten waar nodig.
    Dan zou ik me met jouw voorstel uit de mission moeten bezig houden en met het rapport van Baarda, Dat is volgens jou dus kennelijk wel on topic, maar tevens zijn het volgens mij delen van de oude koeien.waarover boven gesproken werd. Nu zegt de term –rapport van Baarda- me eigenlijk niks, het is de verzamelnaam voor een heel dik document. Dus als je ernaar verwijst moet je denk ik iets specifieker zijn. Is ongeveer hetzelfde als ik naar de bijbel zou verwijzen omdat daar iets over apostelen instaat. Bovendien zie ik de commissie van Baarda niet als enige autoriteit waar ik rekening mee zou moeten houden in een discussie als deze.
    Dus voor mij hoef je het niet steeds te refereren.
    Dan verwijs je naar de mission en ik citeer je -Hoe Steiner over het ontstaan van de verschillende mensenrassen dacht op verschillende plekken op aarde in de Lemurische tijd door de remmende werking van de abnormale geesten van de vorm, hoe deze rassen zich hebben voortgeplant in de erfelijkheid en over de kwestie dat de rassen uiteindelijk zullen verdwijnen (maar wanneer?), daar gaat het over.-

    Uit je hele website begrijp ik ook wel ongeveer wat je bedoeld, (maar er staat zo ontzettend veel in) maar wat bedoel je nu specifiek? Waar zit het probleem voor jou? Met de tekst, -daar gaat het over- is het voor mij veel te algemeen. Alsof ik maar 2 hoofdstukken moet gaan lezen en dan begrijpen waar het bij jou om gaat.
    Je kunt het probleem beter in kleine stukjes presenteren, dan kan er ook veel beter op ingegaan worden. Niet teveel alle kanten laten uitvliegen en vooral om een beetje on topic te blijven

    Ik heb je eerder gevraagd om nu eens in eigen woorden te vertellen wat jij nu precies onder racisme verstaat (kennelijk jouw centrale punt) zonder ellenlange citaten erbij te slepen. Mogelijk kom je daar nog aan toe? Voor mij is het wezenlijk dat je daar eerst duidelijkheid over geeft want anders begrijp ik niet eens of nauwelijks wat je met deze hele website eigenlijk bedoeld, gaat het om persoonlijk ongenoegen of gaat het echt om racisme?. Ik lees wel overal dat jij vind vind vind dat alles of veel racistisch is in jouw opinie. Maar waarom vind je dat? En op welke gebieden specifiek? Nogmaals wat is je echte pijn?

    Voorbeeldje een mens doorloopt van foetus naar baby, kind, puber, volwassene, grijsaard allemaal verschillende fasen door. Niet een is belangrijker dan de andere, maar de puber zal waarschijnlijk als hij niet ziek is vitaler zijn dan de grijsaard en de grijsaard zal statistisch gezien ook eerder sterven dan de baby. Voor sommigen zal de foetus niet in het rijtje horen en daarom mag het ook geaborteerd worden.
    Ander voorbeeldje, leg 2 stenen in de brandende zon , een witte en een zwarte, welke zal warmer worden? Is het nu een vorm van racisme om het verschil te zien in de fysiognomie van een jong en een oud mens en om te zien, dat de een zich geestelijk anders ontwikkeld heeft dan de ander? Of moet ik me voorstellen dat jij denkt dat er in of onder sommige mensen kookpannen aanwezig zijn met daaronder een vuurtje? Of moet ik me voorstellen dat jij denkt dat Steiner zelf zich deze kookpannen voorstelt al of niet met asaanslag op de plek waar de boel aangebrand is?
    Je zult iets specifieker moeten zijn over waarom jij iets racistisch vind of gewoon niet begrijpt wat er mogelijk bedoeld werd. Waar zit de pijn bij jou?

    Waar lees jij trouwens in mijn stukjes dat Steiner een voorstander zou zijn van eugenetica?
    En dan stel je dat het verhaal over cyborgs onantroposofisch is. Had ik dat dan gezegd, dat het wel antroposofisch zou zijn? (ik noemde zelfs niet antroposofisch en ook niet creationistisch) Ik laat allen maar zien (noemde ik ook al op simplistische wijze) wat er in het verlengde van het darwinisme aan ideeën kan ontstaan. Nu dat verlengde dat zou je sociaal darwinisme kunnen noemen, mijnetwegen. En inderdaad dat is precies tegengesteld aan antroposofie, maar dart zat al impliciet in wat ik schreef.

    Of het van belang is in deze discussie om te weten waar jij allemaal hoofdpijn van kan krijgen en hoe honden naar soof ruiken, je zegt het zelf al is ook niet erg ontopic. Maar aan het eind van je betoog roep je mij wel op ontopic te blijven hmmm Dus daarom Rutger Hauer.en zijn zwaard.

    Natuurlijk heb ik een eigen verhaal. Als ik het over antroposofie zou hebben zoals het in de boeken staat, zou ik kunnen volstaan met louter citaten. Nu de citatenvloed is er toch al geweest in deze websiten. Ik schrijf alleen maar over antroposofie inzoverre ik dat individueel kan representeren. En mijn eigen verhaal heeft vorm gekregen door mijn omgang met de antroposofie. Dus je zult het moeten doen met mij zoals ik geworden ben door me met antroposofie bezig te houden.

    Het Darwinisme (of beter gezegd Darwin) ziet geen doel in de evolutie, alles wordt immers door toeval en selectie dmv de survival of the fittest geregeld. Klopt, het beschrijft de waarnemingen uit het verleden., aangevuld met gedachte interpretaties. Maar de praktijk die zich vertaald in het sociaal darwinisme en zich richt op het heden en de toekomst is, dat er door de mens gehandeld wordt op een intelligente wijze en dat er verwachtingen zijn dat het toeval in de evolutie van het darwinisme overwonnen kan worden en dat leidt tot eugenetica.. Daarmee is het sociaal darwinisme toch weer niet los te koppelen van het darwinisme, het is er het onlosmakelijke gevolg van. Kortom als de mens zijn eigen handelen in het sociaal darwinisme vergeet, dan is dat hetzelfde als die roerende leraar met de oliedruppels van kant laplace en de laboratoriumexperimenteurs met de oersoep.
    Met het optreden van de mens is nu eenmaal een andere factor in de evolutie gekomen.
    De titel van mijn stukje had dus inderdaad beter kunnen heten – de paradox van het sociaal darwinisme.

    De open vraag staat nog steeds, als je ziet dat de mens kan gaan ingrijpen in zijn eigen evolutie en de tekenen dat dat zal kunnen zijn niet misteverstaan, wat zou daarvan het eindprodukt kunnen worden volgens sociaal darwinisatische gezichtspunten? Heb gerust een paar miljoen jaar de tijd.
    De heren Kurzwweill en Warwick (en vele andere sociaal darwinisten)suggereren het al: een soort supermens (of god) en mensen die daar niet aan meedoen zullen zich verhouden als loeiende koeien (Warwick) tot hyperintelligente via directe cybernetische breincommunicatie communicerende superwezens.
    Ik stel hiermee dat het sociaal darwinisme daarmee uitmondt in een racisme in het kwadraat. Nu is het nog niet zo ver, maar deze heren zien het al heel spoedig naderen.
    Hiermee zit ik geheel ontopic op de idee van racisme uit de koker van het sociaal darwinisme, dat onverbrekelijk voortkomt uit het darwinisme.
    Door de racistische uitspraken van Warwick voel ik me dus zeer gekrenkt, want die loeiende koe ben ik (in hun visie), die geen genetisch gemanipuleerde cyborg wil worden, maar me wil ontwikkelen middels de geesteswetenschap zoals deze door Steiner is gegeven.
    Het wordt tijd dat er een rapport komt die deze ideeën van het sociaal darwinisme eens gaan onderzoeken voor het te laat is.

    Als jij nu verteld wat jouw pijn is als je denkt dat iets racistisch zou zijn, zou je me zeer helpen om te begrijpen waarom je in deze websites zo’n gedrevenheid tentoonspreid, want ondanks al de tekst is me dat nog steeds niet duidelijk.

  23. Floris Schreve said, on 13 april 2012 at 22:29

    Kees, wat een tekst weer. Ik ga hem hier niet helemaal behandelen. Ten eerste, interessant dat je ervan uit gaat dat ik ‘pijn’ lijdt. Als ik een opinie heb, of me desnoods op een zaak stort wil dat nog niet zeggen dat ik gedreven wordt door pijn 😉 Omdat antroposofie voor velen een vorm van therapie is, wil dat nog niet zeggen dat het dat ook voor mij is.
    En verder ben je vooral bezig met het brouwen van je eigen antroposofie. En dan ga ik je toch teleurstellen. Het gaat hier immers over de ideeën van Rudolf Steiner, niet om de particuliere zieleroerselen van Kees. Het laatste wat ik zou willen is hier een soort therapeutisch theekransje te organiseren.
    Jouw particuliere ideetjes over cyborgs hebben geen enkele relevatie voor het bovenstaande stuk en maar heel zijdelings voor de rassentheorieën van Rudolf Steiner en sommigen van zijn volgelingen. Die zijn hier het onderwerp. Daar wil ik me hier tot beperken.
    Ik vrees dat ik je anders toch moet gaan aanraden om een eigen webstek te organiseren, waarop je dit alles onbeperkt kwijt kunt. Daar hoef ik mijn site niet voor te laten lenen.
    Je mag het hier 180 graden met me oneens zijn en dat ook goed duidelijk maken, daar geen enkel probleem mee. Maar ik wil wel dat jij je beperkt tot het onderwerp dat hier aan de orde is. Dus hou dat goed in je achterhoofd. Ik geef je graag de ruimte, maar gebruik hem wel goed. En nu terzake. Je wilde nog iets kwijt over de rassenkwestie? Ga je gang, maar hou je aan de punten van de orde, die ik bovenstaand heb aangegeven.
    Al die andere kwesties moet je anders maar op een eigen site lanceren, waar je je eigen regels kan instellen. Hier stel ik wel een paar minimumgrenzen, al is daarbinnen veel mogelijk. Je hebt die discussie met Alfrik gevolgd, dus hje hebt ook gezien dat Alfrik het daar zelf naar heeft gemaakt. Laat het niet zover komen.

  24. Kees said, on 13 april 2012 at 23:21

    Nou Floor, nu komt de sociaal darwinistische aap toch uit de mouw je wilt alleen maar discussies volgen op jouw voorwaarden, zodat de resultaten ook worden zoals jij ze wenst. Daarvoor laat ik me niet lenen, niet de ewige wiederkehr des gleichen Zitate. Als je al niet willig of in staat bent op de meest elementaire vraag in te gaan in een racisme kwestie -wat is nu eigenlijk racisme voor jou?- dan houdt het gewoon op. Het zal hier op je webstek weer eenzaam worden, want mensen als Ramon die het met je eens zijn zullen zich vermoedelijk niet
    bij jou melden om het lekker samen eens te zijn. trouwens ik had het over doorploegen van je starwars artikelmaar ik moet zeggen ik heb er ook hartelijk om moeten lachen, niet uitlachen voor een goed begrip, maar echt plezier van je plastische voorstellingsvermogen of moet ik zeggen onvermogen om ook maar iets te begrijpen van echte spiritualiteit. Het is echt hilarisch hoe je associatief met Hermes en Steiner omfaat, van de hak op de tak wordt alles associatief aan elkaar geregen.En dan toch elke keer weer zeggen, ik ben benieud naar je volgende lange bijdrage. Hoezo kiezersbedrog.

    • Floris Schreve said, on 13 april 2012 at 23:32

      Kees, je zegt hierboven: ‘Nou Floor, nu komt de sociaal darwinistische aap toch uit de mouw je wilt alleen maar discussies volgen op jouw voorwaarden, zodat de resultaten ook worden zoals jij ze wenst.’

      Hoewel ik dat ‘Floor’ nogal intiem vind is dat niet het geval. Ik zeg: ‘Je mag het hier 180 graden met me oneens zijn en dat ook goed duidelijk maken, daar geen enkel probleem mee. Maar ik wil wel dat jij je beperkt tot het onderwerp dat hier aan de orde is. Dus hou dat goed in je achterhoofd. Ik geef je graag de ruimte, maar gebruik hem wel goed. En nu terzake’.

      Lijkt me duidelijk.

      Overigens als je vindt dat ik iets niet goed zie, zoals met hermes Trismegistus, ben ik wel benieuwd. Aarzel niet om dat toe te lichten. Overigens baseer ik me niet uitsluitend op antroposofische bronnen. De kijk van de niet antroposofische wereld wijkt vaak, ook wat betreft deze zaken, grondig af van de door Steiner en zijn volgelingen geventileerde visie.
      Als je wat meer wil weten over de ‘Hermetische traditie’, die een belangrijke rode draad vormt in de geschiedenis van de westerse esoterie, kan ik je het werk van Gilles Quispel (red.), De Hermetische Gnosis in de Loop der Eeuwen’, Tirion, 1990 aanraden. Steiners relatie met het hermetisme wordt besproken in de bijdrage van Jacob Slavenburg, pp.580-596

  25. Kees said, on 14 april 2012 at 08:01

    Nou Floor intiem of niet (van dat speciale ras ben ik geen lid), dan heb je me wederom niet goed begrepen. Het is einde discussie. Je ontwijkt de cruciale vraag en daarmee is jouw probleem heel duidelijk omlijnd geworden. Mensen die in de toekomst nog op je zouden willen reageren zullen dat feit als een vuurtoren kunnen waarnemen als je deze discussie tenminste niet van je website verwijderd. Nu heb ik in mijn eigen bescheiden helderziendheid wel een ahnung waar jou pijn uit bestaat, maar tja. ………
    In dit geval is het ook heel tekenend dat je nav een eerdere discussie zegt dat Alfrik het er zelf naar gemaakt heeft. Dat gaf me ook een blik op mijn eigen toekomst hier. Nu een ieder die het naleest zal tot een iets andere conclusie komen dan de jouwe wb hoe Alfrik hier behandeld werd.

    zei gegroet, het woord adieu gebruiken lijkt me in jouw geval niet gepast 🙂

    • Ramon DJV said, on 14 april 2012 at 13:36

      Kees krijgt zijn zin niet en dan is Kees weg? Waar heb ik dat nog gezien? Oh ja, bijna in iedere discussie waar antroposofen bij betrokken waren. 🙂

      Kop op Kees, je vindt wel een stekje waar je de discussie volgens jouw regels kunt voeren. 😉

      Op mijn site wordt ook zelden gemodereerd. Maar net zoals dat bij Floris het geval is, heb ik ook graag dat bij het onderwerp wordt gebleven en mensen niet allerlei afleidingsmaneuvers gaan maken.

      En verder is het vanuit antroposofische hoek natuurlijk een beetje vreemde poging om te proberen Steiners rassenleer te verdoezelen door te gaan roepen dat het gangbare wereldbeeld pas echt racistisch is. Dat is de wereld op zijn kop.

      • Kees said, on 14 april 2012 at 17:29

        Van Floor had ik al afscheid genomen. Nu zal ik dat ook nog van jou doen, alhoewel je natuurlijk nooit weet of je elkaar elders nog eens tegen komt. Ik handel maar volgens het concept, beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. Als ik door zou gaan, zou ik zeker vroeger of later geband gaan worden. Er werd al gedreigd, – laat het niet zo ver komen. Nu ken ik die Poetin uitspraken en weet dat ze Serieus zijn en ook daadwerkelijk uitgevoerd worden, dus hoe heet dat alweer eieren kiezen voor je geld. Nu kan ik nog kiezen om er uit te stappen, straks wordt ik er gewoon uitgeknikkerd, want degelijke macht hebben moderatoren op hun eigen sites nu eenmaal. Dat dat voor jou een bevestiging is van typisch sofisch ontwijkgedrag had ik al begrepen;) ik vind het ook echt fijn voor je, dat moet wel een goed gevoel geven? ook jij zult waarschijnlijk geen antword weten te geven, wat voor jou nu eigenlijk precies racisme is?, waar voor jou de pijn zit? Als je daar serieus over wilt communiceren, moet je even en linkje geven naar je website, kunnen we daar verder gaan. Want je zegt dat je zelden modereert, dus het zou mogelijk moeten zijn met een betje goede wil.
        Groet kees

      • Kees said, on 14 april 2012 at 17:36

        Sorry voor de spelfouten in vorige reactie, ik heb begrepen dat sommigen zich daar erg aan storen, maar ik ben nog niet zo gewend aan de ipad en ik was een forum gewend waar ik achteraf binnen een kwartier mijn eigen tekst nog kon aanpassen! Hoop dat het me niet al te erg euvel genomen wordt naast mijn sympathie voor de anthropoophie of antropoofie
        Gr.kees

    • Floris Schreve said, on 14 april 2012 at 13:42

      Kees, als je echt iets wezenlijks hebt bij te dragen over wat hierboven aan de orde is, altijd welkom. Maar dat je nu ook zegt dat ik Alfrik slecht zou hebben behandeld, zou ik niet weten hoe ik dit gesprek op een zinvolle manier zou moeten voortzetten. Want heb je de zelfde conversatie gelezen? Alfrik een slachtoffer van mij?? Mocht ie willen.
      Overigens jammer, want ik beschouw je zeker niet als iemand van dezelfde categorie. Maar goed, wat jij wil,

      groet,
      Floris

  26. Floris Schreve said, on 15 april 2012 at 00:25

    Laat ik dan ook maar, op eigen initiatief (want Kees is al vertrokken), uitleggen wat voor mij racisme is. Racisme bestaat er in verschillende vormen. Er bestaat koloniaal racisme, biologisch racisme, religieus gefundeerd racisme of ‘nationalistisch gevoed racisme’. Ik denk dat iedereen zich bij deze begrippen wel iets kan voorstellen.
    Racisme is natuurlijk het duidelijkst aanwezig wanneer er botweg wordt gesteld dat het ene ras ‘beter’ zou zijn dan het andere. Of dat er ‘inferieure rassen’ zouden bestaan. Dat is ongeveer het racisme zoals we dat kennen van de Nazi’s.
    Racisme kan echter ook bestaan in stereotypen, of het toedichten van bepaalde eigenschappen aan rassen. Een opmerking als ‘zwarte Afrikanen kunnen minder goed denken dan Europeanen, maar ze hebben in regel wel een warmere persoonlijkheid’ is wat mij betreft zeer racistisch. En precies dat soort racisme tref je veel bij Steiner aan. Het zijn ook altijd de blanken, ‘Ariërs’ die er bij Steiner het beste afkomen.
    Ander voorbeeld. ‘Indianen zijn misschien heel wijs, maar hun taak zit erop. Daarom moesten zij plaatsmaken voor de beschaving van het blanke ras’. Ook dit soort racisme tref je bij Steiner aan. Want het is niets meer dan speculeren, precies volgens het koloniale recept. Er zijn namelijk ook hele intelligente zwarte mensen en minder intelligente blanken, die toch een warm karakter hebben. En geloof me, de ‘decadente indianen’, die allang uitgestorven hadden moeten zijn in Steiners optiek, zijn er nog steeds. Onder hen bevinden zich ook wetenschappers, schrijvers en kunstenaars (ik kan wel reeks namen opnoemen, mochten de dames en heren antroposofen daar niet van overtuigd zijn).
    Met dit soort racistisch sjabloondenken zit het verzamelde werk van Steiner vol. Niet voor niets is het van Baarda-rapport zo dik, vooral door alle passages die zij geïnventariseerd hebben, al heeft de commissie ook veel laten liggen (kan ik flink wat voorbeelden van laten zien, mocht daar behoefte aan bestaan).
    Wat ik niet geloof is dat Steiner een soort voorloper van het nationaal socialisme was (een van de onderzoeksvragen van de commissie). Daarin ben ik het wel eens met de commissie, al denk ik iets minder lichtvaardig over vooral de late Steiner (ik heb het dan niet over de jonge Steiner en zijn recensie van Homunkulus, de jonge Steiner heeft zich overigens ook duidelijk tegen antisemitisme uitgesproken, dat is mij niet ontgaan). De late Steiner heeft wel een paar dingen gezegd die wijzen op een vorm van Christelijk antisemitisme. ook heeft hij de term Der Ewige Jude gebruikt, maar ik zeg er meteen bij dat dit ook breder in de Duitse cultuur was ingebed, dan slechts bij het nationaal socialistische smaldeel (kijk alleen al naar Wagner). Dit antisemitisme zit hem vooral in het Christelijke ‘verwijt’ aan de Joden dat ze Christus niet als de Messias erkenden (dit is precies hetzelfde antisemitisme dat lang is uitgedragen door de Rooms Katholieke Kerk, maar ook door Maarten Luther). Steiner heeft soortgelijke dingen gezegd en ook gebruik gemaakt van de antisemitische Ahasverus Legende, Der Ewige Jude. Maar dat maakt Steiner nog geen directe voorloper van de Nazi’s.
    In Steiners geval vind ik het ‘koloniale’ of ‘eurocentrische racisme’ het meest ernstig. En daar heeft hij zich rijkelijk aan bezondigd, op talloze plaatsen in zijn oeuvre, bijna gedurende zijn hele loopbaan (ongeveer van zijn toetreden tot de Theosofische Vereniging totaan zijn dood).
    Hopelijk is het nu duidelijk wat ik onder het racisme van Steiner versta. Bij je zelf gekozen vetrek met slaande deuren alsnog antwoord op je vraag (ik vond het ook een redelijke vraag, dus vandaar dit uitgebreide antwoord). Overigens wat mij betreft erg voor de hand liggend. Ik ben er weer juist zo verbaasd over dat zoveel eigentijdse antroposofen (inclusief de van Baarda-commissie) niet in staat zijn om dit te zien. Terwijl daar volgens mij ook genoeg intelligente mensen tussen zitten. Maar misschien iets te verblind door Steiners alomvattende ‘Weltanschauung’. Wie zal het zeggen? Al vermoed ik dat het vooral daaraan ligt. Ik kan me niet voorstellen dat mensen als Maarten Ploeger, Hans Peter van Manen, of een paar andere verdedigers van Steiners opmerkingen over rassen, zich in zulke bochten zouden hebben gewrongen als het om uitspraken zou zijn gegaan van iemand anders. Al zijn er wat mij betreft ook echt racistische antroposofen (zie de Holocaustontkenners van de Brug), ik denk niet dat antroposofen in regel sneller geneigd zijn tot racisme dan andere weldenkende burgers. Alleen is onder antroposfen de bewondering voor Steiner zo groot, dat het ze soms danig in de weg zit. Van ‘wie ben ik om ook maar aan iets te twijfelen van wat Steiner heeft gezegd’. Ik denk dat dit de kern is van al dat gestuntel met de loodzware last van het racisme in de antroposofie.

  27. Ramon DJV said, on 15 april 2012 at 10:04

    Kees zegt: ‘ook jij zult waarschijnlijk geen antword weten te geven, wat voor jou nu eigenlijk precies racisme is?’

    Floris doet het dan heel uitgebreid, ik vind uitleggen wat ik racisme vind eigenlijk niet zo heel relevant om Steiners rassenleer te beoordelen.

    Maar kort gezegd vind ik het racisme wanneer mensen van een bepaald ras menen bepaalde eigenschappen of kwaliteiten te bezitten die specifiek zijn voor dat ras, o.a. om dat dan als beter of slechter van een ander ras te onderscheiden.

    Is Steiners leer nu minder of meer racistisch te maken aan de hand van mijn mening? 🙂

    Of wil jij het weer over iets anders gaan hebben? En beetje flauw dat je niet doorgaat met de discussie uit angst dat je wordt verbannen. Kan toch niet zo moeilijk zijn om een beetje de geplogenheden van het huis te respecteren?

    Ik denk niet dat Floris je geen spreekruimte wil geven, maar ik begrijp wel dat de discussie niet alle kanten hoeft uit te gaan en hij daarover waakt. Antroposofen hebben nogal eens de gewoonte om de meest gekke dingen erbij te halen (zie bijvoorbeeld nieuwe boek van Frans Lutters: Wie is Harry Potter?). En zo dwaal je al snel van het onderwerp af.

    En dat is toch nog altijd racisme in Steiners leer? Of wat heb jij op je agenda?

    • Kees said, on 15 april 2012 at 10:42

      Waar is je link naar jouw website, waar ik om vroeg? Afscheid is afscheid en als er nadat ik weg ben opeens mogelijkheden komen om serieus in gesprek te komen, moet je me die ook geven.
      Dus op deze website is nu definitief schluss. ik wacht af…

      • Floris Schreve said, on 15 april 2012 at 10:57

        Kees, hier is de link naar Ramons website http://weblog.steinerscholen.com/ Ik neem aan dat je nota hebt genomen van mijn laatste antwoord aan jou (op je vraag wat ik onder racisme versta)

      • Kees said, on 15 april 2012 at 11:03

        Bedankt, deze link kende ik ook al, maar wacht op de uitnodiging van Ramon zelf. Want onuitgenodigd voel ik me niet aangesproken. Jouw laatste artikel gelezen, jammer dat je daar pas mee komt nadat je weet dat ik hier niet blijf. Maar misschien is het ook wel taktiek.

  28. Ramon DJV said, on 15 april 2012 at 11:11

    ‘….moet je me die ook geven’

    Hoho, niet zo dwingend, Kees. Ik vind deze webstek een ideale plaats om over racisme in Steiners leer te discussiëren. Te meer omdat Floris zo veel beter is ingevoerd in die materie dan dat ik dat ben. Ik weet dus niet goed waarom je hier niet gewoon de opening die je al hebt optimaal benut?

    Ik ken Floris als een redelijk man, die veel werk van zijn betogen maakt, scherp kan discussiëren en best wel kritiek kan verdragen. Dus wat houdt je tegen?

    De link naar mijn website Steinerscholen.com zit onder mijn naam (ik modereer daar wanneer nodig reacties) en op http://ramondejonghe.wordpress.com/ kan je ook terecht. Op deze laatste, mijn persoonlijke en deels privé-weblog, mag je wat mij betreft Steiners rassenleer koppelen aan cybernetica, Star Wars of Harry Potter.

    Maar ik hoop dat je hier met een gestructureerd betoog komt.

  29. Ramon DJV said, on 15 april 2012 at 11:28

    Kees,

    Voor de goede orde: ik nodig jou echt niet uit op mijn webstek. Jij vroeg mij naar de link. En wat mij betreft kan iedereen die dat wil bij mij komen meediscussiëren. Is iets anders dan uitnodigen. 🙂 Ik zie hoe het je hier vergaat en vraag me dan af: wat gaat het verschil zijn als hij bij mij terechtkomt? Ik modereer ook als het uit de hand loopt.

    Als je zo aan etiquette houdt, kan je beter hier de regels van het huis respecteren en hier discussiëren, toch?

  30. Floris Schreve said, on 15 april 2012 at 12:50

    Oww sorry. Wat mij betreft zetten jullie hier de conversatie voort. Mocht de wil er zijn. Ik vind het ok als jullie hier verder praten.

  31. Floris Schreve said, on 15 april 2012 at 19:37

    En Kees, nu ik je zo uitgebreid antwoord heb gegeven, ben ik wel benieuwd of je het er wel/niet mee eens bent en zo ja, of je vindt dat dit probleem wel of niet binnen de antroposofie bestaat. Dan gaat het het tenminste weer ergens over. Want volgens mij is dit precies de kern van het probleem (en ook hetgeen wat hier ter discussie staat). Tactiek is het in ieder geval niet, zoals je hierboven suggereert.

  32. Floris Schreve said, on 16 april 2012 at 00:48

    Om nog terug te komen op mijn kennelijk ‘ketterse’ bewering dat het Hermetisme van invloed zou zijn geweest op de antroposofie (soms is de antroposofie net de Rooms Katholieke Kerk 😉 ). Ook Zander gaat uitvoerig in op de invloed van het Hermetische gedachtegoed op Steienr en dus ook de antroposofie en wel op deze plaatsen:
    p. 555 Steiners Weg zu Theosophie
    p. 693, Over de invloed van de theosoof George Mead
    p. 735 Over de invloed van de Gnostiek (dat lijkt mij het meest wezenlijke)
    p.790 Over de grote ingewijden Rama, Krishna, Hermes, Mozes, Orpheus, Pythagoras, Plato en Jezus
    p. 1020 Over Steiners en Marie von Sivers relatie met de esoterische cultus rond het werk van Wagner gedurende de Eerste Wereldoorlog.
    Waarom er trouwens door antroposofen zo moeilijk over Steiners relatie met deze grote stroming in de westerse esoterie wordt gedaan is me een raadsel. Maar misschien brengt het de antroposofie weer te dicht bij de theosofie (vooral ‘Isis Ontsluierd’) en de theosofie van Helena Blavatsky is in antroposofenkringen soms nogal taboe. Dat roept misschien teveel het beeld op Steiner lang niet zo uniek was, zoals de antroposofen hem graag afschilderen.
    Overigens denk ik ook dat het gebrek aan historisch besef voor veel antroposofen hier de reden voor kan zijn. Steiner is immers uniek en de rest van de westerse esoterie, in welke traditie hij onmiskenbaar staat, doet er niet toe, of is van een lagere orde. Eigenlijk precies hetzelfde wat veel antroposofen de Rooms Katholieke Kerk verwijten. Die zou het oorspronkelijke Christendom hebben vervalst en vervormd (waar overigens veel voor te zeggen valt). Alleen zijn antroposofen zelf ook meester in het vervalsen van hun eigen geschiedenis (daar valt helemaal veel voor te zeggen). De suggestie van verwantschap met andere stromingen valt dan ook moeilijk. Antroposofen zijn in regel ook niet zo dol op de vrijmetselarij, om een andere stroming te noemen, terwijl ook de vrijmetselarij deze traditie heeft geïmplementeerd (iets minder in de drie basisgraden, maar des te meer in de inwijdingsgraden van de Schotse Ritus, zoals ik zelf een keer heb kunnen vaststellen, toen ik het wat ‘interne vrijmetselaarslectuur’ onder ogen kreeg (zie het eea hier http://www.aasr.nl/de-graden , zij het dat dit maar heel summiere informatie is ), van de ‘Occulte Angelsaksische Loges’ waar men bij de Brug zo dol op is, jawel 🙂 zie http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b46met/b46.htm ).
    Maar is het zoiets misschien? Ik ben er zelf nog niet uit waarom dit zo gevoelig ligt. Onwetendheid of dogmatisme, of misschien allebei?
    Of dat antroposofie voor de aanhang vooral ‘wetenschap’ is en geen esoterie. Terwijl het natuurlijk esoterie is, in alle opzichten zelfs.

    Waarom ik de gedachtegang uit de vierde en de vijfde voordracht van Die Mission einzelnder Volksseelen ‘Hermetisch’ heb genoemd, is vanwege het gebruik van analogieën, het ‘zo boven zo beneden’ beginsel, dat de belangrijkste grondregel is van de Hermetische filosofie. Het verhaal van Steiner is vooral opgebouwd uit analogieën, en niet zozeer gebaseerd op causaliteit. De krachten van de macrokosmos werken in op de microkosmos en zelfs omgekeerd. De krachten van de planeten worden op aarde weerspiegeld in de verdeling van de rassen. Dat grondbeginsel (niet dat het over rassen gaat, maar wel dat de krachten uit de kosmos zich ‘in het klein’ manifesteren op aarde) is een strikt hermetische gedachtegang. Al maakt Steiner wel weer gebruik van allerlei ‘hogere krachten’ (de ‘abnormale geesten van de vorm’, de Dynameis Geesten), die deze ontwikkelingen zouden aansturen. Voor de benaming van deze hogere krachten gebruikt Steiner weer de omschrijvingen van de 5e eeuwse mysticus Dionysius de Areopagiet. Om zo over rassen te schrijven is vooral erg modieus 19e eeuws. Maar dat typische 19e eeuwse racisme van Steiner wordt in een uitgesproken hermetisch model gegoten.

  33. Kees said, on 16 april 2012 at 09:46

    Lieve Floor, weg is weg op deze website, maar ja je bent zo verleidelijk voor me met je voortgezette monologen nadien, dat ik toch maar besluit om ook de automatische berichten waarop ik nog steeds geabonneerd ben stop te zetten, dan is de verleiding voor me weg om toch nog te reageren. Je weet ik werd bevallen door hevige angst en ernstige paniek toen mij hier gedreigd werd dat mij wel eens het zelfde lot te wachten zou kunnen staan als dhr. Alfrik als ik me niet voegde in de mij beperkende richtlijnen die alleen wat des moderators gevoegelijk is doorlaat.

    Over je bespiegelingen over Hermes kan ik kort zijn, natuurlijk is er grote verwantschap met Hermes en Steiner, net zo als met Christian Rosenkreutz, Zarathoestra, Skythyanos etc. Maar echt hilarisch is hoe jij jouw verhaal projecteert op wat je denkt bij mij gelezen te hebben. Ik denk maar zo zo boven zo beneden bij Floor.

    Ik herhaal nog even dit bericht:

    Kees said, on 12 april 2012 at 17:04
    Ik ben nu het Floris- inleidende artikel aan het lezen. Voor het thema is het niet wezenlijk, wel voor de manier waarop eea gelezen wordt.

    F:citeert
    ‘Het Mattheus Evangelie’ (p. 42). Daarin noemt hij Hermes Trismegistus een incarnatie van Zarathustra, een niet geheel onbelangrijk figuur voor de antroposofie ( de grondlegger van het Perzisch dualisme en de ‘uitvinder’ van Ahriman).

    Als je naar de betreffende passage gaat zul je vinden dat Hermes noch Moses een incarnatie van Zarathustra waren, maar dat het heel anders beschreven wordt. Daarbij moet je letten op wat er gezegd wordt over astraallichaam en etherlichaam. Meer tips geef ik niet, maar als ik meer van dit soort dingen tegenkom zal ik ze hier melden. het gaat er immers wel om dat als men Steiner refereeert, dat dan ook goed en betrouwbaar gebeurd.

    einde citaat van 12 april

    Nu helaas ben ik genoodzaakt je dit keer een onvoldoende te moeten geven voor begrijpend lezen.
    Ik denk dat ik een webstek ga beginnen, met een pakkende titel als: antroposofie voor dummys en dat ik daarin ga uitleggen waarom Ahriman een uitvinding was van Zarathoestra 😉 ik merk dat het moeilijk (zo niet onmogelijk) communiceren is met mensen die het abc der antroposofie nog niet eens begrijpen.
    Ze gebruiken dan wel dezelfde woorden als die ze in hun citatenijver gevonden hebben, en passen die woorden dan ook toe in hun discussie, maar wat de afzonderlijke woorden en begrippen nu echt voorstellen is een soort onbegrepen duisternis voor ze.

    PS misschien wist je al dat ik ben verhuisd ben naar de webstek van Ramon, tot nog toe heeft hij me nog niet zo vervaarlijk gedreigd en er is veel mogelijk schreef hij. Dus mijn vertrouwen in de mensheid niet verliezende, ga ik daar voorlopig maar even van uit. Want ik mag toch hopen dat er serieuze belangstelling is om dergelijke onderwerpen te bespreken en niet dat elke input dankbaar object is om nog meer te kunnen schoppen, want dan kun je beter gaan voetballen.

    nu dan toch maar adieu op deze website met deze moderator om het een finaal juridisch tintje te geven.

  34. Floris Schreve said, on 16 april 2012 at 13:09

    Kees, hier heb ik geen zin meer in. Blijf dan maar weg. Als je de zin ‘Ahriman is een uitvinding van Zarathustra’ niet begrijpt, ben je inderdaad niet in staat om ook maar iets van de antroposofie in de historische context te plaatsen en was die vergelijking met de Rooms Katholieke Kerk zo gek nog niet. Jij dacht natuurlijk dat het begrip Ahriman door Steiner is geïntroduceerd? Geen idee dat dit de God van de Duisternis in het oude Perzische dualisme is? Als je dat niet kan zien dan vrees ik dat een religie of levensbeschouwing voor jou slechts een verzameling geopenbaarde dogma’s is, die geen historische context kennen (het kenmerk van de ware fundamentalist). Veel plezier met je geloof in de antroposofische Ahriman. Hoop niet dat je ook gelooft dat hij ook de Holocaust heeft verzonnen om de Christelijke Impuls uit Midden Europa dwars te zitten (zoals onze helden van de Brug, dat zou wel ernstig zijn). Maar met een fundamentalist discussiëren, die niet verder kan kijken dan het letterlijk geopenbaarde Woord van God heeft niet zoveel zin. Dus dan is het ook echt klaar vanaf nu. Succes met je plannen voor een eigen site. Wie weet win je er nog een paar zieltjes mee, al lijkt me een geloof in Ahriman, cyberantroposofie en rassenleer een tamelijk naargeestige sektarische cocktail en ik gun niemand zo’n akelig onmenslievend stelsel van dogma’s. En vergeet je niet op de Brug te oriënteren, zie http://vrijgeestesleven.be Je kan ook bij Alfrik op schoot kruipen (daar was je sowieso al mee bezig). Veel plezier en dat het geloof in Ahriman je veel vreugdevolle inspiratie moge geven.

  35. Ramon DJV said, on 16 april 2012 at 13:58

    @Floris

    Dit neemt een vreemde wending: Kees zet nu deze discussie, waarin ik nog maar weinig heb ingebracht, verder op mijn persoonlijke site. https://ramondejonghe.wordpress.com/2011/05/17/sekten/#comment-124

    Ik begrijp er niks van, want Kees gaat daar in op de definitie van racisme die ik hier geef. Had toch hier ook gekund? Nu, ja ik wacht het af.

    Misschien dat hij ook zelf met een betoog gaat komen.

    Begrijpe wie begrijpe kan 🙂

  36. Floris Schreve said, on 16 april 2012 at 14:17

    Wat een verhaal zeg. Ik haal het voor de aardigheid hier maar even terug, dan kan ook iedereen hier meegenieten (de nieuwste pennenvrucht van Kees hieronder). Dat lijkt me echt de antroposofie van de toekomst. Hier heeft hij zo pathetisch lopen smeken om een ban, dat hij uiteindelijk zijn zin heeft gekregen. Als hij met een echt verhaal wil komen, mag dat natuurlijk, maar volgens mij wil hij hier alleen maar trollen. Dus ik heb hem voorlopig de mogelijkheid tot reageren ontnomen. Niet omdat ik hem wil censuren (als hij een eigen website heeft zal ik zelfs nog wel een koppelingetje plaatsen), maar ik heb geen zin deze forumbevuiling. Dus Kees is hier voorlopig weg.
    Voor de aardigheid hieronder zijn verhaal op jouw site. Het lijkt mij dat hij hiermee de contouren schetst voor een nog veel sympathiekere variant van de antroposofie. Verhandeling volgt hieronder. Een opmerking. Weghalen zal ik uiteraard niet doen. Al was het alleen maar omdat deze conversatie weer precies laat zien waarom ik deze serie over antroposofie en racisme geschreven heb. De inmiddels bekende sektarische en dogmatische tunnelvisie van vele antroposofen wordt ook in zijn bijdragen genadeloos blootgelegd. Ik hoef daar niets aan toe te voegen, het bewijst zich vanzelf. Opmerkelijk vind ik de archaïsche openening ‘schrijver dezes’. Maar met dit anachronisme beginnen ook vaak de voorwoorden van de oude Vrij Geestesleven vertalingen van Steiner in het Nederlands. Plaatst hij zich toch nog een beetje in een grootse traditie 😉 Let ook zijn gebruik van het woord ‘waarheid’. De zin ‘Floris ging daar pas op in nadat ik me van die website had moeten terugtrekken’ slaat helemaal nergens op. Van mij had hij nog best mogen doorgaan. Maar ik heb hier niet zo ontzettend veel zin meer in. Dus alsnog een voorlopige ban. Kees zijn zin. Verhandeling van Kees volgt hieronder (geciteerd van Ramons site) :

    Beste mensen die mogelijkerwijze hier terecht komen en meelezen of zelfs meeschrijven willen.
    Op een andere website
    https://fhs1973.wordpress.com/2008/09/22/antroposofie-ii-een-repliek/
    is een discussie begonnen (of beter gezet met andere mensen voortgezet), over het thema (vermeend) racisme bij Rudolf Steiner. Schrijver dezes heeft daar op zijn eigen individuele manier geprobeerd een ingang te scheppen om op een serieuze manier het thema wat velen heftig heeft bezig gehouden of nog steeds bezig houdt een vervolg te geven.Immers op die website van Floris Schreve zijn er al meerdere pogingen gedaan in die richting. o.a. ook te lezen in een in zijn geheel gekopieerd blog dat oorspronkelijk bij Hugo Verbrugh stond, en verder in de link zoals boven gerefereerd. (5 a 6 lange artikelen)
    Omdat de moderator Floris vond dat ik in mijn poging om het thema bespreekbaar te maken te veel buiten zijn vooraf bepaalde grenzen dreigde te raken, werd mij min of meer gedreigd dat als ik zo door zou gaan, ik in de ban gedaan zou worden. Als het op de betreffende website inmiddels niet weggehaald is, dan is alles nog na te lezen.
    Ik kon mij natuurlijk niet neerleggen bij deze aan mij gedane restricties waar anderen gaan bepalen of iets wel of niet antroposofisch zou zijn. En dat ik alleen wat volgens de moderator past binnen zijn opvattingen wat antroposofie zou moeten zijn mag opereren.
    Verheugenderwijs, Ramon de beheerder van deze website meldde echter dat hij niet van plan was zo rigoreus als moderator te gaan optreden. Natuurlijk zullen door mij wel de algemene fatsoensregels in acht genomen worden.
    Hij schreef dan ook:

    mag je wat mij betreft Steiners rassenleer koppelen aan cybernetica, Star Wars of Harry Potter.

    nu, dat waardeer ik zeer, dat mij geoorloofd is om eea uit te leggen er schijnbaar andere zaken, die er volgens mij wel alles mee te maken hebben toch bij te halen. Een echt vrij geestesleven in antroposofische zin, zou dat ook doen en niemand vooraf willen beperken, in zijn uitdrukkingsmogelijkheden, uit angst dat daar mischien iets genoemd wordt wat onwelgevallig is. Waarheid is niet een kwestie van smaak, sympathie of antipathie.

    Omdat die andere website zo overladen was met een vorige discussie met ellenlange citaten en herhalingen en weet ik niet meer alles, kon ik door de bomen het bos intussen niet meer zien. Het leek mij daarom belangrijk om heel basaal terug te gaan naar de kern. En ik stelde de vraag, wat is racisme (en ik bedoelde daarmee ook discriminatie) nu eigenlijk in je eigen woorden?
    Floris ging daar pas op in nadat ik me van die website had moeten terugtrekken. Tja te laat. Maar Ramon gaf me de gelegenheid om daarop terug te komen op zijn eigen website, vandaar de bovenstaande stukjes als begin om even aan het voorgaande te refereren.

    Ramon is ook in staat om het kort en bondig aan te duiden:

    citaat R; Maar kort gezegd vind ik het racisme wanneer mensen van een bepaald ras menen bepaalde eigenschappen of kwaliteiten te bezitten die specifiek zijn voor dat ras,

    o.a. om dat dan als beter of slechter van een ander ras te onderscheiden.
    einde citaat

    nu kunnen we dus beginnen daar op in te gaan en vragen wat bedoel je precies?, is het aanduiden van bepaalde eigenschappen die specifiek zijn voor een ras of kwaliteiten op zich al racistisch? in jouw ogen, of alleen als dat in vergelijking met andere rassen leidt tot een waardeoordeel beter of slechter? Ik heb je citaat even door een spatie in twee gedeeld omdat ik deel 1 iets anders vind dan deel 2

    Ik denk dat het goed is niet te grote gehelen tegelijk op te voeren, maar het te laten bij kleine behapbare stukjes. Tot zover even, vanwege het inleidingskarakter is dit toch nog een lang stuk geworden, maar de eigenlijke vraag staat in de laatste paar regels.
    vriendelijke groet Kees

  37. Ramon DJV said, on 16 april 2012 at 22:42

    Blijkbaar heeft Kees meer vertrouwen in mij als moderator dan in jou. Maar eerlijk gezegd begrijp ik niet dat als Kees zijn verhaal wil doen zonder door derden te worden beperkt in zijn vrijheid van meningsuiting hij niet gewoon een blog opent? Dat is toch makkelijker dan tegen anderen aanlopen, niet?

    Maar je neemt nu ook deel aan de discussie op mijn blog en ik wacht af of het nog wat wordt met Kees. En of hij nog met een onderbouwd verhaal komt. Want ik dacht dat dat zijn bedoeling was.

    Kees denkt overigens blijkbaar dat ik hem heb uitgenodigd om deze discussie op mijn blog verder te zetten, wat ik eigenlijk vreemd vind: ik radde hem net aan hier verder te gaan. Zo zie je maar dat een misverstand in een klein hoekje zit. 🙂

  38. Floris Schreve said, on 16 april 2012 at 23:01

    Sterkte. Ik kon het trouwens niet laten en heb er nog een kleine reactie eronder geplaatst met een leuke Steinerquote over ‘der Neger’:

    https://ramondejonghe.wordpress.com/2011/05/17/sekten/#comment-130

    16 april 2012 om 9:08 pm
    Ik blijf het grappig vinden

    Kees: ‘Waarheid is niet een kwestie van smaak, sympathie of antipathie’

    Steiner (GA 349):’ ‘Dadurch, daß er das tut, wirken über den ganzen Menschen hin die Kräfte des Weltenalls (Zeichnung, links). Überall nimmt er Licht und Wärme auf, überall. Das verarbeitet er in sich selber. Da muß etwas da sein, was ihm hilft bei diesem Verarbeiten. Nun, sehen Sie, das, was ihm da hilft beim verarbeiten, das ist namentlich sein Hinterhirn. Beim Neger ist daher das Hinterhirn besonders ausgebildet. Das geht durch das Rückenmark. Und das kann alles das, was da im Menschen drinnen ist an Licht und Wärme, verarbeiten. Daher ist beim neger namentlich alles das, was mit dem Körper und mit dem Stoffwechsel zusammenhängt, lebhaft ausgebildet. Es hat, wie man sagt, ein starkes Triebleben, Instinktleben. Der Neger hat also ein starkes Triebleben. Und weil er eigentlich das Sonnige, Licht und Wärme, da an der Körperoberfläche in seiner Haut hat, geht sein ganze Stoffwechsel so vor sich, wie wenn in seinem Innern von der Sonne selber gekocht würde. Daher kommt sein Triebleben. Im Neger wird da drinnen fortwährend richtig gekocht, und dasjenige, was dieses Feuer schürt, das ist das Hinterhirn.
    Manchmal wirft die Einrichtung des Menschen noch solche Nebenprodukte ab. Das kann man gerade beim Neger sehen. Der Neger hat nicht nur dieses kochen in seinem Organismus, sondern er hat auch noch ein furchtbar schlaues und aufmerksames Auge. Er guckt schlau und sehr aufmerksam. Das könnten Sie leicht als Widerspruch auffassen. Aber das ist so; Wenn da vorne der Nerv des Auges (Zeichnung), so gehen die Nerven just in Hinterhirn hinein; die kreuzen sich da. Der Nerv, der geht also ins Hinterhirn. Und weil der Neger das Hinterhirn besonders ausgebildet hat, deshalb guckt er auch so schlau, deshalb ist er ein so schlauer Beobachter der Welt’.

    Vraagje aan Kees: Als je het over ‘Waarheid’ hebt, doel je dan ook op dit soort tirades van Steiner over ‘der Neger’?
    Dan wordt het interessant. Ik heb je overigens niet geband, je bent zelf met slaande deuren vertrokken’.

    Tot zover. Al heb ik er nu wel een ban op gezet. Maar typische fundamentalistenlogica, met die ‘Waarheid’

  39. Ramon DJV said, on 17 april 2012 at 10:19

    Als Kees dienst doet als representant van de antroposofie in de Lage Landen denk ik niet dat Kees een goede beurt heeft gemaakt. Hij heeft m.i. iets te veel reacties nodig om te zeggen dat hij iets gaat vertellen, om vervolgens de plaat te poetsen.

    Ik heb hem tot vervelens toe gevraagd om met iets te komen. Maar niks. Wat is nu zijn punt, denk ik dan?

    Antroposofen die beweren dat bij Steiner en in de antroposofische leer geen racisme te bespeuren is, zijn niet nieuw. Het zou bijzonder zijn als er af en toe eens eentje dat hard zou kunnen maken. Maar tja, zelfs het brave Van Baarda Rapport werd als vloeken in de kerk beschouwd.

  40. Floris Schreve said, on 17 april 2012 at 14:47

    Ach, Kees doet hard zijn best om ene meneer Alfrik op te volgen. Hij is nu ook weer onder dat stuk van Geuljans bezig, zag ik net. Wie weet kan hij daar wel zijn verhaal over cyborgs en mensenrassen kwijt. Moet ie vooral doen; op die manier bevestigt hij alleen maar het beeld uit mijn bovenstaande tekst: onder de antroposofen bevinden zich nogal wat mafketels met tamelijk griezelige opvattingen. Daar kan ik ook zijn visioenen over cyborgs en mensenrassen toe rekenen. Dus laat hem vooral door gaan om dat aan de man te brengen.
    Het doet mij ergens denken aan ene Wiljan 48 (zo’n soort alias was het geloof ik), die een tijdje terug met mij in discussie ging op de site van Hugo Verbrugh. En op jouw site zijn in de loop der tijd ook nogal wat van dat soort figuren langsgekomen. Maar is het verbazingwekkend dat er in een beweging, waar zoiets als de Brug als een normaal tijdschrift wordt gezien (Holocaustontkennen is ook maar een mening en leuk dat de Brug daar veel ruimte voor vrijmaakt), veel van dit soort mafketels rondlopen?

  41. Ramon DJV said, on 18 april 2012 at 12:03

    Nu je het toch nog een keer over de Brug hebt. Wist je dat Stephan Geuljans van de Aardespiegel veel van zijn inzichten in de antroposofie en de wetenschap aan een van de hoofdauteurs van de Brug, Jos Verhulst, te danken heeft?

    http://www.de-vrije-wil.nl/index.html

    (…) Belangrijk is op te merken dat ik een groot deel van de inzichten in de antroposofie en de moderne wetenschap te danken heb aan de Belgische kwantum-chemicus en homo universalis Jos Verhulst. Hij interpreteert de natuurkunde (kwantumfysica) en de biologie vanuit Aristoteles. Daarmee sluit hij niet alleen aan bij natuurkundigen als Bohr, Pauli en Heisenberg of de dichter-bioloog Goethe, maar slaat hij ook een brug tussen de gangbare natuurwetenschap en de geesteswetenschap van Rudolf Steiner. (…)

    Jos is een echte bruggenbouwer, zo blijkt maar weer. 🙂

    En weet niet of Kees zijn best doet om Alfrik op te volgen, maar de laatste wordt met de dag beter in het laten zien wat nu de slagkracht van de antroposofie is.

    http://steinerschoolgefocust.wordpress.com/2012/04/18/het-visitekaartje-wordt-iets-eerlijker/

    Ik ben even de tel kwijt, maar dit moet zowat het twintigste bericht van de Pietermannenclub http://ramondejonghe.wordpress.com/2012/02/09/vertegenwoordigen-steinerpedagogie-pieter-ha-witvliet-joost-alfrik/#comment-117 zijn waarin ik aan bod kom. Maar ik vrees dat het nog minder om het lijf heeft dan al het andere daarvoor.

    Het is overigens ook wel grappig om te zien wat Alfrik op de Aardespiegel beweert:

    (…) @Kees,
    De “methode” die hierboven voortreffelijk wordt beschreven, gaat ook op voor Ramon de Jonghe. Zijn streven is niet het vinden van de waarheid. Die kent hij al: Steiner, de antroposofie en de vrijescholen deugen niet.(…)

    Alfriks verkondiging van de waarheid ‘Steiner, de antroposofie en de vrijescholen deugen niet’ probeert hij nu zelfs op mijn rekening te zetten. Eerder wilde hij ook al bestrijden dat er antroposofisch onderwijs zou bestaan, terwijl hij dat nadien (zonder het blijkbaar zelf te beseffen) bevestigde en hij nu zelf ook de term antroposofisch onderwijs hanteert.

    Joost Alfrik schrijft op 16 april 2012:

    (…) ANTROPOSOFISCH ONDERWIJS
    Is er sprake van antroposofisch onderwijs? Wat is dat dan?
    Antroposofisch onderwijs
    Antroposofisch onderwijs in de praktijk 1
    Antroposofisch onderwijs in de praktijk 2 (…)

    Blijkbaar dringt uiteindelijk (weliswaar onbewust) af en toe iets door. 🙂

  42. Floris Schreve said, on 18 april 2012 at 17:47

    Dat van Kees en Alfrik heb ik gezien. Mooi duo is dat 😉 Misschien moeten ze ook voor de komende 4 en 5 mei Alfriks wonderschone liederencollectie gaan bekijken. Zie daarvoor mijn ‘discussie’ met Alfrik onderaan mijn eerste antroposofie artikel https://fhs1973.wordpress.com/2008/06/23/
    Dat van Geuljans die Jos Verhulst aanhaalt is inderdaad interessant. Ik heb daar ook al op gereageerd, alleen staat mijn reactie daar (nog) niet weergegeven. Maar ik neem aan dat die later wel verschijnt.

    Dit heb ik eerder vandaag geschreven:

    Floris Schreve op 18 april 2012 om 14:55 schreef:
    Je reactie is in afwachting van moderatie.

    Zoals ik bovenstaand heb aangegeven zal ik nog uitgebreid terugkomen op het bovenstaande artikel. Er is alleen een ding wat ik me afvroeg. In dit betoog dat Steiner van racisme tracht vrij te pleiten, verwijst Geuljans naar de Belgische antroposoof Jos Verhulst.
    Nu is uitgerekend Jos Verhulst iemand die zich regelmatig uit over een zeer beladen kwestie. Zijn stellingname daar in is wellicht nog controversieler. Ik verwijs naar de Belgische site http://vrijgeestesleven.be . Daar wijst het zich eigenlijk meteen vanzelf.
    In antroposofische kring is dit overigens niet onopgemerkt gebleven. Michel Gastkemper heeft hier uitgebreid aandacht aan besteed, http://antroposofieindepers.blogspot.com/2011/02/vertaling.html Ik vroeg me af of dhr Geuljans op de hoogte is van deze activiteiten van Jos Verhulst. Ik kan me anders nauwelijks voorstellen dat je je uitgerekend op Jos Verhulst beroept als je Steiner van racisme vrij wilt pleiten.

  43. Ramon DJV said, on 18 april 2012 at 18:33

    Kees en Alfrik hebben mekaar inderdaad gevonden. En Alfrik houdt Kees de hand boven het hoofd, want die maakte nog maar eens een keer een toespeling op je geaardheid en Alfrik haalde dat zonder te vermelden weg uit Kees’ reactie.

    Kees kwam met dit: (…) R; En ik heb geen behoefte om telkens opnieuw het wiel te moeten uitvinden. en dit gezegde van hem, ik wou dat hij het nu eens echt in praktijk bracht, maar integendeel ik zie overal dat hij repeterend steeds weer dezelfde dingen aan het oprakelen is, maar hij heeft een heel goede leeermeester in Floor Schreven, die hem ook veel rugdekking schijnt te geven…..mmm wat zeg ik nou? (…)

    http://steinerschoolgefocust.wordpress.com/about/#comment-335

    Dat ‘….mmm wat zeg ik nou?’ werd dus door Alfrik weggehaald. Jaja, die Kees komt racisme en discriminatie in de antroposofie verdedigen en dan terwijl discriminerende zinspelingen maken. Typisch toch.

    En dan steeds dat Floor. Of deze sneer ‘Nou Floor intiem of niet (van dat speciale ras ben ik geen lid)…’

    Het lijkt wel of we met Kees een homofoob in de tent hebben zitten. Niet zo leuk, maar het moet denk ik wel even worden benoemd. Dan wordt meteen duidelijk waarom sommige mensen zo’n strijd voeren om racisme en discriminatie te rechtvaardigen.

  44. Floris Schreve said, on 18 april 2012 at 19:01

    hahaha, dat vind ik nog wel grappig. Hoewel het eigenlijk behoorlijk sneu is. En uiteraard ben ik buitengwoon beklagenswaardig als homo hier in Amsterdam. Leuk dat een antroposoofje in een dorp aan het Veluwemeer (overigens is dat diep in de Nederlandse Biblebelt) een mening heeft over met wie en hoe ik het doe. Zou ie soms willen ruilen? 🙂 Maar laat ik maar niet speculeren, dan maak ik me een beetje aan hetzelfde schuldig. En misschien is daar als antroposoof wel heel erg spannend toeven. Wie weet?
    De Brug is overigens behoorlijk homofoob (daar kan Lieven Debrouwere wel over meepraten), maar ik geloof niet dat dit een antroposofische grondslag heeft. Steiners opvattingen over homoseksualiteit zijn mij niet bekend (als hij daar ooit iets over heeft gezegd), dus daar kan ik niks zinnigs over zeggen.

    • Ramon DJV said, on 18 april 2012 at 19:19

      Ja, dat puriteinse A’dam. Het moet een hel zijn om je daar te outen, laat staan om het over seksualiteit te hebben 🙂 Gelukkig woont bij mij rechtover een homokoppel en naast mij een gemixt Belgisch-Afrikaans gezin, zodat mijn kinderen zien dat er diversiteit is.

      Stel je voor dat we daar in A’dam tussen alleen maar van die blauwogige, blonde, rechttoe-rechtaan, heteroseksuele, op klompen lopende oerHollanders zouden zitten 🙂

      Ik heb eens ergens gelezen dat Steiner het niet zo met de vrouwtjes had en er werd zelfs gesuggereerd dat hij homoseksueel was, maar dat is natuurlijk alleen maar speculatief. Het is ook niet zo belangrijk. Ieder zijn meug.

  45. Floris Schreve said, on 18 april 2012 at 19:37

    Steiner was in ieder geval niet monogaam, want hij is op een gegeven moment van zijn vrouw gescheiden en met zijn minnares getrouwd (Marie von Sivers). Maar ik weet zelf weinig van de seksuele moraal van de antroposofie, of dat er überhaupt sprake is van een seksuele moraal. Ik heb soms weleens het idee dat antroposofen soms erg rolbevestigende opvattingen hebben (ik baseer me vooral op mijn eigen waarnemingen), maar ik weet niet of daar een een grondslag voor bestaat. Op mijn lagere school werkten in ieder geval twee lesbische leraressen en dat was volgens mij geen enkel probleem. Dus ik weet het oprecht niet.
    Het enige dat me opviel is dat de Brug uitgesproken homofoob is. Maar daar is nog wel meer mis dat niet direct aan de antroposofie gerelateerd is. Zoals de Duitse antroposoof Michael Eggert (van http://www.egoisten.de) de Brug omschreef: ‘Ein Neonazi site, mit Anthroposophischen Anstrich’. Wat zou Stephan Geuljans daarvan vinden, dat een collega-antroposoof zo oordeelt over de webstek van oa zijn grote vriend Jos Verhulst?

  46. Ramon DJV said, on 18 april 2012 at 20:28

    Ik ben benieuwd of Stephan Geuljans ontvankelijk is voor de boodschap van Michael Eggert. In ieder geval is het merendeel van de inhoud van de Brug m.i. iets waarmee antroposofen zich innerlijk wel verbinden, maar naar buiten toe dat niet snel zullen toegeven. Uitgezonderd hier en daar eentje die van God los is of eentje die een lans wil breken voor racisten, holocaustontkenners en dies meer…

    Misschien kan Kees Kromme zich aanmelden bij de Brug, desnoods als slachtoffer? Want zelfs die van de Aardespiegel waren zijn gedoe beu.

    (…) Jac Hielema op 7 maart 2012 om 09:23 schreef:
    Beste Kees,
    Ik zie je voortdurend de integriteit van anderen in twijfel trekken. Daar word ik een beetje moe van. Intussen vraag ik me af wat jij eigenlijk bij te dragen hebt aan de mensheids- en aardeontwikkeling.(…)

    http://www.aardespiegel.nl/algemeen/the-foolish-philosopher/#comment-158

    Sofen onder mekaar 🙂

    Zag net nog iets leuks van Kees die door Alfrik aka Witvliet werd gemodereerd:

    ‘weliswaar is het mijn verantwoording als ik Floor schreef ipv Floris, maar het is jouw website, ik zal me natuurlijk confirmeren…’

    http://steinerschoolgefocust.wordpress.com/about/#comment-340

    Is dat nu dezelfde Kees Kromme die hier met slaande deuren vertrok uit angst dat hij zou worden gemodereerd en die nu tegen Alfrik zegt dat hij zich gaat confirmeren?

    Dat wil dus zeggen dat Kees niet zo heel consequent is en dat hij zich elders wel de mond laat snoeren.


Plaats een reactie